schoven en werd het Bulletin vernieuwd, maar binnen de gelederen van de Bond waren velen niet gecharmeerd van deze (kostbare) verande ringen en vernieuwingen, die wel de bodem van de bondsschatkist al snel in het zicht deden komen, maar verder niets opleverden. Sinds 1992 is het bondsbestuur echter energiek doende geweest om de Bond weer 'op koers' te krijgen door zoveel mogelijk in samenwerking met andere organisaties op wetenschappelijk niveau studiedagen, excursies en andere activi teiten te organiseren en daarbij oog te hebben voor actuele ontwikkelingen op het terrein van de monumentenzorg in relatie met aanver wante vakgebieden. In dit verband kunnen zowel de bouwhistorie als de mogelijkheden van de planologische bescherming worden genoemd. Thans is het beleid van het bondsbe stuur vooral erop gericht de cultuurhistorie de haar toekomende plaats te geven in het debat over de vraag hoe ons land in de volgende eeuw moet worden vormgegeven (het door de rijks overheid geëntameerde project Belvedere). Het Bulletin is en blijft voor de KNOB een zeer belangrijk instrument om het gedachtengoed van de Bond uit te dragen. De KNOB organiseerde in het kader van de viering van het 100-jarig bestaan op 15 oktober j.1. - 100 jaar na de eerste samenkomst in Amsterdam - een wetenschappelijk congres onder de titel 'Honderd jaar oudheidkunde in Nederland; ontwikkeling in het denken over het cultureel erfgoed'. De na afloop van het congres geopende, in samenwerking met de RDMZ samengestelde fototentoonstelling 'Cultureel erfgoed in beeld; 100 jaar KNOB' zal het komende jaar op een aantal plaatsen in ons land te zien zijn. Op 28 januari 1999 vond de feestelijke viering van het jubileum plaats in de Oude Lutherse Kerk te Amsterdam, de aula van de Universiteit van Amsterdam, met prof. dr ir C.L. Temminck Groll en prof. H.J.L. Von.hojfa\s sprekers. Met een speciale excursie in het voorjaar naar Dordrecht en omgeving zal het lustrum worden afgesloten. De relatie met de Bond Heemschut Al spoedig na de oprichting van de Bond Heemschut werden in de bestuursvergaderin gen opmerkingen gemaakt over enerzijds samenwerking en anderzijds afstand houden. Zo bepleitte Kalf'm de bestuursvergadering op 20 februari 1920 om aansluiting bij de Bond Heemschut te zoeken, maar 'de vergadering heeft hiernaar geen oren'. Toch groeiden over en weer kennelijk steeds betere contacten. Als in een Bondsledenvergadering op 1 juli 1926 wordt geklaagd over scheurvorming als gevolg van 'dreuning door auto's' wordt opgemerkt dat Heemschut zich daarmee gaat bezighou den. Het bleek overigens niet uit het KNOB- archief of dat verder ergens toe heeft geleid. Wat wel goed werkte was het sinds 1928 geza menlijk (met ook De Hollandsche Molen, Hendrick de Keyser, Natuurmonumenten, de ANWB en de Vereniging voor Terpen onderzoek) tot aan het uitbreken van de oorlog organiseren van de jaarlijkse Monumentendag (de voorloper van de NCM-Monumenten studiedag). In de jaren '70 vonden gesprekken tussen de respectievelijke besturen plaats over een inten sievere samenwerking, maar resultaat heeft dat overleg niet opgeleverd. Kennelijk waren de cultuurverschillen over en weer toch té groot om tot een vorm van samenwerking te komen. Ook ideeën om Bulletin en het orgaan van de Bond Heemschut te combineren bleken geen levensvatbaarheid te hebben. De situatie, zoals die op dit moment bestaat, lijkt het meest haal bare: op bestuurlijk niveau enkele malen per jaar overleg om te bezien op welke punten kan worden samengewerkt. De KNOB en de Bond Heemschut hebben ieder op basis van hun jarenlange ervaring en traditie hun eigen plaats verworven op het monumentenveld: de KNOB is het weten schappelijke gezicht van de particuliere monu mentenzorg. Binnen de KNOB en in het Bulletin dient de wetenschappelijke discussie over de vele aspecten van het complexe behoudsvraagstuk in onze zo sterk aan verande ringen onderhevig zijnde samenleving plaats te vinden. Het is de taak van de Bond Heemschut in een bredere kring belangstelling te wekken en aandacht te vragen voor 'behoud' in zijn meest brede context. Laat ieder gescheiden, doch wel in nauw contact zijn eigen weg gaan. Dat is voor een gezonde ontwikkeling van de monumentenzorg in ons land het beste. En ook voor de overheid, die tot taak heeft op basis van de Monumentenwet en aanverwante regelge ving een adequaat monumentenbeleid te ontwikkelen, is het een goede zaak krachtige tegenspelers van verschillend niveau tegenover zich te vinden, opdat én de beschermende over heid én het om bescherming vragende particu liere initiatief elkaar wakker houden! Dit artikel vormt samen met deel I in de vorige Heemschut een sterk gecomprimeerde versie van het artikeldat Van Herwaarden in KNOB Bulletin 1998/5 over de geschiedenis van de 100-jarige Bond schreef. Het bureau van de KNOB is gevestigd aan de Mariaplaats 51,3511 LM Utrecht, tel. 030-2321756, fax 030-2312951. Men zal u daar gaarne als lid van de KNOB registreren (afl. 75,- perjaar). Mr G. W. van Herwaarden was van 1974 tot 1981 hoofd van de afdeling Monum.enten van de departe mentale directie Musea, Monumenten en Archieven en van 1987 tot 1995secretaris van de voormalige Rijkscommissies voor de Monumenten en voor de Archeologie. Hij is lid van de KNOB-lustrumcom- missie. Landgoed Beeckestein bij Velsen na de restauratie op initiatief van de KNOB.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1999 | | pagina 27