28
Heemschut
Het afgebrande Paleis voor Volksvlijt in Amster
dam. Foto Bureau Monumentenzorg Amsterdam.
voor vermogende families. De enige die iets
van de Haussmann-ideeën heeft kunnen reali
seren was de arts Samuel Sarphati. In tegenstel
ling tot de kille stadsvernieuwers in Parijs en
hun navolgers elders was Sarphati een sociaal
bewogen man, die allerlei initiatieven ontwik
kelde voor volksontwikkeling en volksgezond
heid. De pracht en praal van Parijs stond hem
echter ook voor ogen. Zijn grootste schepping,
het Paleis voor Volksvlijt, is in 1929 door brand
verwoest, maar het Arnstel Hotel staat er nog,
zij het kleiner dan Sarphati het had bedoeld.
Sarphati was niet de enige die Haussmann
bewonderde. Het uitbreidingsplan van de
stadsingenieur Van Niftrik uit 1866 had duide
lijk Haussmann-accenten, maar het stuitte af op
gebrek aan geld en aan onteigeningsbevoegd
heden. In hetzelfde jaar lanceerden Outshoom
en Kuinders het plan om de Plantage Midden
laan door een rechte 'Breede Aanzienlijke
Hoofdstraat' omzoomd met deftige winkels en
woningen te verbinden met de Dam. Van dat
barbaarse voorstel is alleen een kleine verbre
ding van de Damstraat overgebleven.
Zo zijn er meer doorbraakplannen geweest, die
luchtkastelen bleken. De enige doorbraak van
betekenis die wel werd uitgevoerd, van de
Nieuwezijds Voorburgwal naar de Wester-
markt, was onvermijdelijk om een verbinding te
krijgen tussen het snel groeiende West en het
stadshart. Het genoemde gebrek aan geld en
onteigeningsbevoegdheid heeft de stad voor
vele beraamde rampen behoed. Niet minder
belangrijk is de taaiheid van de oude structuur
en bebouwing geweest, die vele functiever
schuivingen heeft opgevangen.
Imponeren
Is het Haussmann-complex inmiddels uit de
hoofden van de ontwerpers verdwenen? De
dictaturen hebben in Moskou, Berlijn en Rome
de imponeer-aanleg ten behoeve van parades,
geïnspireerd op de Champs Elysées, gelukkig
in discrediet gebracht.
De arrogantie dat uit het stukbreken van een
historische structuur iets beters te voorschijn
gehaald kan worden, klonk echter nog waar
neembaar door in de 'wederopbouwplannen-
1953' en in het afgewezen saneringsplan-
Jordaan 1970. Imponeer-architectuur is
allerminst voorbij, nu niet meer als manifestatie
van staatsmacht en nationale trots maar in de
hoogbouwconcurrentie van geldmachten.
'Heemschutterij'
Wat in het waardevolle boek van Wagenaar
slechts terloops aan de orde komt is de tegen
beweging, door hem als 'heemschutterij'
aangeduid. We lezen wel over de vlammende
philippica van Victor Hugo tegen Haussmann,
en van burgemeester Buis in Brussel, die met
moeite de Grote Markt redde, ook Jan Veth en
de Reguliersgracht komen ter sprake, maar aan
de merkwaardige herleving van de oude stad als
woonmilieu, door middel van restauratie van
woonhuismonumenten, is de auteur niet toege
komen. Juist in een boek dat de stadsontwikke
ling nu eens niet met de ogen van een architect
of planoloog bekijkt, maar vanuit de sociaal-
geografische discipline, zou dat een interessant
slothoofdstuk kunnen zijn. Het monumentale
Parijs van Haussmann wordt nog altijd bewon
derd maar de enkele stukken, die aan zijn
slopers zijn ontsnapt - het quartier St. Sévérin
bijvoorbeeld - zijn druk, levendig en gezellig,
een kwaliteit die ontbreekt op het nabije ile de
la Cité, het oudste hart van Parijs dat groten
deels kaalgeslagen werd ten behoeve van de
sombere massa's van het centrale ziekenhuis, de
politieprefectuur en de rechtbank. En het
eigenwijze Amsterdam, dat zijn monumentali
teit ontleent aan de samenhang van individuele
huizen met hun zorgvuldige stedenbouwkun
dige structuur, staat er ook nog. Het is niet
bezweken aan het Haussmann-complex.
G. Brinkgreve is secretaris van de Vereniging
Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad,
eindredacteur van Binnenstad en oud-redacteur
van Heemschut.
februari 1999