augustus 1999
Heemschut
35
Het Dagelijks Bestuur van Heemschut poseert
t.g.v. het 40-jarig jubileum in 1951.
V.l.n.r. op de voorgrond: De heren Koning,
Koot, Bierens de Haan (voorzitter), Ter Meuten,
Kok, Cleyndert en Ozinga. Archieffoto Bond
Heemschut.
was daarvan een belangrijke oorzaak, maarniet
de enige. In het meinummer van 1947 schrijft
de nieuwe secretaris Ton Koot: 'Een samen
loop van omstandigheden heeft het verschijnen
van ons hernieuwde orgaan vertraagd. Dat zijn
onder meer, de wisseling in het Dagelijksch
Bestuur, het op eigen verzoek heengaan van de
administrateur, het verblijf van Uw Secretaris,
tevens redacteur, in de Vereenigde Staten, en
de tijdroovende moeilijkheden, welke over
wonnen moesten worden om de reorganisatie
van het orgaan te voltooien, in het bijzonder
ten aanzien van de papierschaarschte, overbe
lasting van drukker en clicheerinrichtingen,
enz.'
De spoedig zo gezichtsbepalende Ton Koot
was net als Kok bestuurssecretaris èn redacteur
van het tijdschrift geworden. Hij begon zijn
werk in een periode van neergang. Tot op zeker
hoogte zou je kunnen stellen dat Heemschut
aan haar eigen vooroorlogse succes met monu
mentenbescherming en welstand ten onder
dreigde te gaan. Voorganger Kok hield het om
die reden na 25 jaar zelfs voor gezien. Kok, in
1948 terugblikkend: 'De laatste jaren van het
maandblad waren de moeilijkste. De tijd van
het pionierswerk was voorbij. Talloze instellin
gen waren ontstaan die op grootse wijze gingen
doen, wat Heemschut tevoren incidenteel en
op kleine schaal deed. Men wist niet meer of
men zich met de dingen bemoeien mocht of
niet. Was de taak van de Bond Heemschut en
van het bijbehorend maandblad afgelopen? Een
oud bouwwerk: niets meer mee te maken, dat
gaat via 't Ministerie O.K. en W. naar
Monumentenzorg. Een landgoed: niets meer
mede te maken, er is een natuurschoonwet en
een Rijksdienst voor het Nationale Plan. Een
weg: afblijven, er zijn streekplandiensten.
Reclameborden: elke provincie heeft een veror
dening op ontsierende reclame.'
Het Adviesbureau, een soort welstandscommis
sie voor kleinere plaatsen, één van Heemschuts
belangrijkste pijlers in de beginjaren, was
Heemschut boven het hoofd gegroeid en
'intussen overgedaan aan Provinciale
Schoonheidscommissies, die reeds bestonden
of werden gesticht op aansporing van den Bond
Heemschut.'
Decentralisatie
Inderdaad, het was tijd voor herbezinning. Een
reorganisatie van de vereniging was onont
koombaar. Een stap met veel consequenties
voor de toekomst was al gezet. Namelijk de
oprichting in 1944 van de commissie Stad en
Dorp, die pas na de oorlog tot daden kwam en
vooral de wederopbouw een beetje moest zien
bij te sturen. Dat lukte niet geweldig,
Heemschut stond, zoals gezegd, goeddeels
buitenspel. In de loop van 1947 werden echter
Provinciale subcommissies der Commissie Stad en
Dorp opgericht. En daarmee sloeg Heemschut
het pad in van de decentralisatie, dat nooit
meer verlaten is. Aan directeuren der
Provinciale Planologische Diensten werd
gevraagd het voorzitterschap op zich te nemen.