Herbestemming heeft ook nadelige
effecten op monument
Frank Hovens
Over nut en noodzaak van klimaatbeheersing
Behoud en gebruik van een monument liggen in eikaars
verlengde. Het bewaren of vinden van een passende bestemming
voor met name grote monumenten is dan ook een punt van
voortdurende zorg. Helaas betekent zekerheid omtrent
toekomstig gebruik niet automatisch een garantie voor behoud
van de kwaliteit van het monument. Hedendaagse gebruikers
stellen vaak andere eisen aan een gebouw dan vorige generaties,
bijvoorbeeld wat comfort betreft. Zo wordt heden ten dage een
kerkgebouw, zeker als er sprake is van herbestemming, op een
andere wijze dan vroeger verwarmd. Ir. Henk Schellen van deTU
Eindhoven onderzoekt de effecten van veranderd 'stookgedrag'
op monumentale binnenruimten.
april 2000
Heemschut
27
Henk Schellen is universitair docent bij de
Capaciteitsgroep Fysische Aspecten van de
Gebouwde Omgeving (FAGO) van de faculteit
Bouwkunde. FAGO is één van de pijlers van
het Centrum Bouwonderzoek, een samenwer
kingsverband tussen TNO en TUE. Een vijf
tiental jaren doet Schellen nu onderzoek naar
onder meer het klimaat van binnenruimten, in
het begin onder leiding van professor
Vorenkamp, inmiddels zelf als leider. In de loop
der jaren werd het onderzoek steeds meer
gestuurd door vragen die vanuit de monumen-
Cewelfschildering interieur St. Martinuskerk in
Weert na de restauratie van 1979.
tenhoek werden gesteld. Het besef groeide dat
met een verstandig klimaatbeheer onwelkome
gasten als schimmel, rotting en condensvor-
ming buiten de deur gehouden konden worden.
Het contact tussen Schellen en Ton Jütte van
het ICN, het Instituut Collectie Nederland dat
zich ontfermt over de Nederlandse kunstschat
ten, was een belangrijke impuls voor het onder
zoek. Inmiddels is ook de Rijksdienst voor
Monumentenzorg bij meerdere studies betrok
ken. Schellen was van mening dat het onder
zoek gestructureerd moest worden aangepakt.
Hij zag hier ook wel een mogelijkheid toe, want
hoe verschillend de behoeften voor ieder
monument ook waren, de fundamentele vraag
kon als volgt geformuleerd worden: hoe verkrij
gen we een beter binnenklimaat tegen geringere
energiekostenHet onderzoek naar de effecten
van verschillende verwarmingsmethoden en de
luchtvochtigheid op monumentale gebouwen
en hun interieur, dat begon met een gedegen