augustus 1999
Heemschut
7
Het heringerichte Mercatorplein en de
gerenoveerde bebouwing van Berlage.
Foto T. Keyzer, Stadsdeel De Baarsjes,
Amsterdam.
kunnen combineren van verschillende invals
hoeken.
Kanttekeningen
Het helder en controleerbaar worden van
de processen is een grote verdienste van het
afwegingskader. Vanwege het altijd
aanwezige spanningsveld tussen theorie en
praktijk, kwamen tijdens de dag de nodige
onderbelichte punten aan de orde, overigens
uitdrukkelijk bedoeld als uitbreiding van
de methodiek. De kanttekeningen komen
ook voort uit de wens een instrument te
kunnen inzetten bij buurten van na de oorlog
en in de verdere toekomst voor wijken uit de
jaren '60 en '70. Bij deze wijken is vaak sprake
van grootscheepse ingrepen wat in contrast
staat met de gepresenteerde fijnmazige analy
ses.
Enkele punten behelzen het opnemen van meer
kaarten over onder andere woontechnische
kwaliteit, boekwaarde en bouwtechnische staat.
De kennis is er, maar deze moet worden aange
geven, zodat de werkelijke dynamiek niet aan
het zicht onttrokken wordt. De rol van de
bewoners werd niet besproken, terwijl de mate
waarin zij de woonomgeving waarderen inte
ressant is voor toekomstige ontwikkelingen.
Ook de verhuisbereidheid binnen de wijk van
bijvoorbeeld bedrijven is van belang. Wellicht
geven ook analyses van voorzi eningen als
winkels en openbaar vervoer belangrijke infor
matie. Maar, is de methodiek ook bruikbaar bij
sterk afwijkende toekomstige woonwensen?
Over de toepassing van aanwijzingen tot
beschermd stadsgezicht blijkt in de praktijk
veel misverstand te bestaan. Monumentenzorg
benadrukte echter het belang daarvan omdat
het voordelen kan bieden als het gaat om het
effectueren van de aanpakvoorstellen, die met
de beschreven methodiek worden gedaan. Het
beschermde stadsgezicht moet dan wel naast
bescherming ruimte bieden voor ontwikkeling.
Een aanwijzing verplicht gemeenten tot het
maken van een bestemmingsplan en kan
beleidsmatige continuïteit wettelijk en bestuur
lijk ondersteunen. Het blijft echter een feit dat
een bestemmingsplan geen garantie is voor
goede kwaliteit.
Visie
Het is in ieder geval duidelijk geworden
dat cultuurhistorisch waardevolle wijken
geen belemmering hoeven te vormen voor
een grotere verscheidenheid en vrijheid bij
de verbetering van de woningen. Door het
verrijken van de methodiek met de geplaatste
kanttekeningen, kan wikken en wegen tot
het verleden gaan behoren. Maar, vooraf
aan het buurtgericht denken is eigenlijk een
visie nodig op de stad als geheel. Inmiddels
beginnen alle steden op elkaar te lijken, maar
juist de verschillen maken kwaliteit. Dat geldt
ook voor de wijken in een stad. Versterken van
identiteit kan door middel van cultuurhistori
sche betekenis. De staatssecretaris van Cultuur,
die de dag kwam afsluiten, pleit dan ook voor
het benadrukken van cultuur bij de inrichting
van de openbare ruimte. Een vooruitziende
blik lijkt hierbij onontbeerlijk.
Drs. A. Lieth is architect en architectuur-journalist
te Utrecht
Het onderzoek 'Jonge Bouwkunst in de 21ste
eeuw' werd in 1998 verricht in opdracht van de
Ministeries van OC&W en VROM, de
Gemeente Amsterdam en de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg door De Lijn,
in samenwerking met Rein Geurtsen en partners
Stadsontwerp BV en Reijndorp Stedelijk Onderzoek
Advies.
Architectuur Lokaal is een landelijk informatie-
en kenniscentrum voor cultureel opdrachtge
verschap.