Welstand op een nieuwe leest
Tineke Vooijs
Het is de bedoeling dat op 1 januari 2001 de nieuwe Woningwet
in werking treedt. De wetswijzigingen betreffen de bouw
vergunning en het welstandstoezicht. In Groningen belegde
Heemschut Groningen een vergadering om de komende
veranderingen in het welstandstoezicht te bespreken.Daarbij
werden een aantal problemen gesignaleerd die we aan andere
provinciale commissies willen voorleggen.*
36
Heemschut
december 2000
Waarom was deze verandering in welstand
stoezicht nodig?
In 1999 verscheen het rapport 'Welstand op
een nieuwe leest', het verslag van een onder
zoek in opdracht van de toenmalige rijksbouw
meester Patijn naar de mogelijkheden voor
verbetering van de doelmatigheid en de inzich
telijkheid van de welstandsadvisering. Het
rapport schetst een zeer kritisch beeld van de
huidige welstandspraktijk.
De procedures zijn onduidelijk: er staan weinig
inhoudelijke afspraken op papier; er is onduide
lijkheid rondom het vooroverleg dat geen
enkele juridische status heeft maar toch van
grote invloed is op de ontwerpprocessen; de
procedures zijn niet controleerbaar; het
welstandstoezicht is niet gericht op openbaar
heid en publieke verantwoording en er worden
geen jaarverslagen opgesteld.
Een kleine groep architecten heeft te veel
invloed op de vormgeving van de openbare
ruimte; de samenstelling van de commissie lijkt
vooral een zaak van de commissie zelf, terwijl
Visueel storende voetgangersuitgang van
parkeergarage Ossenmarkt in Groningen. Het
interieur van de garage is wel geslaagd.
de welstandscommissie een adviesraad van het
gemeentebestuur is.
De grens tussen beoordelen en mee-ontwerpen
wordt herhaaldelijk overschreden; welstands
adviezen gaan in veel gemeenten buiten het
gemeentebestuur óm en bij kleine zaken
worden ze opgesteld door een gemandateerde
rayonarchitect of gemeenteambtenaar.
Kortom er zijn geen duidelijke procedures, er
is geen openheid, een gesloten groep van archi
tecten bepaalt het welstandsbeleid.
Volgens staatssecretaris Remkes ondervindt de
huidige welstandspraktijk terecht veel kritiek.
Het welstandstoezicht moet een groter maat
schappelijk draagvlak krijgen en het wetsvoor
stel wil daartoe bijdragen door
- meer politieke verantwoordelijkheid van
B en W voor uitoefening van het welstand
stoezicht
- verplichting van de gemeenteraad welstands
criteria te ontwikkelen
- openbaarheid van vergaderingen van
welstandscommissies
- verantwoording afleggen door B en W en
welstandstoezicht via jaarverslagen
- betere doorstroming van leden van de
welstandscommissies (maximale zittingsduur
vier jaar)
Knelpunten blijven de 'welstandscriteria' en
de 'deskundigen', de leden van de welstands
commissie.
Welstandsadvisering
Welstand moet er op toezien dat een bouw
werk aan 'redelijke eisen van welstand' voldoet
door middel van door de wetgever vastgestelde
criteria. Welstandscriteria zijn nauwelijks
meetbaar en daardoor subjectief.
Volgens de nieuwe wet moeten er nu gebieds
gerichte beoordelingskaders komen: welstands
criteria worden voortaan per deelgebied vast
gesteld, bijvoorbeeld schaal, materiaal, kleur en
massaopbouw. Ieder gebied heeft bepaalde
karakteristieken, bepaald door de cultuurhisto
rische ontwikkeling en de stedenbouwkundige
of landschappelijke samenhang. Hieraan kan
de gemeenteraad criteria ondenen voor de
welstand in dit gebied. De gemeenteraad moet
de beoordelingskaders vaststellen. Per gebied
kan de raad aangegeven wat wordt verstaan
onder redelijke eisen van welstand. Een
probleem is dat gemeenteraden geen ervaring
hebben met het opstellen van deze criteria.
De gemeenteraad moet hierbij geadviseerd
worden. Gaat de provinciale welstandscommis
sie dit doen of inmiddels geschoolde ambtena
ren?
Het probleem met welstandscriteria, ook al zijn
ze gebiedsgericht, is dat ze rekbaar zijn, ze
kunnen op meer manieren geïnterpreteerd
worden. Het is dus belangrijk wie deze criteria
gaan interpreteren. Wie worden de nieuwe
welstandsdeskundigen?
De welstandsdeskundigen
De 'redelijkheid' van de eisen van welstand
wordt tot nu toe uitsluitend bepaald door de
commissieleden en dat zijn in het algemeen de
architecten. Zij hebben gestudeerd in het vak
en hebben dus wel enig recht van spreken. Bij
vacatures in de commissie vullen de commissie
leden zichzelf aan. Zo ontstaat er een gesloten