6
Heemschut
december 2000
In de inleiding van de redengevende omschrij
ving wordt (in mijn ideaalbeeld) eenduidig om
schreven war precies beschermd is: een pand, in
of exclusief de tuin, uit- of aanbouwen, stoepen,
tuinhekken of wat dies meer zij. Wie wil weten
wat beschermd wordt heeft hieraan voldoende.
De omschrijving is geen geschreven foto, maar
een nadere aanduiding van het beschermde
object, waaruit blijkt waarom het een monu
ment is. Er wordt bijvoorbeeld aangegeven wie
de architect is en wat de plaats van dit werk in
diens oeuvre is. Of er wordt aangegeven dat het
pand kenmerkend is voor een bepaalde ontwik
keling in een streek of voor een bepaald doel
gebruikt (kantoor, fabriek, woning) werd of iets
dergelijks. Natuurlijk kan hier ook, in een paar
De Van Nelle Fabriek in Rotterdameen Rijks
monument, zal worden genomineerd voor een
plaats op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
korte zinnen, worden verteld hoe het monu
ment is opgebouwd, of de gevels al dan niet
gaaf bewaard zijn of juist het beeld vertonen
van een historische ontwikkeling en of het inte
rieur in structuur en/of qua afwerking nog van
waarde is. De waardering, die de omschrijving
afsluit, vormt dan in feite de conclusie, waar
mee aangegeven wordt "waarom het monument
beschermd is, een specifieke uitwerking van de
redenen die in de monumentenwet of monu
mentenverordening worden genoemd.
Conclusie
Ik meen niet te overdrijven als ik beweer dat
meer dan 95% van de bestaande redengevende
omschrijvingen niet deugen. Als de Rijksdienst
(en hopelijk in navolging daarvan de lagere
overheden) de redengevende omschrijvingen
gaan herzien, dan kan ik dat alleen maar toejui
chen. Ik hoop dat het bestand dat zo wordt
opgebouwd ook breed en gemakkelijk toegan
kelijk zal worden gemaakt (internet!) En dat het
behalve de redengevende omschrijvingen ook
andere, toelichtende informatie zal bevatten.
Een volgende stap is, bij een herziening van de
monumentenwet, gemeenten en provincies te
verplichten hun redengevende omschrijvingen
en informatie in datzelfde bestand te plaatsen.
Als de Rijksdienst er in slaagt een succes van
hun informatiesysteem te maken, zal dit op
geen enkele weerstand stuiten. Voor monu-
mentenminnend Nederland zal dat betekenen
dat informatie snel en efficiënt is te verkrijgen.
Daar kunnen onze monumenten alleen maar
wel bij varen.
B. van Bommel is architect-adviseur restauratie bij
het bureau van de Rijksbouwmeester en lid van de
monumentencommissie van de gemeente
Vlaardingen.