Zestig jaar Vrienden der
Geldersche Kasteelen
Ria Koning
In het oktobernummer van 1998 luidde Heemschut de noodklok
over kasteel Nederhemert. Hans Bollebakker waarschuwde voor
het voortgaande proces van verval van de kasteelresten die na
de brand van januari 1945 nog overeind stonden. De ruïne
Nederhemert kreeg de Stichting Vrienden der Geldersche
Kasteelen in 1961 in erfpacht van de Nederlandse Staat. Hoewel
de stichting, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de
Provincie restauratie nastreefden, kwam het er niet van. Logisch
dat de geïnteresseerde leek zich afvraagt: 'Hoe kan dat gebeuren'
en ook 'Wat doet de stichting eigenlijk?'. Een terugblik.
38
Heemschut
augustus 2000
Kasteel Nederhemert.
Foto's Vrienden der Geldersche Kasteelen.
De pioniersfase
De Stichting Vrienden der Geldersche
Kasteelen viert dit jaar haar 60-jarig bestaan.
Zij werd in april 1940 vlak voor het uitbreken
van WO II opgericht door mr. S. baron van
Heemstradie in 1929 ook aan de wieg van de
Stichting Het Geldersch Landschap had
gestaan. De stichtingen opereren zelfstandig
onder een overkoepelende directie, die beide
aanstuurt. Op deze wijze profiteren ze van een
efficiëntere administratie en elkaar aanvullende
expertise. Kastelen en landhuizen zijn immers
gelegen in tuinen en parken waarvan de
instandhouding even gewenst is als die van het
gebouw. Zo kocht het Geldersch Landschap
het landgoed Neerijnen en deed het huis
Neerijnen in erfpacht over aan Geldersche
Kasteelen. Deze had zich tot doel gesteld de
bescherming van de cultuurhistorisch belang
rijke groep monumenten de kastelen door
middel van verwerving in eigen bezit. Het
eerste bezit bij de oprichting was de schenking
van kasteel Hernen onder voorwaarde van
restauratie. Na de oorlog werd veel 'puin' bij de
stichting ondergebracht die vervolgens haar
bestaan moest bewijzen. Volgens dr. J. C.
Bierens de Haan, adjunct-directeur van
Geldersche Kasteelen, was het een pioniersfase,
waarin 90% subsidie voor oorlogsschade
beschikbaar was. De stichting legde zich vooral
toe op restaureren.
Onverwachte aanwas van het bezit
In de jaren '50 en '60 waren de snel stijgende
onderhoudskosten en het veranderde
Nederlandse erfrecht voor kasteeleigenaren
factoren om naar een andere formule voor het
voortbestaan van hun bezit te zoeken. Door
koop en langdurige erfpacht kwamen in die
periode de huizen De Voorst, Wisch en Aerdt
en de kastelen Doorwerth, Ammersoyen,
Wijenburg en Nederhemert onder beheer van
de stichting en konden voor het merendeel de
restauraties vlot beginnen. Daarin kwam in de
jaren '80 verandering toen vanwege de econo
mische recessie en decentralisatie van het rijks-