Het Haussmann-complex
in Amsterdam
Geurt Brinkgreve
In zijn onlangs verschenen boek 'Stedebouw en burgerlijke
vrijheid, de contrasterende carrière van zes Europese
hoofdsteden' beschrijft Michiel Wagenaar hoe inspirerend de
stadsvernieuwing in Parijs gedurende het Tweede Keizerrijk is
geweest voor Brussel, Rome en Budapest. Alleen in Londen en
Amsterdam volgde de overheid een andere koers.
februari 1999
Heemschut
27
de 17de eeuw in allerlei boekwerken werd afge
beeld.
De populariteit van David, de psalmist, nam
steeds meer toe. Zijn kwaliteiten en tekortko
mingen strekten tot voorbeeld van verschil
lende machthebbers, rechters en bestuurders.
Hij is strijder en overwinnaar, koning van het
volk van Israël. De overtuiging groeide dat
eigentijdse gebeureurtenissen weerspiegelin
gen waren van bijbelse gebeurtenissen. Niet
alleen voorvallen in huis en familie, maar ook in
groter verband werden gezien als afspiegeling
van religieuze en morele waarden. Het veelbe
wogen leven van David leverde voldoende stof
tot reflectie, belering en rechtvaardiging van
handelen van geestelijke en parochiaan, van
machtshebber en soldaat, van volk en individu,
(p. 89).
Het tweede deel van het proefschrift beschrijft
uitvoerig de dertien bewaard gebleven luiken
uit de betreffende periode in Amsterdam (3
paar), Utrecht (2 paar), Alkmaar, Maastricht,
Orgel Nieuwe Kerk, Amsterdam
Breda, Midwolde, Hattem, Middelburg, Den
Haag en Goes.
Mieke van Zanten eindigt het eerste deel met
'juist de diversiteit aan betekenissen achter de
Davidvoorstellingen maken de beschilderde
orgelluiken tot een uiterst boeiend onderdeel
van de collectie Nederland'. Een intensieve
wijze van kijken met behulp van een verrekijker
wordt van de toeschouwer gevraagd. 'De
beschrijving van de voorstellingen hoopt bij te
dragen aan een nieuwe kijk op het Nederlandse
orgelfiront'. In ieder geval zal deze studie leiden
tot meer begrip omtrent de
Davidvoorstellingen.
Orgelluiken; traditie en iconografie door Mieke
M. van Zanten. Proefschrift Nijmegen. Tweede
deel in de Reeks Nederlandse Orgel
Monografieën, uitgegeven door de Walburg
Pers in samenwerking met de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg. Zutphen, 1999. 256 p.
ISBN 90 5730 025 7. Prijs f79,50.
In 1853 schoof de door een staatsgreep aan de
macht gekomen Napoleon III het gemeentebe
stuur van Parijs opzij. Hij benoemde de
carrière-bestuurder Haussmann tot prefect van
het departement Seine, met uitgebreide
volmachten en kredieten. Deze moest de in
haar plattegrond nog grotendeels middel
eeuwse stad van smalle bochtige straten, over
bevolkte huizen zonder riolering en zonder
goed drinkwater, herscheppen tot de nationale
etalage van het nieuwe Keizerrijk.
Haussmann vormde een staf van bekwame
medewerkers, hij liet de stad nauwkeurig in
kaart brengen, ontwierp een samenhangend
plan van brede straten en boulevards met zicht
lijnen op grote gebouwen en ging onbarmhar
tig aan de gang. De tienduizenden verdreven
bewoners moesten zelf zorgen voor onderdak,
de nieuwe bebouwing langs de doorbraken die
aan strenge voorschriften moest voldoen, was
bestemd voor de snel in aantal en vermogen
groeiende bourgeoisie. Na de val van Napoleon
III zette de republikeinse regering dat beleid
voort.
Zo ontstond het stralende monumentale,
overal bewonderde Parijs van voor en na 1900.
Wagenaar zet uiteen hoe die transformatie
mogelijk werd gemaakt door ruime onteige
ningsbevoegdheden en geldmiddelen, en door
het feitelijk afschaffen van de gemeentelijke
autonomie en democratie.
Hollandse intimiteit
Dat lag anders in het 19de-eeuwse Amsterdam.
Onteigening van grond en gebouwen was alleen
in beperkte mate bij aparte regeringsbesluiten
mogelijk, de stad was armlastig, vermogende
lieden gingen liever in Den Haag, later in het
Gooi en Kennemerland wonen. In Amsterdam
werden geen ministeries gebouwd, en geen
ambassades gevestigd. De oude rivaliteit uit de
tijden van de Republiek tussen Amsterdam,
waar het geld werd verdiend, en het stadhou
derlijke Den Haag waar het werd uitgegeven,
bleef voortsmeulen. Het was een Fransman,
Henry Havard, die het volstrekt eigensoortige
van Amsterdam, de kleine Zuiderzeesteden en
de Zaanstreek ontdekte en internationaal
bekend maakte. Tegenover de pompeuze
monumentaliteit van Haussmann's Parijs
bewonderde hij het pittoreske, de intimiteit en
de individualiteit van het Hollandse stadsbeeld.
Havard, verbannen uit Frankrijk wegens zijn
betrokkenheid bij de Commune, reisde hier
rond in de jaren, waarin Amsterdam dankzij het
Noordzeekanaal herleefde. Hoorn, Enkhuizen
en Medemblik, dat waren voor hem 'dode
steden', maar dat oordeel gold niet voor
Amsterdam.
Paleis voor Volksvlijt
Die attractie voor toeristen werd in Amsterdam
uiteraard zakelijk gewaardeerd maar niet door
iedereen begrepen. Ook hier keek men met
afgunstige bewondering naar Parijs. Ook in
Amsterdam zouden brede boulevards moeten
komen, met luxueuze winkels en woningen