De Oud-Friese Greidboerderij
te Warten
J.A. Mulder
Voorloper van traditionele Friese boerderijtypen
Tot de meest kenmerkende elementen van het Friese landschap
behoren ongetwijfeld de traditionele Friese boerderijtypen. Op
de klei- en veengronden is dat de monumentale kop-hals-
rompboerderij met opkamer en forse stelp en op de oostelijke
zandgronden de kop-rompboerderij. (zie ook pag 39, Jargon)
4
Heemschut
oktober 1999
Daarnaast kent Friesland nog een aantal
bijzondere boerderijtypen, o.a. op de Friese
Waddeneilanden, in de gemeente Het Bildt en
op de zuidoostelijke zandgronden, nabij
de grens met Drenthe, die hier echter kort
heidshalve en gelet op hun relatief geringe
aantal onbesproken moeten blijven.
De drie hiervoor genoemde typen vallen op
door hun omvangrijke kapschuren, die vaak
hoog uitrijzen boven de boommantels die de
erven beschutten tegen weer en wind. Zij
bepalen voor een belangrijk deel de waarde van
het Friese landschap.
Er is echter een tijd geweest, waarin die
kapschuren ontbraken en de boerderijen een
meer bescheiden uiterlijk hadden. Dit oude
type wordt meestal aangeduid als het oud-friese
langhuis. Tot in het eerste kwart van de 17de
eeuw bestonden vrijwel alle boerderijen in
Friesland uit het oud-friese langhuis.
Achterzijde Oud-Friese Greidbourderij te
Warten. Foto's auteur
Van de duizenden, die ooit hebben bestaan is er
slechts één bewaard gebleven en wel de Oud-
Friese Greidboerderij te Warten. In 1994 is
deze boerderij door de gelijknamige stichting
met steun van Monumentenzorg, enkele Friese
instellingen en particulieren geheel in zijn
oorspronkelijke staat gerestaureerd en openge
steld voor publiek.
Het oud-friese langhuis bestond in zijn oudste
vorm uit twee gedeelten:
een woonhuis met daarachter een dubbelrijige
grupstal waarin de koeien twee aan twee met de
koppen naar de buitenwanden gestald werden.
Tussen de beide rijen liep een voergang,
waarlangs de boer het hooi, dat als wintervoer
diende, en de emmers met drinkwater naar zijn
vee kon brengen. Het hooi werd bewaard in
een hooimijt of onder een hooiberg van vier of
meer roeden, die los naast de stal stond.
De toegangsdeur van het oud-friese langhuis
bevond zich in de achtergevel van de stal.
Aan het einde van de voergang bevond zich de
deur naar de woning. Als de stal lang was
bevond zich vaak een extra deur in de lange
zijgevel van de stal, vlak achter de woning.
Zowel huis als stal waren verdeeld in vakken,
die zich bevonden tussen de gebinten van het
gebouw. De vrij lage gebinten bestonden uit
twee gebintstijlen, die onderling verbonden
werden door een dekbalk. In de lengterichting
werden de gebinten onderling verbondem door
draaghouten waarop de kapspanten stonden.
Vanaf de draaghouten vormden sporen een
verbinding met de buitenmuren. Op deze wijze
ontstond een lange, vrij lage driebeukige
ruimte. Deze boerderijvorm is in haar eenvou
digste vorm terug te leiden naar de driebeukige
langhuizen, die blijkens uitkomsten van
archeologisch onderzoek reeds in de derde
eeuw voor Christus in de toenmalige Friese
gebieden langs de Noordzee voorkwamen.
Reeds in de 15de eeuw werd in Friesland het
woongedeelte van het langhuis met stenen
muren opgetrokken, verbonden door een
balklaag, waardoor een éénbeukige ruimte
ontstond.
De voor- en achtergevel van het woongedeelte
hadden een topgevel.
Steil zadeldak
Tussen de topgevels ontstond een steil zadel
dak, dat een goede, droge ruimte bood voor de
opslag van gedorst graan. Dat was nodig omdat
tot het einde der middeleeuwen de meeste
boerderijen nog gemengde bedrijven waren
zowel voor veeteelt als akkerbouw.
De specialisatie in uitsluitend veeteelt in de
Friese kleiweide- en veenweidestreken vond
plaats na de middeleeuwen. Akkerbouw hand
haafde zich in de kleibouwstreek tot in onze tijd
en op de Friese zandgronden tot kort na de
Tweede Wereldoorlog.
Langzamerhand kreeg in de 16de eeuw ook het
stalgedeelte stenen buitenmuren ter vervanging
van de oude vlechtwerkwanden.
Ten behoeve van de verbetering van de zuivel-
productie op de boerderijen werd in de loop
van de tweede helft van de 16de eeuw het lang
huis uitgebreid. Zo ontstond er een afzonder-