26
Heemschut
juni 2000
Een verlaten monumentaal ensemble van een
Arubaanse familie. De interieurs zijn door
chollers zwaar beschadigd. Het huis met jaartal
1929 is zelfs bouwvallig. De Stichting
Monumentenfonds tracht het complex voor
verder verval te behoeden en heeft het
opgekocht. Er zijn plannen voor een museum.
Een kraakwacht houdt tot die tijd een oogje in
het zeil.
Ook de koloniale architectuur van de Engelsen,
de Spanjaarden, de Fransen en de Nederlanders
onthult de roerige geschiedenis van het gebied.
Niet voor niets heeft men er op Cura^ao alles
aan gedaan om de historische binnenstad van
Willemstad op de World Heritage List van
UNESCO geplaatst te krijgen. Een betere
reclame voor de toeristenbranche en een
grotere erkenning voor haar culturele erfgoed is
er niet. Het 'Land Aruba' heeft zich tot nog toe
niet geprofileerd als 'cultuureiland'. Heeft het
dan geen cultureel erfgoed?
Inventarisatie
Aruba heeft het allemaal, alleen, er is nog zo
weinig over bekend en er is nog zo weinig
beschermd. De Arubaanse overheid werkt er
op het ogenblik hard aan daar verandering in
te brengen. De eerste poging een vorm van
monumentenzorg tot stand te brengen dateert
overigens uit 1966. Dat jaar inventariseerde
prof. dr. ir. C.L. Temminck-Groll in opdracht van
de Antilliaanse regering de belangrijkste histo
rische gebouwen van het eiland. Het duurde
echter nog dertig jaar voordat een Monumenten
Bureau Aruba werd opgericht. De oude inven
tarisatielijst die de heer Temminck-Groll nog
in 1976 actualiseerde, werd in 1997 opnieuw
bijgewerkt en uitgebreid door de Arubaanse
architect ir. W. Monzon.
Haast geboden
In 1998 startte in opdracht van de Arubaanse
overheid het project 'Waardestellingen
Monumenten Aruba'. Dit project behelsde het
selecteren en beschrijven van de belangrijkste
objecten uit deze inventarisatielijst. Het project
zal in het voorjaar van 2000 worden vervolgd
met het selecteren en beschrijven van met name
volkswoningen waarvoor tot nog toe weinig
aandacht is geweest. Dat zijn bijvoorbeeld de
zeldzame huisjes van leem en stro op het platte
land waarvan de bouwtraditie wortelt in de
Indiaanse cultuur van het eiland en de char
mante 'doll's houses', houten woningen soms
met sierlijk houtsnijwerk, gebouwd door de
gastarbeiders van de omringende eilanden die
sinds 1924 werk vonden bij de olieraffinaderij
'LAGO'. Ook de bungalows van de nieuwe
Arubaanse elite die profiteerde van de econo
mische opbloei - het eiland was in de Tweede
Wereldoorlog één van de grootste leveranciers
van geraffineerde olie aan de geallieerden - en
'het Nieuwe Bouwen', een architectuur die
door in Nederland geschoolde ingenieurs werd
geïntroduceerd bij de Arubaanse Dienst
Openbare Werken, krijgen ruime aandacht in
dit vervolgproject. Inmiddels is bij de
Arubaanse overheid ook een monumentenwet
in de maak. Zonder wet geen bescherming. Er
is dus haast geboden. Tot die tijd zijn de monu
menten in spe nog vogelvrij en dat is te merken.
Soms ineens weg
In Oranjestad, de hoofdstad van het eiland,
sloopt men in het weekeinde. Wellicht omdat
men dan niet wordt gestoord door het werk
verkeer. Daardoor gebeurt het nog wel eens dat
men tijdens de maandagochtendspits op weg
naar kantoor wat gedesoriënteerd raakt doordat
een stadsgedeelte plots van de aardbodem is
verdwenen. Zo werd na herhaaldelijke klachten
van omwonenden vorig jaar een monumentaal
ensemble van maar liefst drie oude kunukuhui-
zen, enkele oude houten visserswoningen, wat
loodsen en bijbehorende waterreservoirs in één
klap met de grond gelijk gemaakt. Reden: er
huisden chollers in. Deze alcohol- en drugsver
slaafden aan de zelfkant van de maatschappij,
zorgden voor overlast in de buurt. Ook richtten
zij brandschade aan. Door het complex te
slopen hoopte men van de overlast af te zijn.
Een rigoureuze methode: chollers weg, maar
ook gelijk de laatste resten van het oude vissers
dorp in dit gebied. De chollers trekken verder
naar een volgend pand. Het oudste kunukuhuis
in Oranjestad waar chollers in huisden is
ontruimd en - om verder kraak te voorkomen -