oktober 1999 Heemschut 11 soort van 'fossilisering' opgetreden van het uiterlijk van de boerderij als een boerenbedrijf van vijfentwintig jaar geleden, zonder de toevoegingen van het moderne agrari sche bedrijf. Verburgerlijking De hergebruikte boerderijen zijn intern meestal wel verbouwd. Onderdelen uit het voormalige bedrijfsge- deelte, zoals stallen en hooiberging, zijn veelal niet meer aanwezig. Bij ruim 40 procent is de gehele voormalige schuurruimte verbouwd en bij 30 procent heeft minder dan de helft van die ruimte zo'n ingreep ondergaan. In de resterende 30 procent van de hergebruikte boerderijen is het voormalige agrarische bedrijfsgedeelte derhalve nog min of meer in de staat zoals deze was toen het boerenbe drijf er nog functioneerde. Bij ongeveer een kwart van de woonboerderijen zijn de verbouwingen zodanig dat het agrarische verleden van het pand nog nauwelijks spreekt. Deze voormalige boerde rijen kunnen beter worden betiteld als een villa of buiten huis. Nog eens 6 procent van de voormalige boerderijen heeft een woonfunctie gekregen die niet tot luxe verbou wingen heeft geleid, maar wel zodanig is dat herinnering aan de vroegere agrarische functie goeddeels is verdwe nen. Dit samengenomen toont aan dat ongeveer 30 procent van de boerderijen 'verburgerlijkt' is. Van de boerderijen waarin een niet-agrarisch bedrijf is gevestigd, is de helft zodanig aangepast, dat deze nu meer een niet-agrarisch bedrijfspand is dan een voormalige boerderij. Bij de andere helft zijn verbouwingen niet tot nauwelijks van invloed geweest op het aanzien, waaruit mag worden geconcludeerd dat een bedrijfsbestemming niet automatisch tot ingrepen leidt die het oorspronke lijke boerderijkarakter sterk aantasten. Vooral de kleinere, kantoor- achtige bedrijvigheid brengt weinig grote veran deringen teweeg. De aard van de bedrijvigheid is dus van belang bij de vraag of bedrijfsbestemming om reden van het handhaven van het karakteristieke van boerderijen wel gewenst zou zijn. Nieuw Fries platteland De resultaten van mijn onderzoek wijzen er op dat het veranderende gebruik van de boerderijen - een zeer kenmerkend onderdeel van de plattelandsbebouwing dat zo typisch hoort tot de beelddragers van het Friese platte land - niet automatisch tot een teloorgang van het oorspronkelijke agrarische karakter en een fysieke verste delijking leidt. Het merendeel van de hergebruikte boer derijen heeft nog in hoge mate het traditionele agrarische aanzien. Het is evenwel een agrarisch karakter van een voorbije tijd. Juist de laatste vijfentwintig jaar is het agra rische bedrijf zodanig veranderd dat de traditionele boer derijen voor de moderne bedrijfsvoering niet meer toerei kend zijn. Nieuwe ligboxenstallen, erfverharding, loodsen voor het wagen- en machinepark en silo's voor de mestop- slag zijn toevoegingen die het aanzien van de boerderij sterk hebben veranderd. Vooral bij de melkveehouderij bedrijven is het oude agrarische bedrijfspand nu één van de onderdelen van het agrarisch bedrijfscomplex gewor den en is bovendien de functie van veestalling en opslag van voer verloren gegaan. Wanneer de traditionele boer- Jistrum: Woonboerderijenland schap in de Friese Wouden. Resultaat van het zoeken naar een eigentijdse vorm voor nieuwe boerderij bij Balk. Architect: j. de long, Lemmer.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 13