Column
Corridors
februari 1999
Heemschut
3
wetende dat de cultuurhistorie meer kansen
biedt dan bedreigingen, dat heeft de ervaring
namelijk geleerd. Bouwers zeiden vaak: van
cultuurhistorie heb je alleen maar last, dat is
een blok aan je been, dat levert vertraging op.
Maar als je er op een andere manier naar kijkt,
zie je dat de zogenaamde belemmering juist
kansen inhoudt. Dat je, door rekening te
houden met de cultuurhistorie, een veel beter
en interessanter product kunt maken.'
Fort Andries
'Ik zag een leuk voorbeeld in het blad Rivieren
magazine. In 10 pagina's wordt het in 1815
tegen een opnieuw dreigende Franse invasie
gebouwde nieuwe Fort Andries in het Land van
Maas en Waal belicht. (Het oude Fort Andries
dateert uit 1599, de Tachtigjarige Oorlog). In
het nieuwere Fort zijn nu allerhande bedrijven
en organisaties gevestigd. Verder hebben beide
forten geleid tot natuurontwikkeling in het
gebied, in de waterrijke omgeving zijn nieuwe
veren aangelegd, er zijn routes ontwikkeld, er is
toerisme op gang gekomen, werkgelegenheid
ontstaan. Het startpunt was alleen het fort,
maar dankzij bestudering van de cultuurhisto
rie kwam er van alles tot ontwikkeling. Dat is
precies waar Belvedere voor staat: een ontwik
kelingsgerichte visie. We worstelen op dit mo
ment met een waterproblematiek. We hebben
steeds maar doorgebouwd, maar roepen tegen
woordig dat er ruimte moet zijn voor het water.
De cultuurhistorie kan daarbij antwoorden
geven. Neem de Hollandsche Waterlinie. De
Hollandsche Waterlinie is een schoolvoorbeeld
van waterbeheersing, maar een aantal technie
ken die we vroeger toepasten, zijn we gewoon
vergeten. De cultuurhistorie geeft een heleboel
antwoorden voor de problemen waarmee we
worstelen.'
Waardenkaart
Het meest tot de verbeelding sprekende resul
taatvan Belvedere is de Waardenkaart cultuur
historie van Nederland. Gereed in april en dus
nog niet voor publicatie beschikbaar. Niet
zonder enige trots vouwt Frank Strolenberg
een voorlopige waardenkaart van Nederland
uiteen die inderdaad heel publicabel is, met veel
rood ter aanduiding van gebieden waar ultieme
cultuurhistorische waarden heersen.
'Als we gebieden met cultuurhistorische waarden
op de kaart hebben gezet, krijgen ze een bepaal
de status, maar pas een planologische op basis
van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening die in
december verschijnt. Alleen als onze adviezen
worden opgenomen in deze nota.
De nota doet naar verwachting een aantal
uitspraken. Vermeldt gebieden die voorgedra
gen zijn door Belvedere als zijnde van uitzon
derlijk belang. Dat betekent dat als een plan
nenmaker, een gemeente, iets wil doen, er
bepaalde regels in acht genomen moeten
Ingang in het oude fort St.Andries.
worden, dat ze de cultuurhistorie dus niet
kunnen veronachtzamen. Daarnaast kunnen we
kijken of we een aantal van die gebieden, die
heel erg belangrijk zijn of heel erg bedreigd
worden, een nog sterkere status moeten geven,
een gebiedsgerichte bescherming kunnen
opleggen door middel van een planologische
kernbeslissing (PKB). Dat is dan stap 2 in het
beschermingsproces.'
Op die manier kunnen er eindelijk een soort
historisch-geografische monumenten aange
wezen worden, die een bescherming genieten,
vergelijkbaar met bouwkundige monumenten.
'Ideaal zou het zijn als gemeenten een goede
opdrachtgeversrol kunnen vervullen. Dat ze
weten waar ze informatie over cultuurhistori
sche aspecten moeten halen. Op dit moment
weten ze vaak niet wat het belang is van de
cultuurhistorie, hoe je ermee moet omgaan, ze
weten de weg niet te vinden in het bos van
instellingen en deskundigen. Ook architecten
en stedenbouwkundigen moeten worden opge
leid, zodat ze historische analyses kunnen
maken van gebieden waar ze werken, en niet op
een blanco pagina beginnen te schetsen. Ideaal
is dat iedereen beseft dat je in een traditie
bouwt, en in eerste instantie naar het verleden
kijkt.'
