Monumentaal Roermond
I
Willem Cartigny
Op 5 en 6 juni voeren de Monumentendagen van Heemschut ons
naar Roermond (zie pag. 22). Hieronder iets over de geschiedenis
van deze stad en de problemen rond de monumentenzorg.
Roermond is één van de oudste steden van Nederland. De
stadsvorming van de al veel langer bestaande vlek bereikte zijn
voltooiing aan het eind van de 12de eeuw, toen de eerste
Voogden van de graven van Gelder hun intrede deden.
30
Heemschut
De voorstad St. Jacob vanaf de toren van de kathedrale kerk. Oud en nieuw geïntegreerd.
Geschiedenis
Begin 13de eeuw werd de stad door de Duitse
keizer Otto verwoest, maar opnieuw opge
bouwd. Daarbij vormde de stichting van de
adellijke Munsterabdij door de graaf van
Gelder met zijn moeder als eerste abdis een
belangrijke stimulans. Roermond werd al snel
het centrum van het zogenaamde Overkwartier
van Gelder (naast de drie 'Neder-kwartieren'
Arnhem, Nijmegen en Zutphen) en bleef die
positie gedurende vele eeuwen houden; eigen
lijk tot aan de Franse tijd, maar toen was het
Overkwartier reeds opgesplitst over een aantal
staten-heren.
Haar bloeitijd bereikte de stad als Hanzestad
(lakennijverheid!) én hoofdzetel van het
Overkwartier van het hertogdom Gelder.
Aansluitend wist de stad diverse bestuursfunc
ties binnen de poorten te halen, bijvoorbeeld
- sedert 1559 - de bisschopszetel en vanaf 1580
de Gelderse Rekenkamer en het Souverein Hof
van Gelder, en uiteraard was de stad de vesti
gingsplaats van de Staten van het Overkwartier.
Grote branden teisterden overigens de stad in
1554en 1665.
De stad telde vele klooster- en onderwijsinstel
lingen die in belangrijke mate stratenpatroon
en karakter van de stad meevormden.
Aan die rijke geschiedenis dankt de stad zijn
nog steeds monumentale karakter. Overigens
heeft de stad aan de buitenzijde vooral een 19de
en 20ste-eeuws aanzien, waarachter dan veelal
een ouder, soms middeleeuws, restant schuilt.
Dat 19de-eeuwse aanzien heeft voor een deel
ook te maken met de bloei van diverse kunst
werkplaatsen in deze eeuw. De bekendste
daarvan zijn de glas-in-lood-ateliers (met name
de firma Nicolas) en de ateliers voor kerkelijke
kunst van Cuypers/Stoltzenberg, waarvan de
produkten over heel Nederland en het buiten
land uitzwierven. De architect Pierre Cuypers en
zijn zoon Jos Cuypers hebben in belangrijke
mate bijgedragen tot het architectonisch beeld
van de stad.
Alhoewel Roermond de tweede monumenten-
stad van Limburg is (na Maastricht uiteraard)
en er in een straal van zo'n 50 km rondom de
stad geen gelijkwaardige monumenten-metro-
pool te vinden is, is dit feit tamelijk onbekend.
De stad timmert nog veel te weinig aan de weg
met zijn monumentaal erfgoed. Mede om daar
de nodige verandering in aan te brengen is
Stichting Ruimte opgericht.
De stichting Ruimte
'Ruimte' is een stichting die begin 1997 is
opgericht, voortbouwend op het initiatief van
een aantal 'monumentenfanaten.'
Zij geeft o.a. het kwartaalblad Ruimtelijk uit.
Ruimte is opgericht omdat we vonden dat het
in een aantal opzichten slecht is gesteld met het
monumentaal erfgoed in de stad. Voorbeelden
liggen er met name op het terrein van een
aantal vervallen en al vele jaren leegstaande
monumenten. Het gaat veelal om de zogeheten
kanjers: de voormalige muziekschool aan de
Swalmerstraat, het voormalig bisschoppelijk
seminarie aan de Veldstraat, de Roersingel-
panden 3 t/m 6, de Mouterij aan het spoor, de
ECI-centrale, het Christoffelhuis aan de
Lindanusstraat, het voorheen bisschoppelijk
paleis/paleis van Justitie, enz. Dit zijn dan
panden die vooralsnog aan de slopershamer
wisten te ontkomen. Andere panden lukte dat
niet: boerderij 't Ham, een oude
Munsterbezitting, de Tramremise en expedi
tiegebouw van de LTM op de gemeentewerf,
de Roodververij in Herten, en ook diverse kost
bare interieurs, zoals Van Munsterplein 1/2 en
de Oudenborch in Meruin. Daarnaast vielen
vele kleinere relicten ten prooi aan noncha
lance, desinteresse e.d. Een sprekend voor
beeld: de middeleeuwse bestrating van de Gats
aan de Roerkade-uitgang, waarvan de
gemeente het kennelijk nodig vond deze een
'moderner' aanzien te geven.
Achterstand
Roermond heeft hier en zeker ook op het
terrein van de gemeentelijke monumentenzorg
en archeologie een flinke achterstand in te
halen. De gemeentelijke lijst bestaat bijvoor
beeld slechts in rudimentaire vorm, terwijl de
lijst al 5 jaar geleden gecompleteerd had
moeten zijn.
Daarnaast willen we graag dat er meer aandacht
komt voor de moderne vormgeving, architec
tuur hoeft niet enkel functioneel (en dus lelijk?)
te zijn. Stadsschoon weerspiegelt zich in het
oude en het nieuwe. We willen zeker niet alles
bewaren, maar wel voorkomen dat er, zoals tot
nu toe te vaak is gebeurd, onoordeelkundig en
april 1999