Sint-Eustatius een historische edelsteen Annette Lieth Alle dagelijkse beslommeringen lijken mijlen ver weg bij aankomst op het kleine bovenwindse eiland Sint-Eustatius. Statia, zoals het ook wordt genoemd, staat bekend om zijn gastvrijheid en vriendelijkheid. Hier reflecteert de glorie van het verleden zich in de vele ruïnes. Terwijl onder het wateroppervlak stenen, ankers, kanonnen, pakhuizen, scherven aardewerk, pijpen, flessen en restanten van handelsschepen tussen de koraal riffen een waar museum vormen van het 17de en 18de-eeuwse leven. 22 Heemschut Sinds de uit Vlissingen afkomstige Jan Snouck van de Westindische Compagnie een octrooi verkreeg tot het stichten van een nederzetting in het Caribische gebied, is de geschiedenis van Sint-Eustatius allerminst rustig verlopen. De vloot - een haringschuit en een kruiser - had als opdracht het vestigen van een plantage om koffie te verbouwen. Het oorspronkelijke doel, St. Croix, vonden de kolonisten niet geschikt voor vestiging, waarna ze verder zeilden langs diverse eilanden in de omgeving. Uiteindelijk viel de keuze op Sint-Eustatius. In april 1636 werd het eiland in bezit genomen en toepasse lijk Nieuw-Zeeland genoemd. De Zeeuwen troffen een kleine verlaten vesting aan, in 1629 door de Fransen gebouwd. Fort Oranje zoals het vanaf toen heet, werd opgeknapt, vergroot en voorzien van 16 ijzeren kanonnen waardoor het vier jaar later al door buitenlanders als een sterke fortificatie werd aangemerkt. Het Fort vormde het grootste en belangrijkste verdedigingswerk op het tropische eiland. Net als de hoofdstad ligt het op een natuurlijk plateau met goed uitzicht over het lager gelegen 'lower town', een strook land aan het water, waar de havenactiviteiten zich afspeel den. Begin 1700 werd begonnen met bouwen aan de baai. Er verschenen vele pakhuizen, Fort Amsterdam en een halve eeuw later ook wonin gen. De meeste bouwwerken werden gebouwd met materiaal dat voor de schepen fungeerde als ballast, zoals gele en rode Nederlandse bakstenen. Handel Het ging de kolonie voor de wind. Dankzij de gunstige ligging nabij de belangrijke vaarroutes van Europa en Amerika, ontwikkelde Sint- Eustatius zich snel tot een bloeiend handels centrum. Aan het begin van de 18de eeuw verlegde de bevolking dan ook het accent van landbouw naar handel. Al snel vormden Afrikaanse slaven de belangrijkste handelswaar. De voorspoed van Statia was de Engelsen een doorn in het oog. Vandaar dat ze in 1664 het eiland plunderden en een jaar later bezetten. Na een vergeefse poging van de Nederlanders het eiland te heroveren, ging het in 1666 in Franse handen over. In 1667, na de Vrede van Breda, gaven de Fransen het weer terug. Zo ging het nog even door en tussen 1673 en 1781 wisselde Sint-Eustatius zelfs acht keer van eige naar. Fort Oranje ligt hooggelegen op het vooruitspringende deel van een klif bij de 'Claesgut' of 'Claes Chaut' (een kloof waarlangs het regenwater wegstroomt) en bevat tal van herinneringen aan het roemrijke verleden. Foto's S.A. Lieth. februari 2001

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2001 | | pagina 25