28
Heemschut
De postkoets verlaat het borgterrein. Foto
Nationaal Rijtuigmuseum.
Wigbold. Onno van Ewsum stond bekend als
de rijkste hoofdeling van de Ommelanden. Ook
zou hij een ontwikkeld man zijn geweest: hij
had aan verschillende universiteiten gestudeerd
en behoorde tot de zogenaamde Aduarder
kring. Het klooster van Aduard was in zijn tijd
een internationaal bekend centrum van weten
schap, bezocht door een humanistisch geleerde
als Agricola.
Moeilijke tijden
Na de dood van Wigbold in 1528 breidde zijn
weduwe Beetke van Rasquert het grondbezit uit
(haar portret hangt in het Groninger Museum).
De eigenerfden van Vredewold droegen haar
het erfgrietmanschap op, dat wil zeggen dat de
rechterlijke macht over Vredewold in handen
van haar en haar opvolgers kwam. Na haar
dood in 15 54 kreeg haar zoon, die ook Wigbold
heette, de Nienoord. Hij pakte de turfwinning
groots aan: hij liet het Leekster Hoofddiep
graven voor de afwatering van het veengebied
en voor het vervoer van de turf naar de stad
Groningen. Bovendien bezat hij een zoutziede
rij bij Kommerzijl. Om zijn bedrijf te kunnen
financieren maakte hij zo grote schulden, dat de
borg na zijn dood verkocht moest worden.
Ook de oorlogsomstandigheden waren nadelig
voor de turfwinning. In 1579 koos Wigbold de
kant van de opstandige gewesten en werd hij
leider en militaire aanvoerder van de
Ommelanden in hun strijd tegen de stad
Groningen, die de kant van Philips II had
gekozen. Tot 1581 wist hij vanuit Winsum de
strijd tegen de stad en de Spaanse huurtroepen
vol te houden, maar in dat jaar moest hij de
Ommelanden verlaten. Hij stierf in 1584 aan
zijn verwondingen na de verovering vanuit zee
van de schans bij Oterdum (nu in het bezit van
het havenschap Delfzijl/Eemsmond).
Zijn zoon Caspar verdedigde als bevelhebber
Coevorden in 1593-'94 toen deze vesting door
de Spaanse troepen belegerd werd. Het bezit
van Coevorden maakte het beleg van
Groningen in 1594 door de prinsen Maurits en
Willem bodewijk mogelijk. In 1607 kocht
Caspar van Ewsum met steun van Willem
Lodewijk, stadhouder van Stad en
Ommelanden, zijn Vredewoldse bezittingen en
de Nienoord terug. Vanaf 1599 was hij drost
van Drenthe.
Nienoord en Anna van Ewsum
Anna van Ewsum (1643-1714), de kleindochter
van Caspar, erfde de Nienoord in 1643.
Tijdens haar leven is de borg verbouwd en
verfraaid.
In 1657 trouwde ze met Karei Hieronymus von
Inn- und Kniphausen, lid van een van
oorsprong Oost-Friese adellijke familie. Uit
het feit dat hij de Ommelanden vertegenwoor
digde in de Staten-Generaal blijkt dat hij niet
als een buitenlander werd beschouwd. Na zijn
vroege dood in 1664 - hij was 31 jaar - liet Anna
de beeldhouwer Ramhout Verhulst een grafmo
nument maken. Opvallend is dat zijzelf de
centrale figuur van dit grafmonument is. De
zeven engeltjes zouden hun gestorven kinderen
voorstellen. Dit bijzondere grafmonument
bevindt zich in het koor van de kerk van
Midwolde. Later is het beeld van een staande
man bij het monument geplaatst. Dit beeld van
de beeldhouwer Bartholomeus Eggers stelt
Anna's tweede man voor: Georg Wilhelm Graaf
Von Inn- und Kniphausen, een neef van haar
eerste man.
De gouden eeuw en Nienoord
Onder het beheer van Georg Wilhelm von
Inn- und Kniphausen leverde het veenbedrijf
eindelijk winst op. Veel geld werd gebruikt
voor herstel en verfraaiing van de borg na de
oorlog tegen de Bisschop van Munster
(Bommenberend) in 1672. Herman Collenius
maakte tussen 1682 en 1685 muur- en plafond
schilderingen met vooral mythologische voor
stellingen. Hiervan zijn de schilderingen op
houten panelen in de balzaal bewaard gebleven.
Helaas zijn deze voorlopig niet te bezichtigen;
ze moeten gerestaureerd worden. Uit deze
periode zijn ook de schouw en bijpassende
buffetkasten in de zogenaamde ridderzaal
bewaard gebleven.
augustus 1999