Nieuwe bestemming voor oude textielfabriek Wibo Burgers Opnieuw krijgt een oude textielfabriek een nieuwe bestemming. Het is de voormalige wollenstoffenfabriek A. van den Heuvel in Geldrop. Eind 1997 stelde het rijk een bijdrage van enkele miljoenen guldens beschikbaar voor restauratie en herbestemming van belangrijke gedeelten van het fabriekscomplex. oktober 1999 Heemschut 37 Het ziet er naar uit dat de restauratie voigend voorjaar voltooid zal zijn. Het is de bedoeling dat de twee fabrieksgebouwen, die al de status van rijksmonument hadden, een culturele en educatieve functie krijgen. Hier zal ook het Weverijmuseum Geldrop worden onderge bracht. Al ver in het verleden werd het weven van wollenstoffen veel beoefend in Geldrop, aanvankelijk uiteraard als huisarbeid. De geweven stoffen werden daarna afgewerkt en in de handel gebracht door zogeheten fabrikeurs. In de loop van de 18de eeuw werd Geldrop een centrum van de wollenstoffenproductie. Hier stichtte Adriaan van den Heuvel, zoon van een vooraanstaand brouwer en lakenfabrikeur, rond 1816 een eigen bedrijf aan de Kleine Dommel. Het groeide uit tot een fabriekscomplex tussen de Heuvel, Molenstraat en de Dommel, dat tot 1950 met regelmaat werd uitgebreid en vernieuwd. De imponerende fabrieksmuur met de naam van het bedrijf erop aan de Molenstraat. Foto's auteur. De aanwezigheid van water was er belangrijk voor de wollenstoffenproductie, waarbij vooral gedacht moet worden aan het wassen van de wol, het spoelen van de lakens, het verven en vullen (het dichter ineenwerken van de vezels van de stof). Zo stonden vroeger de woningen van de fabrikeurs aan het water van de Dommel. Ook in het industriële tijdperk bleef water belangrijk. Het is dan ook kenmerkend dat een vertakking van de Dommel onder het fabrieksgebouw uit 1863 - het oudste deel van het complex - doorloopt. Oorspronkelijk dreef een waterrad de machines in de fabriek aan. Ook vandaag de dag ontbreekt een klein maar erg verwaarloosd sluisje niet. In de jaren '50 en '60 van deze eeuw draaide de fabriek nog op volle kracht, daarna werd het snel minder. Een fusie in 1978 met de Nederlandse Kamgarenweverij in Veldhoven was weinig succesvol: in 1980 moest de door de fusie ontstane onderneming het opgeven. De productie in Geldrop was al in de late jaren '70 stilgelegd. In die tijd zijn ook de twee meest waardevolle gebouwen van dit fabriekscomplex beschermd als rijksmonument, samen met oude textielfa brieken in Enschede (Jannink) en Tilburg (Mommers). Het gaat daarbij allereerst om het van 1863 daterende, twee verdiepingen tellende fabrieksgebouw, lange tijd in gebruik als vollerij en wasserij. Het gebouw staat model voor de in de vorige eeuw gebouwde fabrieks panden. Verder gaat het dan om de shedbouw (zaagtanddaken) aan de Molenstraat, gecamou fleerd door een imponerende fabrieksmuur met fraaie versieringen in het metselwerk en de fabrieksnaam in een driehoekig gevelvlak. Hier was de spinnerij ondergebracht die tot in de jaren '50 in gebruikwas. Het gebouw kwam tot stand in 1908. Verwaarlozing Het complex staat vanaf 1980 leeg en was sterk verwaarloosd. Vooral de laatste jaren is gezocht naar nieuwe bestemmingen voor tenminste de beschermde onderdelen van het complex, dat in handen van een projectontwikkelaar is gekomen. In 1996 hebben de gemeente en de eigenaar overeenstemming bereikt over de toekomst ervan in het kader van het stadsver nieuwingsplan voor het gebied Centrum-Oost. De twee beschermde fabrieksgebouwen worden eigendom van de gemeente en zullen na restauratie worden ingericht voor culturele en educatieve doeleinden. In het sheddakenge- bouw (Molenstraat 9a) komt het Weverijmuseum. In de 'hoogbouw' met de mansardekap (Molenstraat 9) vindt een oplei ding voor kunstzinnige vorming onderdak. Van het sheddakengebouw is de kap behouden, er zijn wat kolommen verplaatst en waar nodig is de draagconstructie versterkt. De hoogbouw is in 1998 uitgebrand, waardoor de houten kap verloren ging. Deze is 'in originele staat' herbouwd. Het hoogste punt is in april 1999 bereikt. Op de zolder is zowel aan de achter zijde (niet langs de straat gelegen) als nabij de nok een glasstrook aangebracht. De bijbeho rende fabrieksschoorsteen blijftAchter de gebouwen komt nieuwbouw. Verder zal de uitstraling van de Dommel als waterloop worden versterkt. Heel bijzonder is dat het al eerder genoemde sluisje, waarin zich het waterrad bevond, gere construeerd wordt. Het is de bedoeling dat er weer weefgetouwen aangedreven zullen worden op de manier zoals dat vroeger ging.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 39