Ook Den Haag heeft spijt Leo van der Meule Opengraven Noordwal eerste ontdempingsproject Alweer sinds een jaar of vijftien woedt in vele Nederlandse steden de discussie rond het weer uitgraven van ooit gedempte grachten. In Den Haag, veel meer bekend als residentie en parkenstad, zal dit gaan leiden tot het weer uitgraven van de Noordwal, een klein maar belangrijk stuk buitengracht. augustus 2000 Heemschut Het begint natuurlijk allemaal met het graven van die grachten. Dat gebeurde in de meeste gevallen al in de middeleeuwen, alhoewel ook de nieuwe stadsuitbreidingen in de 16de en 17de eeuw heel wat strekkende kilometers stadsgracht hebben opgeleverd. Het meest beroemde voorbeeld daarvan is natuurlijk de Amsterdamse grachtengordel, maar ook steden als Haarlem, Delft, Leiden en zelfs het 'dorp' Den Haag kregen er in de 17de eeuw een aantal grachten bij. Die binnenstedelijke wateren dienden vaak meerdere doelen tegelijk. Allereerst lagen de steden in het westen van Nederland net als de rest van dat westen gewoon beneden de zeespiegel. Onze Hollandse binnensteden waren en zijn dus ondanks de afwezigheid van knotwilgen, dijken, gras en koeien gewoon polders. Regenwater, kwelwater en inkomend rivierwater- denk aan het water van de Amstel in Amsterdam, het Spaarne in Haarlem of de Rijn in Leiden- moet op de een of andere manier ook weer geloosd worden op het De gedempte Noordwal, oostzijde. Foto's auteur. buitenwater, op zeeniveau. De grachten voerden het water aan naar sluizen en gemalen - lees: windmolens - aan de rand van de stad. Verder waren de grachten waterwegen, die transport van goederen en mensen mogelijk maakten in een tijd dat behoudens in Amsterdam vrijwel overal, zelfs in de steden goede, verharde wegen nog tot de uitzonderin gen behoorden. De grachten dienden ook tot afvoer van allerlei afvalstoffen en tegelijkertijd tot bron voor water om bijvoorbeeld de was in te spoelen, leer te looien of zelfs bier en sterkere dranken van te brouwen. Het destillatieproces doodde dan de welig tierende bacteriën. De buitenste grachten van de stad dienden dan ook nog eens als verdedigingsmiddel en in vredestijd als viswater en bood mogelijkheid aan pleziervaart. De dempingen In de eerste helft van de 19de eeuw zette een aantal ontwikkelingen tegelijkertijd in. De opkomst van het spoor en de aanleg van meer dere verharde wegen doen het water als weg vrijwel overbodig worden, zeker binnen de steden zelf. In 'Het lege land' vanAuke van der Woud lezen we hoe het veranderende karakter van de oorlog - niet meer het belegeren van onwrikbare steden maar het treffen van beweeglijke legers in het open veld - de defen sieve waarde van de buitengrachten en vesting werken vrijwel teniet doet. De genadeslag wordt echter gegeven door de vele epidemieën die uitbreken in de eerste helft van de 19de eeuw, waarvan de 'blauwe dood', de aziatische cholera de meest beruchte was en vele slacht offers eiste. Men gooide het op de kwalijke dampen en uitwasemingen, van besmetting door bacteriën was men zich nog niet bewust, en die dampen kwamen uit de gracht. Er waren kortom redenen genoeg en er deden zich mogelijkheden te over voor om de grach ten te dempen, en dat gebeurde dan ook op grote schaal. Den Haag voorop met dempen Lezend in de Cultuurhistorische Verkenning, gewijd aan de Haagse grachten, zien we dat het toch al niet speciaal als grachtenstad bekend staande Haagje al in 1825 zijn eerste gracht dempte: de Lange Gracht, daarna Gedempte Gracht/Gedempte Burgwal geheten. In de tien jaar tussen 1894 en 1904 werden er maar liefst elf gedempt en in 192 4 volgde dan als hekken sluiter het betrekkelijk korte stuk buitengracht tussen Bilderdijkstraat en Toussaintkade: de Noordwal. In dit laatste geval was geen sprake van een demping maar van een overkluizing, het water kon wel blijven doorstromen onder de in feite lang uitgevallen brug. Voor de bele ving en het herleiden van de ruimtelijke samen-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2000 | | pagina 9