Groeten uit Katwijk aan Zee Badplaats maar bovenal woonplaats Anne-Marie ten Cate Samen met Scheveningen en Zandvoort heeft Katwijk het zwaarst geleden onder het oorlogsgeweld. De Duitsers braken voor de aanleg van de Atlantikwall de gehele kuststrook af. Slechts de witte kerk, zij het zonder toren, en de witgepleisterde vuurbaak uit 1605 mochten blijven staan. Deze staan nu als blikvangers temidden van de 'nieuwe' boulevard uit de wederopbouw-periode. Intussen is de gemeente Katwijk wederom intensief aan het bouwen. Een herontwikkelingsplan van talloze miljoenen wordt nu uitgevoerd. Het Katwijkse badleven in 1968, met op de achtergrond de witte kerk. De vorm van de strandhuisjes is typerend voor Katwijk en bepaalt in de zomermaanden nog steeds het strandbeeld. Foto Archief Genootschap Oud Katwijk. Van oorsprong was Katwijk een visserdorp, gesticht in een duinvallei. Het centrum werd gevormd door het Kerkplein met de St Andrieskapel. In 1461 kreeg het de status van zelfstandige parochie. De oude, witte of Andreaskerk dateert uit de 15de eeuw en lag aanvankelijk in het centrum van het dorp. Door omvangrijke kustafslag, waarbij regelmatig vele huizen door de schuimende golven werden meegenomen, kwam de oude kerk aan de boulevard te liggen. In de nabijgelegen beschutte duinpannen bouwden de vissers hun huizen, dicht op elkaar, omdat er in het sterk glooiende terrein weinig bouwruimte was. De Zuidstraat en de Voorstraat vormen als vanouds de belangrijkste aders van het dorp en hierlangs bevonden zich dan ook de meeste bedrijven en woonhuizen. Middelen van bestaan De visserij en al wat daarmee te maken heeft, was de belangrijkste bron van inkomsten voor het dorp. Er waren scheepstimmerwerven en toeleveringsbedrijven, zoals verwerkings- en verpakkingsindustrie (mandenvlechterijen en boetzolders, waar de netten werden hersteld). Na 1860 veranderde het vissersbedrijf, hetgeen gevolgen had voor de gehele economie van het dorp. Werd er tot ver in de 19de eeuw de zoge naamde bomschuit, een platbodem die ver het strand op kon, gefabriceerd en bevaren, na die tijd ging men modernere schepen gebruiken en deze werden elders geproduceerd. Met de scheepsbouw verdwenen ook de zeilmakerijen, taanderijen en andere bedrijven. In 1879 werd het Prins Hendrikkanaal gegra ven en het centrum van nijverheid verplaatste zich in noordelijke richting. Aan weerszijden van het kanaal werden pakhuizen gebouwd voor reders en haringhandelaren. Op Prins Hendrikkade 3 staat een pakhuis voor visopslag uit 1894 dat onlangs op de rijksmonumenten lijst werd geplaatst. Verschillende industrieën werden er gevestigd, waaronder een gasfabriek en een fabriek voor farmaceutische en chemische producten. De industrie is nu uit dit gebied verdwenen. Tegen de wallen van het lagergelegen kanaal wordt nu woningbouw ontwikkeld, die geluk kig aan de hoger gelegen Wethouder Meerburgkade kleinschalig gehouden is. Toerisme In eerste instantie waren het vooral de vissers, die in de zomermaanden 'thuisleggers' gingen houden, dat wil zeggen gemeubileerde kamers verhuren. In 1845 werd het badhuis voor warme en koude baden geopend. Bedoeld voor het kuren werd het al snel een toeristische attractie. Naarmate de visvangst afnam werden het zomertoerisme en alles wat daarmee samenhangt zoals de verhuur van badkoetsen, vertering en vertier steeds meer de belangrijk ste bron van inkomsten. Vanaf 1880 werd de Boulevard aangelegd, waaraan pensions en een enkel hotel werden gevestigd. Bijna 700 gebou wen moesten het veld ruimen toen de bezetter Katwijk in 1942 tot Sperrgebiet verklaarde en de Atlantikwall aanlegde. Verschillende onder delen van deze kustverdediging werden eind 1997 als rijksmonument geregistreerd. Katwijk is tot de dag van vandaag een badplaats gebleven voor de middenstand. Vooral voor gezinnen met jonge kinderen en volwassenen, want er is buiten het strandleven weinig vertier. Grote dure hotels treft men er niet aan, evenmin een casino. Er is tegenwoordig een disco; de enkele jongere toerist gaat echter evenals de plaatselijke jongeren liever uit in Noordwijk of Scheveningen. Woningwet De kern van het oude dorp werd gevormd door de Voorstraat en Zuidstraat. Daaromheen ontstond een wirwar van straatjes en steegjes. Zoekt men goed dan kan men nog een enkel vissershuisje vinden (Louwestraat 7). Het dorp 14 ■HgiïSSQOI augustus 1999

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 16