Nieuwe uitgaven Anne-Marie ten Cate
april 2000
Heemschut
41
In monumentenland heeft een omslag in het
denken plaatsgevonden. De visie is nu datje
monumenten kunt behouden door ze te gebrui
ken. Niets is slechter dan leegstand. Het
kelderproject is natuurlijk de kip met het
gouden ei, maar daar moet je wel heel zorgvul
dig mee omgaan.'
Restaurant
De monumentale waarde van het historische
kelderproject is groot, want 25 kelders dateren
uit de 14de of 15de eeuw. De meeste zijn echter
niet in gebruik. Een klein aantal is ingericht als
restaurant of winkel. De rest dient voor de
opslag van allerlei spullen, staat leeg of is volge
stort met puin.
Het project concentreert zich in de Rijnstraat,
één van Arnhems oudste winkelstraten. 'We
hebben voor die straat gekozen, omdat die een
ondermaats bestaan leidt', zegt Wessels. 'Met
zo'n kelderproject zet je een trekpleister neer
waar een duidelijke impuls van uitgaat. Een
kelder heeft iets mystieks. Het gaat om een hele
speciale ruimte met een eigen beeld, een eigen
geur en verschijning en ook een eigen geschie
denis. Die oude sfeer moet je durven cultive
ren.'
Het aanbod in deze ondergrondse galerij moet
van hoge kwaliteit zijn, menen alle betrokken
partijen. Verkooppunten van luxe artikelen,
ateliers en expositieruimtes moeten die kwali-
Pools restaurant in kelder onder Rijnstraat 14B.
teitsgarantie bieden. Over het gebruik moet
flink worden nagedacht, benadrukt de monu
mentenambtenaar.'Ik hoop dat door de verza
kelijking de ambitie tot behoud niet verloren
gaat. Het is niet te hopen, dat verzakelijking
leidt tot grote wijzigingen in de kelders, want
daar moetje zorgvuldig mee omgaan. De
meeste staan op de gemeentelijke of rijksmonu
mentenlijst en daar gelden de gewone procedu
res voor. Daarom wil ik per kelder een plan
zien. Als het te gortig wordt, gaan we een
gesprek aan. We willen allemaal dat het door
gaat, maar er zijn grenzen.'
J. Hangen is freelance journaliste.
Kastelen
Vorig jaar verscheen 'Kastelen zo
waren ze'; deel 2. In dit boekje met
foto's en ansichten uit groot
moeders tijd worden alfabetisch
op kasteelnaam 90 kastelen afge
beeld, van het Huis te Almelo tot
Kasteel Zwijnsbergen bij Helvoirt.
Onder de prentbriefkaart schreef
Jan Harenberg een korte stukje
met wat historische gegevens
over huis en bewoners.
Hoogeveen, Lingenberg
Boekproducties, 1999.
ISBN90 76113 432. Prijs f 12,50.
Vader en zoons Van Gendt
In de Bonasserie (Bibliografieën
en Oeuvrelijsten van Nederlandse
Architecten) een uitgave van het
NAi (Nederlands Architectuur
instituut) verscheen 'A.L. van
Gendt (1835-1901), J.G. van Gendt
(18661925), A.D.N. van Gendt
(1870-1932)door DavidKeuning
en Lydia Lansink. A.L., de vader,
was alvorens hij in 1874 een zelf
standig bureau in Amsterdam
vestigde, in dienst bij de spoorwe
gen. De uitgebreide familie Van
Gendt bestond voornamelijk uit
ingenieurs en architecten. Het
bureau ontwikkelde een enorme
productiviteit zoals de oeuvrelijst
toont, soms waren er wel 100
gebouwen tegelijk in ontwikke
ling. Van Gendt en later ook diens
zonen hadden goede contacten
met het bedrijfsleven en stelden
zich eerder op als zakenman dan
als kunstenaar. Zakelijke en tech
nische degelijkheid ging hen voor
alles en het leveren van een bruik
baar product stond voorop; de
klant als koning. Het bureau
ontwierp voor de markt, zoals wij
dat nu zouden noemen, daarom is
er in het oeuvre van de Van
Gendts ook een keur aan verschil
lende stijlen en stijlvarianten
waarneembaar. In 1896 traden
JG en ADN toe als compagnons
en na de dood van AL, in 1901,
verminderde de opdrachten-
stroom nauwelijks. Vooral in
Amsterdam (Concertgebouw,
Galerij Raadhuisstraat) maar ook
in de rest van Nederland en voor
malig Nederlands Indië bouwden
zij voor industriëlen en vooral
banken.
Secretariaat Stichting Bonas:
Museumpark 25, 3015 CB
Rotterdam. (010)4401221.
Rotterdam, 1999. 280p.
ISBN90 76643 02 4. Prijsf49,50.
Serie bruggenbouw voltooid
Vorig jaar november verscheen
het derde en laatste deel in de
serie: Bruggen in Nederland 1800-
1940; beweegbare bruggen' onder
redactie van J. Oosterhojf, met
medewerking van B.H. Coelmanen
W.A. de Wagt. De serie is een
uitgave van de Nederlandse
Bruggen Stichting, in samenwer
king met uitgeverij Matrijs. In de
behandelde periode kwamen
moderne constructies in staal en
beton tot ontwikkeling, wat de
basis legde voor ingrijpende
veranderingen. In deel III worden
beweegbare bruggen beschreven,
die weer voor een geheel nieuwe
ontwikkeling zorgden: de positie
van de brug kan worden veranderd
om doorvaart van scheepvaart
mogelijk te maken. Aanvankelijk
voornamelijk gebruikt voor verde
digingsdoeleinden in perioden van
oorlog, kreeg de beweegbare brug
dankzij de industriële ontwikke
lingen en de ijzerindustrie een
nieuwe vredelievender functie. De
eerste beweegbare bruggen in
Nederland dateren uit ca 1840 en
waren dan ook van ijzer. Een
middel dat, behalve duurzaam en
sterk, bij uitstek geschikt was voor
bewegingswerken. Na een alge
mene inleiding worden de
verschillende typen beschreven;
zoals ophaalbruggen, hefbruggen,
basculebruggen, draaibruggen en
kraanbruggen. Daarna volgt een
hoofdstuk over bewegingswerken
en over brugwachtershuizen en