Optimisme over monumentenzorg Leo van der Meule Interview met directeur Asselbergs van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg In deze bijdrage de weerslag van een gesprek dat Heemschut voerde met drs. A.L.L.M. Asselbergs, directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) in Zeist. Er valt wat te vieren: de RDMZ is erin geslaagd wederom extra geld los te peuteren voor de monumentenzorg tot 2010. 2 Heemschut Een prestatie Allereerst zijn gelukwensen en complimenten op hun plaats. De monumentenzorg moet op alle niveaus - gemeentelijk, provinciaal en nationaal - concurreren met zoveel andere beleidsterreinen dat het wel weer een nek-aan- nek-race zal zijn geweest. Immers het verkeer, het milieu, de gezondheidszorg en het onder wijs kennen ook zo hun eigen lobbies en pleit bezorgers. Bovendien verwacht de regering een afvlakken van de groei en dan is het een flinke krachttoer om meer geld in de wacht te slepen voor iets dat soms wel als luxe wordt gezien. Om. hoeveel geld gaat het eigenlijk? Fons Asselbergs slaat aan het rekenen. De dotatie- Nuis biedt soelaas voorde jaren 1996-2000. Die pot bevatte oorspronkelijk 275 miljoen. De doorlooptijd tussen planvorming, toekenning en uitkering levert rente op. Monumentenzorgers beleggen tegenwoordig ook. Totaal is uiteindelijk onder de noemer Nuis 320 miljoen beschikbaar. Hetregeer- accoord van Paars 2 heeft voor 2001 en 2002 99 miljoen opgebracht en voor de acht jaar daarna nog eens 421 miljoen. Om te voorkomen dat volgende kabinetten, met economische wind tegen, alsnog terugkomen op deze toezegging is die voor driekwart gegarandeerd. Bovenop dit geld is ook nog 200 miljoen beschikbaar voor de Stads- en Dorpsvernieuwing. Letwel dit gaat allemaal over extra geld. Naast deze bedragen, totaal ruim één miljard, zijn ook nog jaarlijks de gewone middelen uit het Besluit Restauratie Rijksmonumenten (BRRM) ten bedrage van 75 miljoen per jaar beschikbaar. De totale achterstand inlopen, wat een extra bijdrage van 1,4 miljard zou vereisen, kan hiermee helaas nog niet. We gaan een flink eind de goede kant uit. Kanjers nieuwe stijl Wie, beter gezegd vielke gebouwen, gaan er nu in de eerste plaats profiteren van dit extra geld? De kanjers?? Juist niet zo legt Fons Asselbergs uit. 'Allereerst even iets over het begrip 'kanjer'. Tot voor kort was er een kanjerregeling die inhield dat wanneer een restauratie meer dan zes maal het jaarlijks gemeentelijk BRRM-budget opslokte het project voor centrale subsidiëring in aanmerking kwam, de knelpuntenregeling. Met evenwel een zeer kwalijk gevolg: de gemeente was voor drie jaar door zijn geld heen en alle andere monumenten moesten al die tijd wachten. Die zogenaamde kanjerregeling is op de helling gezet. Zij werkte niet goed. De vraag was groot, het rijksbod klein, veel te klein. De regeling ontmoedigde meer dan zij goed deed. Een nieuwe definitie of omschrijving is nog niet voorhanden, laat staan een juridisch houd bare subsidie-regeling. Wel bestaat er eensge zindheid over het feit dat restauratie-projecten die meer dan een miljoen gulden subsidie vergen, als kanjers moeten worden aangemerkt. Juist - zo moet de directeur helaas in mineur eindigen - voor die kanjers kunnen wij nog niets doen. Het extra geld zal in hoofdzaak gaan naar de kleinere projecten, waarbij de woon huismonumenten een accent krijgen. Uit de gemeentelijke behoefteramingen is gebleken, dat daar de achterstand het hoogst is.' Goed, die eigenaar van dat kleinere monument met die kleinere restauratie voor de boeg is dus volop in beeld. Wat moet hij/zij doen om voor die extra middelen in aanmerking te komen? 'Om te beginnen is besloten af te zien van het instellen vart jaarlijkse extra subsidierondes zoals bij het Nuis-geld het geval was. Men moet Drs.A.L.L.M. Asselbergs, directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. het gewone pad volgen dat ook altijd al gevolgd moest worden om voor de gewone BRRM- subsidie in aanmerking te komen. Men dient door middel van een goed plan een aanvraag in bij de gemeente. Die neemt het op in hetvijfja- renprogramma dat nu wel, al dan niet met tussenkomst van de budgetbeheerder op het provinciehuis, op veel meer kans op toekenning van middelen kan rekenen.' Een fraai toekomstbeeld, maar toch... eerst een plan, dan pas toekenning. 'Klopt, we hebben inderdaad gemerkt dat het laten maken van een plan voor nogal wat indivi duele eigenaren juist van kleinere (woon- huisjmonumenten een flinke drempel betekent. De verenigingen en stichtingen, maatschap pijen stadsherstel en dergelijke instellingen hebben vaak wel de kennis en het inzicht om met een bepaalde onzekerheid overweg te kunnen, terwijl de particuliere bewoner van een woonhuismonument dat niet zo goed kan. De Rijksdienst is met het Nationaal Restauratie fonds en het Prins Bernhardfonds om de tafel gaan zitten. Doel van het overleg was het inbrengen van meer zekerheid voor de eigenaar in het allervroegste stadium. Bij architecten is gepolst welk bedrag ongeveer nodig was om een schetsplan met kostenraming te kunnen laten maken. Zo is men uitgekomen op een plansubsidie van 2 500,-. De subidi evers trek kers lopen hierbij het risico dat geld kwijt te april 1999

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 4