De commandobunker van de
Atlantikwall
Jan-Derk Gerritsen
Een omstreden monument
Als je niet beter wist, zou er geen reden zijn de Atlantikwall niet
evenzo te nomineren als wereldmonument als een Stelling van
Amsterdam of een Hollandse Waterlinie. Nog meer zou, gelet op
de immense lengte, de Chinese muur - ook gedecoreerd met zo'n
Unesco-vignet - ermee vergelijkbaar zijn.
8
Heemschut
De in het groen verborgen Blaskowitz-bunker in
Hilversum.
Maar ja, we weten beter. Het zou wonden
openrijten van de levenden, voor wie elke
verheerlijking van de 'monumenten', die de
nazi's hebben achtergelaten na 1945, onver
teerbaar is. Geen excuus, dat het toch maar
Napoleon was, die als eerste de Adantische kust
van Den Helder tot Gibraltar met forten bevei
ligde, zou ertoe doen. Hider had het toch maar
afgemaakt, dat immense karwei, dat gelukkig
geen weerstand heeft kunnen bieden aan onze
bevrijders. En wie onder hem geleden heeft,
vergeet die naam niet meer.
Dat men zich in Hilversum sterk maakt voor
het behoud van deze wall mag merkwaardig
heten, omdat er weinigen zullen zijn, die dit
dorp aan zee zullen situeren. Strategisch gezien
echter lag het voor de hand, de Nederlandse
commandobunker van genoemde kustverdedi
ging, veilig achter de duinen en in het binnen
land te bouwen. En daar ligt hij nog steeds: in
het Kannesheuvelpark. Daar stond tot 1942 het
tehuis voor verstandelijk gehandicapte Joodse
kinderen van de Rudelsheimstichting. En we
weten allen, wat er ook met hen gebeurd is.
Nadat de laatsten gedeporteerd waren, nam het
oppercommando van de Duitse troepen in
Nederland er zijn intrek. Tot 1945 voerde
generaal Christiansen er het bevel. Op het eind
van de oorlog was dat generaal-overste
Blaskowitz, een Pool van origine, die in 1945 in
Hotel De Wereld in Wageningen namens het
Duitse leger de capitulatie tekende. Naar hem
wordt de nog bestaande bunker, die in de eerste
oorlogsjaren op het terrein is gebouwd, de
Blaskowitzbunker genoemd. Die naam mag
minder beladen heten, omdat hij één van de
weinige Duitse officieren was, die al in 1939
protesteerde tegen de moorddadige handelin
gen van de SS tegen de joden in Polen.
Menno van Coehoorn
Heemschut wil zich om meerdere redenen toch
achter het standpunt van de Stichting Menno
van Coehoorn scharen, dat de bunker het
behouden waard is. Het is de grootste bunker
in zijn soort in ons land met zijn zestig meter
lengte en 22 meter breedte. Hij is meer dan 50
jaar oud en nog in ongeschonden oorspronke
lijke staat. Als onderdeel van de laatste fase van
permanente vestingbouw mag het een uniek
'herinneringsteken' genoemd worden. De Raad
voor Cultuur heeft al een positief advies uitge
bracht aan de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg en de Raad van de gemeente
Hilversum heeft zich ook voor behoud uitge
sproken. De Stichting Menno van Coehoorn
heeft een inmiddels geaccepteerd verzoek bij de
Rijksdienst ingediend, de bunker op de voorlo
pige monumentenlijst te plaatsen.
Bouwplan
In 1996 heeft de gemeente Hilversum het
gehele kazerneterrein, dat in gebruik was bij
Defensie, aangekocht en een projectontwikke
laar opdracht gegeven tot een bouwplan.
Oorspronkelijk ging de ontwikkelaar uit van
sloop van alle gebouwen, inclusief de bunker.
De gemeente geeft echter voor de sloop van
deze laatste geen vergunning af. Bovendien is
de projectontwikkelaar er inmiddels achter, dat
het vestingwerk zo massief en solide gebouwd
is, dat sloop bijna ondoenlijk lijkt. Er schuilt
echter nog een klein addertje onder het gras en
dat is, dat het onderzoek bij de Rijksdienst naar
de architectuur van na 1940 nog maar kort
geleden in gang is gezet en dat bij de Dienst
onvoldoende vergelijkingsmateriaal voorhan
den is om een gedegen afweging te maken van
de onderdelen. In elk geval is sloop vooralsnog
van de baan, zolang dit 'monument' op grond
van art.3 van de Monumentenwet op de voor
lopige lijst staat.
Jan-Derk Gerritsen, PR-medewerker van
Heemschut Noord-Holland.
augustus 1999