Heemschut 31 Kapel Mausoleum van Kruyff op begraafplaats Oud-Kralingen. Foto's auteur. pen van stadsarchitect P. Adatns. Ook de in 1913/1915 uitgevoerde uitbreiding in land schappelijke stijl van tuinarchitect L.A. Springer, de neoclassicistische portiersgebouwen bij de nieuwe ingang en de aula uit 1915 staan op de lijst. Daarentegen is er niets van de nabij gelegen rooms-katholieke begraafplaats (1869) op de monumentenlijst te vinden. Toch zijn er onder delen die daarvoor in aanmerking komen, zoals de arcade (1869) en de neoromaanse grafkapel van Comelisjamin (circa 1907). Ommuring, arcade en kapel doen denken aan de Italiaanse dodenakker, de zogenaamde 'campo santo'. Dat klopt ook wel, want het ontwerp van architect H.J. van den Brink (1869) - een volgeling van P.J. H. Cuypers- stond bekend als 'campo santo met kapel'. Van den Brink ontwierp kapel en poortgebouwen in neoclassicistische stijl en hij bouwde een neoromaanse arcade met grafkel ders eronder. Van zijn ontwerp is alleen de arcade overgebleven. Op begraafplaats Oud-Kralingen is het neoromaanse mausoleum van Kruyff uit 1911 geselecteerd voor plaatsing op de monumen tenlijst. Maar ook de begraafplaats zelf is van groot cultuurhistorisch belang. Precies op deze plek stond de parochiekerk die rond 1550 het centrum van het verdwenen dorp Kralingen vormde. Vanwege de veenafgravingen verplaatste het dorp zich in de richting van Rotterdam, en kerk en kerkhof kwamen verla ten tussen grote plassen te liggen. De kerk werd in 1844 afgebroken, maar de muren bleven ongeveer 1.20 meter boven de grond staan. Daarbinnen kwamen grafkelders die zich nu nog aan de noordzijde van de begraafplaats bevinden. Begraven op donk en in ruïne Het kerkhof van Hillegersberg staat op het meest markante landschapspunt in Zuid- Holland, een zandheuvel bekroond met een kerk die sinds mensenheugenis uitsteekt boven de omringende lage veengronden. Vermoedelijk is de donk sinds prehistorische tijden het enige plekje waar men de doden droog ter aarde kon bestellen in dit aan getijden onderhevige moerasgebied. Rond het jaar 990 had Graaf Dirk II er een versterkte plaats, die in de 13de eeuw werd vervangen door een bakste nen kasteel en kerkje. Kasteel en kerk werden in 1426 verwoest door de troepen van Jacoba van Beieren. De kerk werd weer opgebouwd, het kasteel niet. Toen begraven in de kerk in 1829 niet meer mocht, liet een aantal notabelen grafkelders metselen in de kasteelruïne. Met de uitbreiding buiten de kerkmuur in 1912 kreeg het kerkhof zijn huidige aanzien van terrasvor mige begraafplaats tegen het zuiden van de donk. Kerk, ringmuur, ruïne en het barokke hek van de oude ingang staan op de rijksmonu mentenlijst, maar het kerkhof niet. De joodse begraafplaatsen Bijna in het hart van de stad liggen zestien zerken in een grasveldje, als overblijfsel van de Portugees-joodse begraafplaats jan van Loonslaan (1613). Na de sluiting in 1701 werd de dodenakker ingesloten door een sloppen- buurt en vergeten, totdat het bombardement van mei 1940 hem weer aan het licht bracht. De 325 jaar oude grafsteen van Abraham d'Oliveyra hoorde hier thuis, maar is naar de enige nog in gebruik zijnde joodse begraafplaats aan het Toepad gebracht, waar hij op restauratie ligt te wachten. De fraai gebeeldhouwde steen van geïmporteerd marmer is uniek voor Rotterdam en hoort zonder meer op de monumentenlijst thuis. Dat geldt ook voor de gesloten joodse begraafplaats (1696) aan de Oostzeedijk. Er staan nog 195 grafstenen - enkele Portugese, maar vooral Hoogduitse waaronder die van de beroemdste opperrabbijn van Rotterdam, rabbi Levi Heijman Bredait (1781-1809). Wel op de monumentenlijst staat het voorter rein (brug, tuin, gebouwen, hekken en voor plein) van de joodse begraafplaats Toepad 1895). Zeer de moeite waard is ook het vak met de grafstenen afkomstig van de begraaf plaats Dijkstraat (1737). Deze zijn tussen 1948 en 1966 overgebracht, toen de begraafplaats moest wijken voor de wederopbouw van de stad. Het is te hopen dat alle aandacht op de afgelo pen Open Monumentendag en het boek ertoe leiden dat ook het tot nu toe verborgen geble ven funeraire erfgoed van Rotterdam bescher ming krijgt-voordat het helemaal aan verval is prijsgegeven. Mevr.R. N. Hulsman is publicist te Rotterdam. Literatuur Hulsman, R.N., en J.H. Mulder, Begraven in Rotterdam en omstreken Rotterdam, DeTerebinth, 1999, 160 p. ISBN 90 74455 02 6 Prijs: 35,-. oktober 1999

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 33