12 Heemschut oktober 1999 derij ook niet tegelijkertijd de woning van de agrarische ondernemers zou herbergen, zou dit wel eens aanleiding kunnen zijn tot een versneld verdwijnen van de oude bedrijfsgebouwen bij dergelijke moderne agrarische complexen. Geheel nieuw gebouwde boerderijen zijn qua vorm volstrekt anders dan de traditionele modellen. Op verschillende plaatsen in de provincie zijn daar voorbeel den van, o.a. bij Balk, Heidenschap en Hallum. Het huidige agrarische platteland heeft met de nieuwe bedrijfsgebouwen dan ook een ander uiterlijk gekregen. De oude, traditionele boerderijen met hun voor de streek kenmerkende hoofdvormen, waarbij de hoge pannenda ken een belangrijke dimensie aan het geheel toevoegen, zijn in dat nieuwe agrarische platteland de vertegenwoor digers van een andere tijd waarin het boerenbedrijf op een andere wijze werd uitgeoefend. De traditionele boerde rijen maken deel uit van een verbeeld agrarisch platteland dat nu niet meer bestaat. Het gaat echter wel om panden die worden gewaardeerd als onderdeel van het landschap en bijdragen tot het plattelandskarakter van de provincie. Zowel bij bewoners, bij publiek als bij beleidsmakers is de positieve waardering aanwezig. Het voortbestaan van deze boerderijen is echter niet zonder problemen. Behoud van karakteristiek De bestemmingswijziging van de boerderijen brengt een paradoxale situatie met zich mee. De traditionele boerde rijen waarin nog wel een agrarisch bedrijf is gevestigd, staan onder druk van voortdurende aanpassingen die om bedrijfstechnische redenen nodig zijn. Dit leidt tot verbouwingen, verlies van functies die het pand eerder wel had binnen het agrarisch bedrijf en in visueel opzicht bovendien vaak tot een ondergeschikte plaats in het geheel van het agrarische bedrijfscomplex. Bestemmingswijziging naar een functie buiten de agrari sche sfeer betekent in feite een bijdrage tot het behoud van deze traditionele plattelandsbebouwing. We mogen echter niet vergeten dat deze boerderijen wel onder druk staan van mogelijke verbouwingen in de toekomst. Al te drastische ingrepen kunnen het karakter van de boerde rijen snel doen veranderen. De betrekkelijk gunstige situ atie zoals wij die constateerden, kan gemakkelijk anders worden. Weliswaar is het beleid in Friesland er op gericht om de karakteristieke boerderijen te behouden, maar ook werd vastgesteld dat verbouwingen doorgaans niet op veel problemen stuiten bij gemeenten. Met gerichte voorlich ting aan de eigenaren en begeleiding bij de verbouwing van de boerderijen om deze beter geschikt te maken voor het gewenste gebruik, zou waarschijnlijk al veel gewonnen zijn om het karakter van de boerderijen te behouden. Temeer omdat blijkt dat veel boerderij-eigenaren waarde hechten aan het karakter en de geschiedenis van hun pand. Ik heb ook vastgesteld dat veel bewoners de ingrepen aan hun pand als kleine detailveranderingen opvatten. Nemen we de feitelijke veranderingen aan de boerderijen in ogen schouw, dan blijken deze detailveranderingen dikwijls toch ingrijpende gevolgen te hebben voor het uiterlijk van de boerderijen. Juist op dat punt is behoedzaamheid geboden. Gemeenten niet streng genoeg Hoewel de gemeenten een beleid voeren dat er op is gericht de karakteristieke boerderijen te behouden om landschappelijke en cultuurhistorische redenen, blijkt in de praktijk dat de bewoners bij bouwaanvragen betrekke lijk weinig problemen hebben ondervonden. Dit wijst er op dat veel ingrepen door de gemeenten toch als minder bedreigend voor het karakter van de panden worden opgevat. Hier wreekt zich waarschijnlijk het gemis aan een beschrijving van wat het karakteristieke van de boer derijen is. De vaagheid van bijvoorbeeld de eis 'dat verbouwingen moeten passen in de omgeving', laat ruimte voor verschillende interpretaties. Bovendien rijst de vraag of de instrumenten die worden ingezet om het karakteris tieke in stand te houden wel toereikend en de juiste zijn. Dat is niet een specifiek Fries of Nederlands probleem. Ook in andere Europese landen bleek bijvoorbeeld dat regionale en locale overheden, die als beleidsdoel het beschermen en behouden van karakteristieke boerderijen nastreven, bij het inzetten van beleidsinstrumenten bij herbestemming merendeels een richting kiezen die niet spoort met dat beschermingsdoel. De bijdrage van de herbestemming aan nieuwe activiteiten in de plaatselijke gemeenschap telt dikwijls zwaarder dan de toets op het behoud van het karakteristieke van het gebouw. Meer toetsing nodig Een helder beleid is echter nodig om te bereiken wat men wil. De in de door ons onderzochte bestemmingsplannen gehanteerde voorschriften met betrekking tot het instand houden van het model en de aanduiding van goot- en nokhoogten en dakhellingen laten echter zo veel speel ruimte voor ingrepen op details, dat het totale beeld van de boerderij aanzienlijk kan worden veranderd. De vorm geving van ramen en deuren en de toepassing van afwij kende materialen worden bij bouwaanvragen op hun alge mene welstandsgevolgen beoordeeld. Of daarbij voldoende gelet wordt op het traditionele aanzien van de boerderij is, gezien wat er is gerealiseerd aan verbouwin gen, de vraag. Met het oog op het belang dat in Friesland aan de boerderijen wordt gehecht, zou het voor de hand liggen zo'n toetsing uit te voeren. Alleen boerderijen die de status van monumenten hebben, kennen nu een vorm van bescherming en een kritische begeleiding van noodza kelijke verbouwingen. Op het grote aantal boerderijen in deze provincie is dat slechts een heel klein deel. Juist de duizenden boerderijen die niet op een monumentenlijst voorkomen behoeven ook aandacht. *In maait van dit jaar promoveerde de auteur aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op het proefschrift Boerderijen en platteland in verandering, een onderzoek naar herbestemming van boerderijen in Friesland'. Dr.J.H.P. van der Vaart werkt als wetenschappelijk onderzoe ker bij de Fryske Akademy in Leeuwarden. Zijn proefschrift dat als boek verscheen is daar ook verkrijgbaar. Prijs f 40,- Tel (058) 2131414.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 14