Heemschut
15
De polder droog
Met een waterverplaatsing van 85 ton per slag
zou de 800 miljoen m3 water van de polder-
veel eerder dan verwacht - in 20 maanden zijn
uitgeslagen als er niet wat tegenvallers waren
geweest: 2 balansen van de Leeghwater braken;
in 1851 sloeg de Cruquius op holde Lynden
kreeg kapotte zuigers en er was onenigheid met
Rijnland over het boezempeil. Maar in 1852
lagen de 80.000 ha dan toch droog. Daarna was
drooghouden de taak. Dat betekende in een
moderne polder als de Haarlemmermeer met
zware landbouwmachines een drogere grond
dan men in Holland gewend was. Maar ook een
sneller inzetbaar en effectiever maalsysteem. In
1893 werd dan ook de Lynden een centrifugaal -
pomp-gemaal en in 1912 veranderde de Leegh
water in een dieselgemaal. Omdat de Cruquius
op reserve kwam bleef deze geheel intact.
Cruquius monument
Na 1932 is de Cruquius buiten bedrijf gesteld
en is er zelfs sprake geweest van sloop van deze
unieke machine en het gebouw zelf, dat neo-
gothisch van stijl is.
Het Koninklijk Instituut nam in 1933 het
initiatief de machine 'in het vet te zetten' als
monument van bedrijf en techniek avant la lettre.
Het was puur toeval, dat ir. Jan Verbruggen,
voorheen werkzaam bij Hoogovens, zich in
1979 in het stoommachine-museum in Kew bij
Londen stond te vergapen aan de daar tentoon
gestelde exemplaren.'Maar daar had u niet voor
naar Engeland hoeven komen', zei de gids
'want de grootste stoommachine, die we ooit
gebouwd hebben staat bij u in Holland, de
Cruquius.' Sindsdien is Jan regelmatig in het
gemaal te vinden, waar hij een Stoomgroep
heeft opgericht met 50 vrijwilligers. Een ware
zoektocht door de overal vastgeroeste machine
begon en de manuren, die daarin zijn gaan
zitten zijn al niet meer te tellen. Ze zijn nu al zo
ver, dat een vliegwiel enige beweging kan
brengen, zij het door een aangebracht electro-
hydraulisch systeem. Weliswaar een stuk lang
zamer dan in 1850 en zonder gesis van stoom.
Hoe origineel is een monument?
Bij deze vraag scheiden zich de wegen van de
stoommachine-gekken. Natuurlijk zou iedereen
die armen buiten weer op snelheid willen zien
bewegen, begeleid door een stoomfluit. Vooral
fanaten als ir. J.M. van de Griend, die bij
Werkspoor hoofd ontwikkeling dieselmotoren
was en niettemin zweert bij stoommachines. Of
de (T.H.-Delftenaar) T.A.J. Lucieer, eens chef
technologie bij Philips. Hun mening: beter
geen hart dan een kunsthart. Een stoomloco
motief zet je ook niet op electriciteit net zo min
als je dat met windmolens doet. Cruquius kreeg
in 1991 geen 'Special Landmark' van de
American Society of Ingeneers voor een elec-
tromotor maar voor een uniek stuk techniek.
Bovendien zegt van de Griend, is het uitbreken
van de machine en het aanbrengen van de
elctro-hydrauliet zonder vergunning gebeurd.
Ook zouden ze er geen bezwaar tegen hebben,
als de mogelijkheid zou bestaan voor kleine
groepen op een knop te drukken en een kunst
greep toe te passen. Maar regelmatig zou de
mogelijkheid moeten bestaan om op stoom te gaan.
De bezwaren van de heer Verbruggen zelf, de
natuurkundig ingenieur de heer Jongepier van
de Stoomgroep en de conservator van het
museum, de heer Berkhout zijn echter van orga
nisatorisch, personeel- en financieel gehalte.
Voor het opstarten van de machine is al 24 uur
nodig. Dat is bij rondleidingen niet te doen.
Dat een veel kleinere machine als die in
Tacozijl bij Lemmer 3 keer per jaar op stoom
maalt, is alleen maar mogelijk omdat deze van
het waterschap is, dat personeel in dienst heeft.
Als dat geen sloten hoeft schoon te maken of
te schouwen kan het ingezet worden om het
stoomgemaal in werking te zetten. Bij
Cruquius is alles vrijwilligerswerk en zou veel
meer personeel nodig zijn. En waar komt die
extra 2 miljoen gulden vandaan om een machine
te herstellen en te onderhouden, die al 80 jaar
stil ligt? Het gemaal in Tacozijl is jonger en
heeft maar een opdrukhoogte van 30 cm en de
Cruquius: bijna 5 meter. Dat is een te grote
Blik op de machinerie van het gemaal.
belasting voor die ene ketel, die er nog staat.
Er zou een groot watersysteem nodig zijn met
zeker 8 a 10 ketels met een grote buffer om de
slagen op te vangen. Ook de Rijksdienst
Monumentenzorg is van mening, dat de
mooiste optie een 'in ere herstelling' zou zijn,
die op meerdere gronden nog niet haalbaar is.
De nu gekozen aandrijving acht de dienst zo
bescheiden en schadevrij wegneembaar, dat bij
andere uitgangspunten ten aanzien van het
gebruik van de museumruimte, stoomaandrij-
ving in elk geval mogelijk blijft.
In werkelijkheid, woord, maquettes en visuali
satie brengt het museum dit unieke technische
fenomeen uitgebreid in beeld.
Openingstijden:: april tot september, werk
dagen 9.30-17.00 uur, op zon- en feestdagen
12.00-17.00 uur; oktober en november, werk
dagen 10.00-16.00 uur, op zon- en feestdagen
12.00-16.00 uur .Van december t/m maart
alleen op afspraak. Tel. (023) 5285704. Adres:
Cruquiusdijk 27-32 Vijfhuizen. Naast de brug
over de ringvaart bij de grens van Heemstede
naar Hoofddorp.
J.D. Gerritsen is PR-medeu'erker van Heemschut
Noord-Holland.
augustus 2000