Kasteel Amerongen
Leo van der Meule
Muzikaal Monument in oktober
Wegdromend bij de muziek tijdens het komend Muzikaal
Monument (zie pag 22) zullen leden van Heemschut zich niet
realiseren dat een grote groep vrijwilligers betrokken is bij het
onderhoud van het zo luisterrijke huis Amerongen. Eén van hen
is architect A. Schellevis.
In de tuin van de door hem al weer 25 jaar geleden
gerestaureerde boerderij, gelegen binnen het beschermd
dorpsgezicht, praten we met hem over het aan zijn zorg
toevertrouwde kasteel.
Heemschut
31
Amerongen; de tocht erheen is al een belevenis.
Wie met de bus van Driebergen naar
Amerongen gaat komt onderweg al ogen
tekort. De ene schitterende buitenplaats na de
andere wordt gepasseerd. Het dorp en het huis
Amerongen vormen een passende afsluiting
van een reis, die al zoveel moois te zien geeft.
De bordjes in de dorpskom vermelden kort en
krachtig: kasteel. Toch is het in de jaren 1673-
1685 gebouwde, hoog uit een gracht oprijzende
gebouw geen kasteel in de eigenlijke zin van het
woord. Weliswaar was de familie Van Reede
van adellijke komaf, maar van een versterkt en
verdedigbaar huis is in dit geval toch eigenlijk
geen sprake meer.
Verwoest en herbouwd
Het huis in zijn huidige vorm danken we aan
Godard van Reede en misschien meer nog aan
zijn wel zeer doortastende echtgenote
Margaretha Tumor, een Engelse kapiteinsdoch
ter. Godard verkeerde als ambassadeur extra
ordinaris veel in het buitenland. Margaretha
moest in het rampjaar 1672 in het betrekkelijk
veilige Den Haag vernemen hoe de Fransen het
oude, middeleeuwse huis hadden verwoest. Het
echtpaar Van Reede besluit tot eigentijdse
herbouw. De naam van de ontwerper is tot op
heden niet met zekerheid vast te stellen maar
dat het een vooraanstaand architect is geweest
staat buiten kijf.
Het nieuwe huis wordt een uiting van het wel
allersoberste Hollands classicisme. Een echte
duidelijke plint, zoals hetMauritshuis in Den
Haag die kent, ontbreekt. Met een lichte
afschuining loopt het metselwerk vanuit de
gracht ononderbroken door tot aan de kroon
lijst. Deze laatste is volgens de regelen der
kunst maar toch erg bescheiden vormgegeven.
Voor- en achtergevel kennen een iets naar
voren springend middendeel. De vier kloeke
schoorstenen op het dak en de dubbele brug
met de ingangspartij vormen hier aan de
buitenzijde de enige accenten die de algehele
spaarzaamheid wat lijken te doorbreken.
Een heel bijzonder aspect van de bouwgeschie
denis is niet afleesbaar aan het huis zelf maar
gewoon in woorden vervat: alle brieven van
Margaretha Turnor aan haar man ten tijde van
de bouw zijn bewaard gebleven. Tijdens de
bouw al niet meer de jongste leren we haar
kennen als een veeleisende en oplettende
opdrachtgeefster. Zo zag ze er niet tegenop
's morgens vroeg de hoogste steiger te beklim
men om de werklieden 'kort op de hacke te
sitte.' Dit alles aan haar 'Heer en liefste
hartgen' in één of ander ver buitenland.
Laat de buitenkant zich in enkele volzinnen
beschrijven, de schijn bedriegt: voor het interi
eur schieten woorden tekort. Een werkelijk
magnifieke optelsom van meer dan driehon
derd jaar bewonen en inrichten. De eens
gemaakte keuzes zijn grotendeels nog herleid
baar: aanschaffen of zelf maken, erven of
kopen, repareren of opzettelijk wijzigen.
Dit huis heeft alles in zich om het oog te
bekoren en de fantasie te prikkelen. We zien
Godard thuiskomen van de zoveelste bijzon
dere missie en hem vanuit het rijtuig via de
bovenste brug het huis betreden, opgewacht
door Margaretha. Met thee, koffie en wellicht
een pijp tabak bijkomend van de reis en verha
lend voor de open haard onder het nog altijd
aanwezige rijk bewerkte en beschilderde
plafond in de Grote Zaal. Het is maar één beeld
van de vele tientallen die in de bezoeker
opkomen, dwalend van vertrek naar vertrek.
De restauratie-architect
Architect Schellevis noemt zichzelf enigszins
gekscherend 'de bouwpastoor' van kasteel
Amerongen. Naast de inhoudelijke verant
woordelijkheid voor het onderhoud maakt hij
ook de begrotingen, voert subsidiegesprekken
en houdt zich bezig met de fondsenwerving.
Zijn loopbaan heeft veel weg van die van de
grote Heemschut voorman A. Kok. Begonnen
als timmerman maakt hij zich door zelfstudie
en het volgen van avondopleidingen het bouw
kundig tekenen, het maken van begrotingen en
het schrijven van bestekken eigen. Bijna als bij
toeval belandt hij in het restauratievak, eerst in
loondienst, later als zelfstandig architect.
Stilzitten is deze vakman in ruste vreemd, zelfs
op zondag wordt nog even om het kasteel
gewandeld. Het mes snijdt hier aan twee
kanten: de Stichting beschikt over een uitste
kend en toegewijd adviseur en Schellevis kan op
augustus 1999