•Él
Heemschut
juni 2000
komt. Voor het Restauratie Atelier staat
daarom, zowel binnen de opleiding als bij het
restaureren, een brede opbouw van kennis
centraal. Samenwerking over de grenzen heen
is daarbij voor de SRAL, gezien haar geografi
sche ligging, een welkome vanzelfsprekend
heid. Bij het voorbereidend onderzoek voor
een eventuele restauratie van kasteel Neubourg
in Gulpen wordt op dit moment nauw samen
gewerkt met de opleiding Conservatie
Restauratie van de Hogeschool Antwerpen.
De filosofie van de SRAL werd door het hoofd
opleidingen, René Hoppenbrouwers, verder
uitgediept. Hij onderstreepte tevens dat er
tegenwoordig gelukkig een verdere professio
nalisering van het vak van restaurator plaats
vindt, maar dat het beroep nog steeds geen
beschermde status geniet.
Serendipiteit
In haar afsluitend betoog accentueerde Anne
van Grevenstein de rol die toeval kan spelen.
Tijdens een onderzoek kunnen bepaalde
ontdekkingen nieuwe perspectieven bieden. Je
moet er natuurlijk wel oog voor hebben, en
ervoor open staan als zich iets onverwachts
voordoet. Wat dat betreft is volgens Van
Grevenstein de weg naar het doel belangrijker
dan het doel zelf.
Na de lezingen begaven de toehoorders zich
naar de Wiebengahal. In dit industrieel monu
ment, dat als een eenzaam baken de herinne
ring aan de tijd van de Société Céramique
levend houdt, mochten de gasten snuffelen aan
de restauratie-praktijk.
Het zomernummer van het KNOB-bulletin is
gewijd aan de activiteiten van de SRAL.
Welke toevoegingen acceptabel?
Aan de hand van diapresentaties maakten de
toehoorders kennis met de diverse soorten
problematiek waarmee een restaurator kan
worden geconfronteerd. Vragen die zich bij
restauraties van een monumentaal exterieur
voordoen dringen zich bij historische binnen
ruimten, gelet op de kwetsbaarheid van het
materiaal, wellicht nog sterker op: hoe maak je
schoon, hoe vind je een balans tussen heden en
verleden, welke toevoegingen zijn acceptabel,
en welke niet? De beantwoording van dit soort
vragen vergt van een restaurator geduld en een
groot verantwoordelijkheidsgevoel. Uitgangs
punt is dat zo veel mogelijk behouden moet
blijven, dat restauraties reversibel en toevoe
gingen op een niet storende wijze zichtbaar
zijn. Al deze ethische en esthetische vraagstuk
ken, zo legde restaurator Nico van der Woude
uit, kwamen aan de orde bij de behandeling van
de interieurs met Chinees papieren behang en
linnen wandbespanning in het landhuis Oud
Amelisweerd.
Angélique Friedrichs benadrukte in haar voor
dracht het belang van microscopisch onder
zoek. Ervaringen opgedaan in onder meer de
pastorie van Kockengen, de Cellebroederskapel
in Maastricht en de Pieterskerk te Leiden
tonen aan dat de bestudering van verfdwars-
doorsneden met behulp van de stereomicro
scoop antwoord kan geven op vragen die
menigeen niet eens zou stellen! De praktijk
wijst uit dat er bij een restauratie vaak teveel
wordt vertrouwd op hetgeen met het blote oog
wordt waargenomen. Maar al te vaak blijkt iets
niet te zijn wat het lijkt. In de loop van vaak vele
honderden jaren kan de oppervlakte van een
object zodanig van kleur en structuur verande
ren dat de oorspronkelijke samenstelling niet
Vernisafname tijdens de restauratie van de ontvangstkamer in de pastorie te Kockengen.
Drs. F. Hovens is PR-medewerker van Heemschut
Limburg.
Chinees behang in landhuis Oud Amelisweerd.
herkend wordt. Derhalve vormt het project
met de titel Molart (molecular aspects of aging
in art) een essentieel onderdeel binnen de
SRAL. Aan de hand van de restauratie van de
wandbespanningen in de pastorie van
Kockengen verduidelijkte Elsbeth Geldhof hoe
belangrijk stratigrafisch kleuronderzoek is als
methode bij de datering van interieuronderde
len. Edwin Verweij liet zien hoe moeilijk het
zelfs voor kenners kan zijn om de oorspronke
lijkheid van een binnenruimte vast te stellen.
Niemand twijfelde eraan dat de Blauwe Zaal in
het Hondshonhuis te Haarlem authentiek laat-
18de-eeuws was, maar pigmentonderzoek wees
anders uit: enkel de gebezigde vormentaal
bleek uit de betreffende periode.