Heemschut
27
Geraldton ligt. Het verhaal van de Batavia is
niet minder interessant dan dat van de latere
muiterij op de Bounty en wordt beschouwd als
de eerste overgeleverde misdaadgeschiedenis in
de Australische Maritieme Geschiedenis.
Bij zwaar weer was kapitein Frangois Pelsaert
de medeschepen van zijn konvooi, dat op
28 oktober 1628 Texel had verlaten, kwijtge
raakt en hij was alleen doorgevaren.
Toen zijn eigen schip op een rif liep, verlieten
bemanning en passagiers, in totaal 300 man,
het schip en wisten met de proviand van het
schip, maar zonder voldoende water, de kust
van een eiland te bereiken. Met een kleine
groep ging Pelsaert op zoek naar water, maar
hij vond geen rivier of betrouwbare waterbron.
Hij zeilde toen maar door naar Batavia, waar hij
op 5 juli aankwam. De gouverneur leende hem
het jacht Sardam om de achtergebleven schip
breukelingen op te halen.
Tijdens zijn afwezigheid smeedde de super-
carga (handelsofficier) van de Batavia, Jeroen
Cornelius, een complot. Hij verdonkeremaande
acht kisten met zilver van het intussen kapotge
slagen wrak. Hij vermoordde iedereen in de
buurt die daar bezwaar tegen had, wilde het
reddingsschip overnemen zodra het aankwam
en een carrière als zeerover beginnen. Hij voer
naar een tweede eiland waar een deel van de
bemanning zat, vermoordde er iedereen, op zes
vrouwen en zeven jongens na. Cornelius koos
een vrouw voor zichzelf, een voor zijn onder
commandant en bestemde de rest voor alge
meen gebruik. Hij liet al zijn mensen een docu
ment tekenen dat hem verhief in de
ongebruikelijke rang van kapitein-generaal.
Een ander deel van de bemanning echter zat op
dat moment op een derde eilandje in de buurt.
Een groep onder leiding van Wiebbe Hayes had
zelfs water gevonden. Mannen die de moorde
naars op vlotten hadden weten te ontvluchten,
voegden zich bij hen. Hayes, die mogelijk als
soldaat tegen Spanje had gevochten, besloot
zich met 45 man te verdedigen. Hij deed dat zo
effectief, dat Cornelius een vredesverdrag met
hem sloot - dat de volgende dag alweer door
Cornelius verbroken werd. Deze probeerde nu
via een brief met een mooi voorstel mannen van
Hayes weg te lokken. Maar die lieten de brief
aan Hayes zien. Hij lokte Cornelius naar het
eiland. Cornelius werd gevangen genomen, z'n
bodyguards werden gedood.
Toen Pelsaert arriveerde uit Batavia, vertelde
Hayes hem wat er voorgevallen was, nog
voordat de muiters aan boord konden klimmen.
Bijna alle muiters, Cornelius inbegrepen,
werden ter plaatse gevangen genomen, terecht
gesteld, gefolterd en op het Zeehonden Eiland
opgehangen. Het was de eerste executie door
Europeanen op Australische grond. Het zou
niet de laatste zijn; 125 onschuldige mensen
waren omgebracht door de muiters, ene Jan de
Bremen bekende er 27 op zijn geweten te
hebben. Twee muiters, Wouter Loos en Jan
Pelgrom de Bij, kwamen er lichter af. Zij werden
afgezet en achtergelaten op het vasteland en
aangeraden zo veel mogelijk te leren van het
onbekende land en de bevolking. Deze twee
waren waarschijnlijk de eerste Australische
immigranten uit Europa. Niemand heeft ze
ooit terug gezien.
JanJansz beschreef het relaas van reis en
muiterij onder de titel 'Ongeluckige Voyagie
van't Schip Batavia'. Het boek werd in 1647 in
Amsterdam gepubliceerd met illustraties en is
sindsdien vertaald in verschillende talen.
In 1971 verzamelde het West-Australisch
Museum te Perth een schat aan restanten van
het wrak. Kort daarna vertoonde de Australian
Broadcasting Corporation een televisiedocu
mentaire over de Batavia.
Tasman
In 1641 besloot Gouverneur-generaal
Antbonius van Diemen twee schepen, de
Heemskerk en de Zeehaen onder bevel van de in
Groningen geboren Abel Janszoon Tasman
(1603-1659) een ontdekkingsreis te laten
maken. Doel was het vinden van een zuidelijke
route naar Zuid Amerika.
