Barrevoeters en burgers
Wm.
Leo van der Meule
Complex Observantenklooster onlangs intern verbouwd
Heemschutleden die op 4 of 5 november de opengestelde
monumenten in Amersfoort bezochten zijn hun rondgang vrijwel
zeker begonnen vanuit 'De Observant'.
Dat dit gebouw niet van vandaag of gisteren dateert is eenieder
duidelijk. Het ontsnapte ternauwernood aan sloop, werd
gerestaureerd en nog onlangs heringericht tot gemeentelijk
informatiecentrum.
■r
42
Heemschut
december 2000
Het eerste dat opvalt aan het complex is de
ligging. Niet in maar juist net buiten de
binnenstad, over de buitensingel heen. Niet
bepaald een heel veilige plek en een duidelijke
aanwijzing dat het vol begon te worden binnen
de muren van het laatmiddeleeuwse Amersfoort.
Een andere reden om het klooster hier in
1473/74 te bouwen kan gelegen zijn in het feit
dat de broeders Observanten niet zo ruim
bedeeld waren dat ze in de eigenlijke stad
konden opbieden tegen meer vermogende
gegadigden voor een kavel.
Een van de leefregels van deze zijtak van de
Franciscaner orde was dat niet alleen persoon
lijke rijkdom en gewin uitgebannen moesten
worden, maar dat ook de orde als zodanig arm
diende te blijven. Oudere orden zagen het ora et
labora (bid en werk) nogal eens uitlopen op
grote rijkdom en daaraan gepaard gaande
macht. Dat kan ook bijna niet anders als je bier
brouwt, perkament en rijk geïllustreerde
boeken maakt, brood bakt, het land bewerkt
enzovoort en van al het geld dat dit opbrengt
alleen een zeer schraal eigen levensonderhoud
bekostigt. Als dan vorsten en machthebbers
ook nog land gaan schenken en vrijstelling
verlenen op bepaalde belastingen is rijk worden
Een hoekje van de binnenplaats. Foto Leo van
der Meule.
bijna niet te vermijden. Rijkdom en macht
vormen immer een bedreiging voor het ziele-
heil en een beetje toegewijde monnik blijft er
uit de buurt.
De barrevoeters, zoals de Observanten ook wel
werden genoemd, omdat ze zomer en winter op
blote voeten in sandalen liepen, hielden zich
uitsluitend met prediking en zielzorg bezig.
Geen bijster winstgevende activiteiten, die hen
tegelijkertijd ook een goede naam bezorgden bij
de burgerij. Bij dat laatste kan het geen kwaad
nog eens te beseffen dat de Reformatie in niet
geringe mate voortkwam uit onvrede over een
kerk, die allerlei regels tegen overdaad predikte
maar die daar zelf vaak bar weinig van in prak
tijk bracht.
Niettemin slaagden de monniken van het
Observantenklooster er niet in het tij door hun
eigen goede voorbeeld te keren. In 1579 krijgt
ook in Amersfoort de nieuwe leer vaste voet aan
de grond en belandt het klooster in wereldlijke
handen.
Doelgerichte gezelligheid
Het streven naar het allerhoogste blijft voor
lopig aan de orde maar dan wel op een heel
andere manier. De schutterij wordt hoofdge
bruiker van de gebouwen en heeft er zijn
doelen; de binnenplaats heeft zich ongetwijfeld
geleend voor het oefenen in het schieten op 'de
papegaai', een nepvogel op een hoge staak. In
1588 wordt de kapel gesloopt en in de jaren
daarop vindt een geleidelijke verschuiving
plaats binnen de schutterij van burgerwacht
naar gezelligheidsvereniging. Het voormalig
■- H-
zznrrs