Monumentenwet: papieren tijger? Willem Jan Pantus Kanttekeningen bij rechterlijke uitspraak n.a.v. voorgenomen sloop van Weeshuis aan de Hessenberg in Nijmegen Kort voor Kerstmis deed de Arnhemse arrondissementsrechtbank uitspraak in een zaak die de gemoederen in Nijmegen al sinds 1990 bezighoudt: mag voor de realisering van het omstreden plan met de onheilspellende naam 'Flash Gordon' het voormalige R.K. Weeshuis, een rijksmonument, nu wel of niet gesloopt worden? Heemschut 7 Het voormalig RK weeshuis aan de Hessenberg na afbraak van de omringende bebouwing. Foto Anita Pantus. De Bond Heemschut had, samen met het Cuypersgenootschap en de plaatselijke organi saties Vereniging Numaga en Bewonersraad Binnenstad, de procedure aangespannen tegen de gemeente Nijmegen, die zichzelf de sloop vergunning had verleend. Het oordeel van de rechtbank was even simpel als verbijsterend: de gemeente mag het monu ment afbreken, want zij heeft voldaan aan de procedure die in de Monumentenwet 1988 voorgeschreven is. Die houdt slechts in dat er adviezen moeten worden ingewonnen bij de Minister - lees: de Rijksdienst voor de Monumentenzorg - en de gemeentelijke monumentencommissie. Die kan de gemeente vervolgens zonder bezwaar naast zich neerleg gen, ook al zijn ze negatief ten aanzien van sloop, want - zo overweegt de Meervoudige Kamer Bestuursrecht in haar argumentatie - het verlenen van een sloopvergunning berust op een 'discretionaire bevoegdheid' van de gemeente. Dat wil zoveel zeggen als: als ze de wet maar niet overtreedt, is het aan de gemeente of ze de vergunning wil verlenen of niet. De rechtbank sanctioneert op deze wijze dat de gemeente aan het plan 'Flash Gordon' een grotere betekenis toekent dan aan het behoud van het weeshuis als rijksmonument. Oude wet Opvallend is dat de rechtbank geheel voorbij gaat aan de toepassingen van de monumenten wet in het verleden, en dat is vanuit het stand punt van de beschermingsorganisaties bezien een kwalijke zaak. Ten tijde van de 'oude' Monumentenwet van 1961 was het zo dat de minister in principe geen toestemming gaf tot het afbreken van een monument. Om een rijks monument toch te mogen slopen, moest men wel over heel goede argumenten beschikken. Een reden kon bijvoorbeeld zijn dat als gevolg van een grote brand of ernstig en langdurig verval van monumentale waarde geen sprake meer was. Nieuwe wet Door de invoering van de 'nieuwe' Monumentenwet van 1988 is de bevoegdheid tot aanwijzing bij de Minister gebleven, maar de bevoegdheid tot het verlenen van vergun ningen (waaronder de sloopvergunning) bij de gemeenten. Ook is, in het kader van de invoe ring van de Algemene Wet Bestuursrecht, het element van de belangenafweging een rol gaan spelen. Tot nu toe kende de rechter aan het algemene belang van de monumentenbescher ming terecht een grotere waarde toe dan aan de particuliere belangen van een op sloop beluste eigenaar. Een monument is immers een kwets baar object, en afbraak is onomkeerbaar. Zo moest volgens de recente jurisprudentie een eigenaar die een rijksmonument wilde slopen van de rechtbank in Zutphen aantonen dat er een noodzaak tot sloop was - wat hij niet kon - met als gevolg dat de sloopvergunning niet verleend werd. Plan Hessenberg Had de Arnhemse rechtbank in het geval van het voormalig R.K. Weeshuis net zo gerede neerd, dan had de gemeente Nijmegen geen been om op te staan gehad. Er lag immers een uitgewerkt en doorgerekend schetsplan klaar, het Plan Hessenberg, dat evenals het gemeen telijke plan Flash Gordon voorzag in de revita lisering van het betreffende stuk binnenstad, maar tegelijk het voortbestaan van het monu ment als uitgangspunt had - volgens ons de enig juiste omgang met monumenten in gebie den waarin grote planologische ingrepen plaatsvinden. Er bestond dus in de Nijmeegse situatie geen enkele noodzaak tot sloop van het monument, en de rechtbank had dan ook conform de Zutphense uitspraak kunnen (moeten?) oordelen. Nu verschuilt de recht bank zich in haar argumentatie achter een gemaakte politieke keuze (Flash Gordon in plaats van het Weeshuis) en zegt terughoudend te moeten toetsen. Dat is volgens ons onte recht, want niet politici, maar rechters dienen tegen de achtergrond van o.a. de februari 1999

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 9