Column
Belvedere
augustus 1999
Heemschut
3
Eén van de fraaie zwanebalskorbelen in de
opkamer van de onnodig gesloopte boerderij
aan de Graafstroom, voor het behoud waarvan
Heemschut actie voerde. Foto L. van der Meule.
houders zijn absoluut niet meer in staat om
behoorlijk onderhoud aan hun rijksmonumen
ten te kunnen plegen, laat staan een restauratie
uit te voeren. Boerderijen komen op de markt,
zijn er vaak zo slecht aan toe, dat gemeenten
enorme concessies gaan doen aan nieuwe
bestemmingen, omdat ze iemand nodig hebben
die dat kan betalen.'
Goed, dat waren de nederlagen. Die kregen
hier wat nadruk, omdat Heemschut aan de
recente successen heel wat aandacht heeft
besteed. De Berckepoort in Dordrecht is
daarvan het bekendste voorbeeld. Een prach
tige Heemschut-case, binnenkort op internet.
(www.heemschut.nl). Een geschiedenis met
alles erop en eraan: enorme budgetoverschrij
dingen - waarvoor Heemschut al in een vroeg
stadium had gewaarschuwd - flinke ruzies, een
nieuwe gebruiker, die zoveel eisen stelt, dat de
helft dreigde te verdwijnen, harde actie van
Heemschut, waarbij het behoud van kapcon
structie, kinderbinten, waterputten, spiltrap,
enz. werd afgedwongen.
Met successtory's kunnen overigens wel een
paar kolommen gevuld worden. Frank Goppel
noemt er nog één. 'Een boerderij in Arkel,
rijksmonument, was in een bestemmingsplan
verdwenen, er waren al gesprekken tussen de
eigenaar en een projectontwikkelaar over
nieuwbouw op die plaats. Toen kwamen wij in
actie. Het ging allemaal heel snel. Formeel
konden we snel ingrijpen, want je kunt niet in
een bestemmingsplan een rijksmonument
wegbestemmen. We gingen kijken, hadden een
gesprek met de monumentenambtenaar van de
gemeente Giessenlanden. Iemand die een deel
van zijn tijd aan de paar monumenten in zijn
gemeente besteedt en hij raakte enthousiast.
We spraken met de burgemeester, die ook
overtuigd raakte - onze voorzitter Dirk Beels
was daar ook bij. Een uitermate plezierig
gesprek. Dat is het leukste: zo'n plan verandert
niet doordatje juridische stappen neemt of
harde actie voert, maar gewoon door ons
gedachtengoed over te brengen. Binnen een
paar maanden stond die boerderij op de meer
jarenplanning van de gemeente ineens boven
aan. Een paar maanden later was er een koper,
nu is hij gerestaureerd.'
Net als TA Gerrit Tangerman in Drenthe
(vorige nummer) signaleren Bitter en Goppel
een omslag in het werk van de PC. Met sloop
bedreigde gebouwen redden, ja het komt nog
altijd en vaak genoeg voor. Maar steeds meer
aandacht gaat naar de openbare ruimte, ruimte
lijke ordening, het open landschap, het monu
ment in zijn omgeving. Zo houdt de PC in
Zuid-Holland zich met de HSL en het Groene
Hart bezig, dossiers met een enorme reik
wijdte. Maar ook met nieuwbouwplannen voor
een historisch stadscentrum. 'Heel erg arbeids
intensief,' zegt Frank Goppel. 'Als je daarvan
alle ins en outs boven tafel wil krijgen, heb je
een handkar nodig om alles mee naar huis te
nemen. Voorbesprekingen, eerdere schetsen,
besprekingen met de buurt, enzovoort.
Kijk, het is in zekere zin leuk om te constateren
dat een gebouw met sloop bedreigd wordt, hoe
mooier het gebouw, hoe beter. Daar gaan je
vingers van jeuken. Je wordt boos, maar het
motiveert en je denkt: ha, ha, daar komen ze
niet zo makkelijk mee weg... Grote infrastruc
turele werken, herinrichting van grote open
gebieden, veranderingen in landelijk gebied,
dat is andere koek. Daar kun je te vroeg of juist
te laat bij zijn, het is vaak volkomen onduidelijk
op welk moment je invloed kunt uitoefenen.
Maar dat er van alles gaat gebeuren, staat vast.
Het wordt allemaal in beleidsnota's verwoord.
De TA heeft een stevige taak om dat bij te
houden. Het kost veel meer mankracht, wat
soms moeilijk is voor PC's.'
Jaap Bitter is het ermee eens. Met de HSL,
vindt hij, had Heemschut zich op landelijk
niveau moeten bezighouden...
'Nederland moet karakter houden'. 'Kabinet:
Nederland moet mooier'. Zo openden Rijn en
Gouwe en Apeldoornse Courant hun voorpagina's
op 6 juli. Daags daarvoor hadden de staatssecreta
rissen Van der Ploeg (cultuur) en Faber
(Natuurbeheer) en de ministers Pronk (RO) en
Netelenbos (Verkeer) gezamenlijk hun nota
Belvedere ('mooi uitzicht') gepresen teerd. Hierin
stellen zedat steeds grotere delen van ons land op
elkaar gaan lijken en dat de historische verscheiden
heid verdwijnt. Om die vervlakking van landschap
en nieuwe wijken tegen te gaan moeten voortaan
'cultuurhistorische landschappen en objecten
inspiratiebron zijn bij het maken van plannen'. Uit
onderzoek is immers gebleken, dat Nederlanders
steeds meer behoefte hebben aan een grotere
herkenbaarheid van de eigen omgeving. De
inrichting van ons land is in het verleden te veel
overgelaten aan projectontwikkelaars en ingeni
eurs. Geluidendie Heemschut uit het hart zijn
gegrepen. Wij vechten hier al jaren voor. Vorig
jaar nog kende Heemschut zijn Persprijs toe aan de
journalist Marcel van Silfhout van het Utrechts
Nieuwsblad, die het in een reportage opnam voor
het behoud van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Heemschut werd op z'n wenken bediend. In
Belvedere wordt de aanpak van deze waterlinie de
komende jaren als voorbeeld genomen van hoe je
met het landschap moet omgaan. Het is de bedoe
ling, dat de linie met zijn vele forten van Muiden
tot de Biesbosch in nieuwe plannen een zichtbare
rol gaat spelen. Rijk, provincie, gemeenten en
particulieren moeten daarbij nauw gaan samen
werken volgens de nota. Prachtige woorden. Je
wordt echter somber als je dan een paar weken
later leest, dat Noord-Holland havenontwikkeling
in de Wijkermeerpolder wil gaan toestaan in het
schootsveld van een stuk linie van de Stelling van
Amsterdam. Bezwaren van staatssecretaris Van der
Ploeg worden weggewimpeld als 'niet realistisch'.
In 1996 beloofde de provincie, die zich er nota
bene enorm voor had ingezet de Stelling op de
Werelderfgoedlijst van de UNESCO te krijgen,
de schootsvelden van de forten open te houden.
Gedeputeerde Meijdam van Noord-Holland vindt
echter, dat de Provincie ook verantwoordelijk is
voor een gezonde economie, schrijft de Volkskrant
van 23 juliEn dezelfde bestuurder constateert,
dat de druk van de steden om de gebieden te
gebruiken voor bebouwing steeds groter wordt.
De Stichting Stelling van Amsterdam waarschuwt
terecht voor het aanzien van Nederland, dat
geschaad wordt als de Unesco de Stelling zijn pas
verworven status weer zou ontnemen. Dat zou
inderdaad de wereldpers halen.
WAARNEMER