Heemschut 13 gaande naar het poortgebouw dat toegang geeft tot de binnenhof. Het kasteel heeft ook hier twee zichtbare torens: aan NO-zijde de grote en aan de NW-zijde de kleine toren. Het zichtbare muurwerk aan de noord- respectievelijk de oostzijde toont zes respectievelijk vier traveeën. Kort boven de slotgracht zien we aan beide zijden drie kelderramen en daarboven twee verdiepingen. Aan de noordzijde zien we een drie- beukig wolfdak, waarvan de constructieve delen nog gedeeltelijk aanwezig zijn en aan de zuidzijde een hoog schilddak. Wijst het laatste wellicht op een eerdere rechthoekige of vierkante zaal toren waarvoor het Arkelse torentje op de ZO-hoek mogelijk een aanwij zing kan zijn? We kunnen er slechts naar gissen. Nieuw leven We mogen aannemen dat dit in hoofdlijnen de situatie is als Melchior-Jozefvan Susteren in 1728 het kasteel koopt. Met het geslacht Van Susteren - oorspronkelijk een brouwersfamilie uit 's-Hertogenbosch, later succesvolle kooplieden in Amsterdam en Brugge - begint het kasteel een nieuw leven. Melchior geeft kort na de koop aan Jan Pieter van Baurscheit (1699-1768) de opdracht om het kasteel wat op te knappen en te moderniseren tot een aangenaam buitenhuis. Van Baurscheit behoort tot de zeer groten van zijn tijd, hij is zoals vele van zijn voorgangers tijdens de renais sance, architect en beeldhouwer. In zijn Antwerps atelier worden niet alleen de ontwerpen gemaakt, maar ook interieurs vervaardigd en beelden gehakt. Grote ornamenten laat hij - naar door hem gemaakte mallen - in Namen uitvoeren. Zijn oeuvre omvat paleizen, kastelen, kerken, patriciërshuizen, buitenplaatsen en kleinere huizen. In Den Haag bouwt hij het nog steeds bestaande Hotel Huguetan aan Lange Voorhout 34; in Brug westzijde. Beeld Zeeland bouwt hij onder meer het Van de Perrehuis gehakt door Van Baurscheit. aan het Hofplein in Middelburg, waarvan de recente toto auteur. restauratie werd beschreven in Heemschut, april 2000. Melchior-Josef s kleinzoon Jan-Alexander (1719-1764) is de man die het werk van zijn grootvader voortzet. Het contact tussen de nieuwe bouwheer en bouwmees ter mondt ook uit in de opdracht voor een groot stads huis, het Hotel Van Susteren, aan de Meir in Antwerpen. In de napoleontische tijd wordt dit het koninklijk paleis - het thans nog aanwezige empire interieur herinnert daaraan - en blijft dat tot in de regering van Koning Boudewijn. Dat ooit riante paleis, 'Cieraet' van Antwerpen, staat er nu zo deplorabel bij dat gevreesd moet worden voor teloorgang van onver- december 2000

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2000 | | pagina 15