Park december 2000 Heemschut 15 wordingsgeschiedenis ondenen, is essentieel voor het gebouwd archief. In de Vlaaikensgang zijn die sporen af te lezen. In Gravenwezel heeft Vervoordt wat Van Baurscheit vóór hem had, respect voor de bestaande toestand. Echter in tegenstelling tot Van Baurscheit, die toch fors gesloopt moet hebben, laat Vervoordt de bestaande bebouwing vrijwel geheel in tact. In 1985 is Van Baurscheit's ingreep nog goed herkenbaar en nagenoeg onaangetast aan de buitenzijde die het patin van de eeuwen draagt; die sporen mogen van Axel Vervoordt niet alleen blijven maar worden ook hier zorgvuldig ontzien. Bij Gravenwezel wordt gekozen voor een geleidelijk herstel, met als uitgangspunt de aanwezige dominante stijl herstellen, aanhelen en accentueren. Versterking van de bestaande architec tuur heeft als beginsel materiaalgebruik dat niet deto neert. De toepassing hiervan is uiterst subtiel met smaak en grote perfectie uitgevoerd. Interieur Op de indeling na, heeft het in 1985 aangetroffen inte rieur weinig origineels. Vrijwel iedere verwijzing naar Jan Pieters detaillering is verdwenen. De indeling wordt hersteld en verbeterd zodat de logische routing in het gebouw terugkeert. De toegang naar de kelder wordt verplaatst en bij het breekwerk worden bouw- sporen aangetroffen die er op duiden dat de oorspron kelijke plaats van de keldertrap zich precies daar bevond waar deze nu weer wordt hersteld. Het binnen- muurwerk wordt gepleisterd, maar niet wit gelaten, doch met natuurlijke kleurstoffen per vertrek verschil lend gekleurd: in de hal geel, in de muziekkamer rood. De 18de-eeuwse slotkapel in de grote toren met sculp turen van Pompe uit 1774, wordt ontdaan van de 19de- eeuwse kleurstelling en weer wit gekalkt. In de biblio theek, achter de hal, wordt het stucplafond verwijderd zodat de moer- en kinderbinten weer in het zicht komen. De bijgebouwen in de buitenhof worden ook hersteld: daar bevinden zich de tekenkamers, het management, de stoffenkamer en het kleine restauratie atelier. Het grote atelier, de meubelwerkplaats, waar ook de eigen ontwerpen worden gemaakt, heeft een afzonderlijk onderkomen in de boerderij gevonden. Een pastorale plek is het park aan de zuid-zijde, waar een kudde schapen zijn weg graast. In het bekoorlijke, door de loop der eeuwen ontstane parklandschap is de Muziekkamer met Brusselse pergola tapijten ca. 1600, patronen: Jacob Tserraerts (monogram JACS). Fries: Rubens atelier, ca. 1609. Schilderingen: tempera op canvas. Foto Marco de Nood.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2000 | | pagina 17