In 1642 verlieten de schepen Mauritius in
oostelijke richting. Op 24 november ontdekte
Tasman een kust, die hij Van Diemensland
noemde, het latere Tasmanië, dat hij in kaart
bracht. Spoedig daarna ontdekte hij Nieuw
Zeeland, dat hij Statenland noemde.
'Moordenaars Baai' herinnert aan problemen
met de Maories aldaar. Weken later werd het
vriendelijker Tonga ontdekt en bezocht, alvo
rens de schepen naar Batavia terugkeerden.
Het huidige Tasmanië zit vol Nederlandse
namen, zo heet de op twee na grootse stad
Zeehan. Nederlandse namen uit deze periode
zijn ook erg populair in firma-, organisatie- en
merknamen. Voorbeelden: wijngaard
'Heemskerk', bollenkwekerij 'Van Diemen'.
Het bestaan van een zuidelijke route naar de
Stille Oceaan was nu bewezen, maar werd door
Van Diemen te lang en te onpraktisch gevon
den. Hij zond Tasman daarom, na zijn
aankomst in Batavia in 1643in 1644 weer op
reis om op zoek te gaan naar een zeestraat ten
zuiden van Nieuw Guinea.
Maar hij kon zo'n straat niet vinden, en kwam
tot de conclusie dat al het land van Eendracht-
land (tot dan toe als. een eiland beschouwd) tot
Carpen taria in het noorden een ononderbro
ken landmassa was. Hij noemde dit land Nieuw
Holland op zijn kaart, waarvan latere Franse,
Engelse en Spaanse kopieën gemaakt werden.
Van Diemen was niet tevreden met de resulta
ten van zijn reizen, die weinig voordeel ople
verden voor de VOC. In een rapport aan zijn
meesters in Amsterdam schreef hij dat Tasman
niet nauwgezet en nieuwsgierig genoeg was
geweest en alles open had gelaten voor een
toekomstige ontdekkingsreiziger. En dat,
weten we nu, werd de Engelse ontdekkingsrei
ziger Jam.es Cook 125 jaar later, die een kopie
van Tasman's kaart aan boord had en zeif in
1770 de rijke oostkust in kaart bracht. Toen
begon de investering van Tasman's reis winst
op te leveren .voor de Engelsen.
Na Tasman leden overigens nog talloze
Nederlandse schepen schipbreuk aan de
Australische kust.
Historische getuigen
Er zijn ruim 4000 wrakken gevonden langs de
kusten rond Australië. Sommige worden als
Australisch én Nederlands erfgoed beschouwd.
Ze worden door de Australische autoriteiten
met wetgeving beschermd. Er wordt ook
research gedaan, de wrakken zijn veelal gedo
cumenteerd door exacte beschrijvingen, teke
ningen, onderwaterfotografie en vondsten in
musea. In het beoordelen van de cultuurhistori
sche waarde van een wrak hanteren alle
Australische experts de principes en criteria van
het zogenaamde Burra Charter.
Met ieder wrak is een geschiedenis verbonden,
soms opgetekend door de overlevenden, soms
gereconstrueerd door maritieme archeologen,
of beide. De interessantste verhalen over de
schipbreuk van deze wrakken zijn nu algemeen
bekend en maken deel uit van de Australische
nationale geschiedenis, worden zelfs onder
wezen op scholen. Een aantal is interessant
genoeg om aan te halen. We beschreven de
Batavia al.
De Vergulde Draek
De Vergulde Draek leed schipbreuk op de West-
Australische kust op 28 april 1656. Ongeveer
113 kilometer ten Noorden van het huidige
Perth verdronken 118 mensen. Van de 69 die
naar de kust zwommen, bereikten slechts zeven
Batavia. Het wrak werd pas in 1963 ontdekt en
in tekening gebracht door het West-Australisch
Museum in 1972. Een fortuin aan restanten
werd geborgen.
De Zeewijck
Op 9 juni 1727 leed de Zeewijck met 208 koppen
aan boord schipbreuk op de verraderlijke
Houtman Abrolhos. Bijna alle opvarenden
kwamen veilig aan wal, waar ze een tijdelijke
nederzetting oprichtten. Die kan beschouwd
worden als de eerste Europese nederzetting op
dit continent.
Een aantal zeilde uit naar Batavia in een open
boot, maar verdronk. Toen na enige tijd
niemand op was komen dagen, besloten de
achterblijvers zelf een boot te bouwen. Het
werd een stevige grote sloep, die in maart 1728
januari 2001