Column
Lauwe soep
oktober 1999
Heemschut
3
ontstaan uit belangen die soms kunnen botsen.
Als voorbeeld van een overleg waarbij aanvan
kelijk verschillende belangen tegenover elkaar
stonden noemt Marina Fermo het overleg over
Ra venswoud, gelegen tegen het
Fochteloërveen. 'Rond 1910 is daar een struc
tuur aangelegd van wijken (vaarten) voor turf-
winning en zijn er boerderijen gebouwd. Het
monumentenselectieprojectteam had dit
gebied voorgedragen als een te beschermen
gebied van nationale waarde voor de
Belvedere-kaart. Tegelijkertijd had
Natuurmonumenten plannen om dit gebied te
gebruiken als bufferzone voor het
Fochteloërveen. Het zou onder water moeten
komen te staan om het veen te voeden. Hier
stond het belang van de cultuurhistorie tegen
over het belang van de natuur. Ook speelden de
plannen voor natuurontwikkeling in het kader
van de 'Ecologische Hoofdstructuur' in dit
gebied een rol, een beleidsvoornemen van
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV).
Na veel overleg tussen alle belanghebbenden is
men nu tot een gezamenlijk voorstel gekomen
waarmee zowel cultuur als natuur overleven.'
Economische activiteit bedreigend?
Economische activiteiten vormen op dit
moment geen bedreiging voor Belvedere-
gebieden, volgens Fermo. 'Industriële ontwik
keling, die zeer belangrijk is voor Friesland,
moet zo plaats vinden dat het niet ten koste
gaat van "de rest" en de rest mag niet ten koste
gaan van de economische ontwikkeling. Als een
gebied cultuurhistorisch een bepaalde kracht
heeft, betekent dat niet dat er niets anders mee
gedaan kan worden. Economische ontwikke
lingkan cultuurhistorie bevorderen en
andersom. Een gebied dat cultureel belangrijk
is kun je gebruiken voor cultuurtoerisme. Als je
dat op een goede manier doet zonder dat je de
De Criene Dyk bij Goingarijp in de Hemmen.
cultuur die je wilt gebruiken, vernietigt, kun je
de karakteristieken van een gebied in stand
houden en ontwikkelen.'
De meningen over windmolens in het land
schap zijn sterk verdeeld. 'Er zijn altijd wind
molens in Friesland geweest, dat ze er nu
anders uitzien is geen goed argument. Ze zijn
een teken van de economische behoefte, ze
passen in de omgeving en ze zijn niet in strijd
met de cultuurhistorische belangen. Als ze op
een bepaalde plek staan langs de kustlijn,
bijvoorbeeld als je vanuit Friesland Flevoland
inrijdt, vormen ze een versterking van de struc
tuur van het landschap.'
Wel een probleem is de 'witte schimmel',
nieuwbouw in witte of grijze steen aan de rand
van een dorp of stad. Gelukkig is er nu meer
aandacht van overheid en particulieren voor de
kwaliteit van de landschappelijke en dorpse
omgeving.' Dat betekent echter niet dat het
niet meer voorkomt.'
De uitvoering van Belvedere
In de Belvedere-nota wordt de uitvoering van
het beleid ten dele aan de provincie opgedra
gen. 'Tot nu toe is er bestuurlijk nog niets
gebeurd. Alleen op ambtelijk niveau is ons
gevraagd beleidswensen op papier te zetten.
Bestuurlijk is ons nog niets gevraagd. Het
wachten is op de behandeling van de nota in de
Tweede Kamer. Dan moet er gekeken worden
of de provincie alles wat gevraagd wordt, kan
uitvoeren.'
Drs.M.J.A. Vooijs is PR-medewerker van
Heemschut Groningen.
Niet te geloven! Alle huizen in de wijk bezit
ten veelvormige erkers, schuiframen met een
keur aan roedelverdeling, versierde daklijsten
en dakkapellen en complete klassieke zuilen-
kolonnades.Voor een architectuurhistori
cus valt er hier aan de oostkust van Amerika
dus iets te zien. Zou je zeggen. Maar een
rondreis door de staat Virginia valt niet mee.
De meeste nieuwbouwwijken zijn namelijk
één grote schijnvertoning. De schuiframen
zijn van plastic en ook
de klassieke zuilen zijn 'fake'. De kunststof
dakkapellen staan als loze elementen functie
loos op het dak. En de gevels zijn bekleed met
afzichtelijke 'houten' delen. Het gaat hier in
deze Amerikaanse omgevi ng d ui del ijk al I een
om de hoofdvorm. Dat de details waaruit de
huizen zijn samengesteld de grootste nep
uitstralen wordt blijkbaar niet belangrijk
geoordeeld.
Als gevolg van deze schijnvertoning ben je
snel uitgekeken. Dat is watje krijgt als detail
lering en bouwmaterialen in het architecto
nisch ontwerp nauwelijks aandacht krijgen.
Een bloedeloze omgeving hou je er aan over.
Het gebrek aan aandacht voor details teistert
eveneens veel nieuwbouw in onze historische
steden. Ook hier verbaas je je soms over de
grove wijze waarop gebouwen zijn afgewerkt
of over de armzalige materiaalkeuze; lelijke
bakstenen, in de fabriek bewerkt om er
'rustiek oud' uit te zien, gemetselde muur
vlakken die vergeven zijn van de witte zout-
uitslag of kunststof gevelbeplating die met
afzichtelijke noppen aan de gevel zijn beves
tigd. Het goedkoopste materiaal wordt in veel
gevallen als goed genoeg geoordeeld. En
daarom stoten deze bouwwerken het oog af.
Om het stadsbeeld niet te vervlakken moet
nieuwbouw in oude steden aansluiten bij de
historische bebouwing. En kenmerkend
daarin is nou juist de bijna liefdevolle
aandacht voor vorm, kleur en textuur van
materialen en voor de prachtige detaillerin
gen. De enorme keus aan eigentijdse 'fijnzin
nige' bouwmaterialen moet de architect toch
makkelijk maken om meer naar de omgeving
te luisteren. Het oog moet verrast worden.
Gebouwen die er louter voor de vorm zijn
smaken naar lauwe soep.
WAARNEMER