juni 1999
Heemschut
3
Harderwijk, gezien door de Vispoort. Foto Jean Penders.
lijke winterslaap van drie decennia, waaruit het
Monumentenregister nu pas begint te ontwa
ken. Terwijl de monumentenzorg zich ontwik
kelde van, grof gezegd, gevelbescherming naar
veel fundamentelere vormen van bescherming,
rustte het Register in vrede. De redengevende
omschrijvingen bleven ongewijzigd, terwijl
toch ook in Zeist de aandacht verschoof van het
plaatje naar de wezenskenmerken van het
monument. Het monument wordt nu bekeken
in relatie tot zijn omgeving, interessante interi
eurelementen krijgen volop aandacht en, last
but not least, de kennis van de bouwgeschiede
nis wordt erkend als essentieel voor de bepaling
van de monumentale waarde.
De uitgebreide redengevende omschrijvingen
die recent geplaatste monumenten meekrijgen,
contrasteren sterk met de al te vertrouwde
eenregelige oudjes. En zelfs in de stroom van
jonge monumenten, die als gevolg van
Monumenten Inventarisatie Project en
Monumenten Selectie Project toegang krijgen
tot het Monumentenregister, zijn omschrijvin
gen te vinden die verraden dat het besef door
dringt dat ook monumenten van kunst hun
geschiedenis hebben.
Als antwoord op de kritiek binnens- en buitens
huis start de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg binnenkort een actualisatie,
een bij de tijd brengen van het
Monumentenregister. Dit project zal zich over
een aantal jaren uitstrekken en vermoedelijk
vanuit regionale organisaties worden opgezet.
Het is te hopen dat het werk gedaan zal worden
door teams van specialisten uit verschillende
disciplines: historisch geografen, kunsthistorici
en bouwhistorici. Voor deze constructie
dreigde het huidige, steeds nijpender tekort aan
bouwhistorici een bottleneck te worden. Het is
dan ook een gelukkige omstandigheid dat er
binnenkort voor het eerst een opleiding tot
bouwhistoricus van start gaat (zie pag. 22).
Het wat en het waarom
Niettemin is het de vraag of de jarenlange
aandrang uit het veld wel tot die vorm van actu
alisatie leidt, die zo broodnodig is. Waar gaat
het in feite om? De redengevende omschrijving
is een juridisch stuk dat aangeeft wat er
beschermd wordt en waarom. De uitwendige en
inwendige verschijningsvorm van het geheel en
van relevante onderdelen moet beschreven
worden, niet uitputtend maar typerend. Ook de
evolutie van het pand dient aangegeven te
worden en dit alles leidt tot de waardering, het
waarom van de bescherming.
Juristen zullen hun aandacht vooral op het
eerste element richten: het adres en de kada
strale aanduiding moeten kloppen, onduidelijk
heid over de omvang van het beschermde
object is uit den boze. Voor het waarom van de
bescherming zijn andere vakgebieden nodig,
vooral de kunsthistorische en niet minder de
bouwhistorische discipline. Om een voorbeeld
te geven: naar een gevel kan op verschillende
manieren worden gekeken. De opsomming van
het aantal ramen en deuren, het noemen van
sierelementen kan nuttig zijn om het pand van
andere te onderscheiden, als identificatie dus.
Belangrijker is het waarderend kijken: vormt de
gevel een representatief, mogelijk bijzonder
voorbeeld van een bepaalde bouwstijl? De
architectuurhistorische blik gaat daarbij uit van
het door de laatste ontwerper beoogde beeld.
De bouwhistoricus merkt vooral de onregelma
tigheden in het beeld op, dat wat de architect
zoveel mogelijk camoufleerde. Achter een
lichte verschuiving van een vensteras, een
gering verschil in baksteenformaten, een bouw-
naad zoekt hij de ontwikkeling van de gevel.
Voor de evolutie van het pand biedt het interi
eur vervolgens andere aanwijzingen. Ook de
kunsthistoricus wil naar binnen, hopend op
verrassende vondsten. De jurist zal tenslotte
vragen wat van dat alles het beschermen waard
is. Het onderscheid tussen de kunst- en de
bouwhistorische invalshoek is hier wat overdre
ven, maar dat in teamwork de beste resultaten