Van blok aan het been tot motor
van nieuwe ontwikkelingen?
m
Bert Franssen
Belvedere-project wil dat cultuurhistorie opbloeit
Nooit van het Belvedere-project* gehoord? Het zij u vergeven.
Toch, als dit project uiteindelijk niet verzandt en de hoog
gestemde ambities waargemaakt worden, dan kunnen de
consequenties enorm zijn. Nederland zou er heel anders uit gaan
zien zonder Belvedere-project, om het zo maar eens te zeggen.
In de visie van Belvedere kan geen enkel gemeentebestuur het
zich nog permitteren een nieuwbouwwijk uit de grond te
stampen, zonder eerst grondige studie van de cultuurhistorische
waarden van het betrokken gebied te hebben gemaakt. De
cultuurhistorie mag in de belangenstrijd niet meer achteraan
komen hobbelen. Belvedere-projectleider Frank Strolenberg:
'we kiezen voor een veel assertievere benadering.'
m
2
Heemschut
5■0t>
Het oude Fort St.Andries, in 1599 gebouwd ter verdediging tegen de Spanjaarden. Foto Dick Brouwers.
Het beleid rond cultuurhistorie is over drie
ministeries verdeeld (OC en W, VROM en
Landbouw), maar er was tot voor kort geen
behoorlijke afstemming. Het Belvedere-project
heeft daaraan een einde gemaakt, ambtenaren
brainstormen nu wekelijks dagenlang over een
nieuw integraal landelijk beleid rond cultuur
historische waarden. Om het geheugen op te
frissen: de cultuurhistorie omvat bouwkundige,
archeologische èn landschappelijke (historisch-
geografische) waarden. Vooral de historisch-
geografische aspecten waren vogelvrij verklaard,
hadden geen behoorlijke bescherming, slechts
een handjevol ambtenaren op Landbouw hield
zich er beleidsmatig mee bezig.
Projectleider van Belvedere is Frank
Strolenberg, door een aantal oorzaken al de
derde in deze functie. Hij legt uit hoe Belvedere
ontstond en waarom pas nu.
'De drie disciplines van de cultuurhistorie
waren lange tijd naar binnen gekeerd,' zegt hij.
'Ik ben zelf afkomstig van de Rijksdienst voor
het Oudheidkundig Bodemonderzoek. En ik
weet dat de archeologie pas de laatste jaren
meer naar buiten kijkt, en nu ook in professio
nele zin in gesprek is met wat oorspronkelijk
gezien werd als 'de vijand', namelijk de
bouwers. Tegelijk weten ook de ministeries
elkaar steeds beter te vinden. De vorige minis
ter van VROM De Boer was persoonlijk heel
geïnteresseerd in cultuurhistorie. Je kunt ook
zeggen dat de tijd rijp was voor beleidsverande
ringen. Plannenmakers, die de zoveelste nieuw
bouwwijk moeten bouwen, vragen zich af waar
door hun nieuwe wijk zich nu eigenlijk van de
andere kan onderscheiden. Bewoners zien het
niet zo zitten om in een wijk te gaan wonen
zonder gezicht, zonder identiteit. Er was dus
ook een vraag ontstaan vanuit de maatschappij.
Je ziet op een bepaald moment bewindslieden
en beleidsambtenaren verschijnen die daar
gevoelig voor zijn.'
'Het is de bedoeling dat de cultuurhistorie in de
reeks van belangen die bij het beleid een rol
spelen een veel prominentere plaats krijgt.
Voorheen sloot ze de rij zo'n beetje, ze mocht
óók nog even meedoen. Nu zeggen we: we
kiezen voor een veel assertievere benadering,
februari 1999