In april komt het Belvedere-project, dat dan
anderhalfjaar loopt, met haar nota uit. Daarin
wordt onder meer veel nadruk gelegd op het
verwerven van cultuurhistorische kennis.
'Kennisontwikkeling en kennisoverdracht is
enorm belangrijk. We willen graag master
classes organiseren, we willen niets minder dan
een maatschappelijk debat. Niet iets in de
marge.' Frank Strolenberg pleit ervoor alle
kennis die lokaal aanwezig is, te bundelen ten
behoeve van gemeenten. De kennis en ervaring
die een particuliere organisatie als Heemschut
bezit, is dan ook meer dan welkom.
Belvedere staat voor: Beleid voor het verleden in de
ruimtelijke orde.
De randen van onze snelwegen worden in hoog
tempo volgebouwd met bedrijfsgebouwen, busi-
ness-parken en meubelboulevards. En er staan
de komende jaren nog 250 nieuwe locaties -
goed voor .16.000 hectare - op stapel.
Onderzoeksinstituut Rigo breekt in een rapport
de staf over de treurige eentonigheid van die
bedrijfsparken. 'Overdag is het een kakafonie
van kleur, verkeer, uithangborden, autos's,
vrachtwagens, wandelaars, hijskranen, tracto
ren, benzinestations, billboards, vlaggen, tuinen,
beeldende kunst, lantaarnpalen, glas en water,
's Nachts is alles donker en leeg', aldus onder
zoeker Van Rossum in Trouw. Volgens hem
beseffen gemeentenbesturen, stedenbouwkun
digen en werkgevers niet dat zulke eenvormige
terreinen het aanzien van Nederland schaden.
In het buitenland worden nog wel eens succes
volle pogingen gedaan wonen en werken te inte
greren.
Maar waar bij ons in de Vinex-wijken ten minste
op papier die integratie wordt nagestreefd komt
dat bij die plannen voor nieuwe bedrijfsterrei
nen gewoon niet voor. Ook de met de mond
beleden integratie met het landschap blijkt in
de plannen voor nieuwe bedrijfsterreinen een
onbereikbaar ideaal.
Tegen deze achtergrond is het plan van minister
Pronk om assen van verstedelijking - corridors -
toe te laten langs de bestaande uitvalswegen van
de stad nogal riskant. De minister wil aansluiten
op de bestaande ontwikkeling en de corridors
mogen de vitaliteit van onze steden natuurlijk
niet aantasten. Dreigt hier echter niet het
gevaar, dat de beter bereikbare corridors de
steden juist zullen leegzuigen, zodat die verloe
deren tot getto's voor economisch zwakkeren?
En zullen gemeenten, die dol zijn op nieuwe
bedrijven, zich echt willen houden aan de
grenzen van de corridors waardoor het hele
landelijk gebied tussen steden dicht dreigt te
slibben?
En wie garandeert, dat er binnen de corridors
zelf aantrekkelijke woon/werk-milieus gaan
ontstaan. Uit het onderzoek van Rigo blijkt, dat
de plannen voor nieuwe bedrijfsterreinen hele
maal niet in functiemenging voorzien.
Gelukkig is Pronk geen zacht gekookt eitje en
wil hij sturender gaan optreden.
Hij bekritiseert in de NRC de gemeenten, die
zich niet aan bestemmingsplannen houden en
maakt zich zorgen over de lelijke bebouwing,
zoals die bijvoorbeeld tussen Den Haag en
Leiden oprukt. De houtskoolschets, die Pronk
nu heeft geproduceerd, is gelukkig nog maar een
eerste aanzet voor de Vijfde Nota R.O. Laat de
minister zich nog eens verduidelijken en aange
ven hoe hij de ontwikkeling kan sturen. Maar
laat hij vooral het idee van de compacte stad
overeind houden en wat meer denken in de rich
ting van dubbel gebruik van ruimte door over
kapping van wegen.(Zie ook pag.14 over het
dichtbevolkte Voorburg).
WAARNEMER