Windmolens in Noord-Nederland Math Berkers Concentratie in windmolenparken heeft voorkeur Windenergie kan nauwelijks nog alternatieve energie genoemd worden. In nog geen 25 jaar tijd zijn moderne windmolens (ook wel: windturbines) een vertrouwd element in het Nederlandse landschap geworden. Dit succes heeft echter ook een schaduw zijde. Het windmolenpark in Nederland groeit snel en zal in de komende jaren nog sneller gaan groeien. Ook worden de molens steeds groter: molens met een totale hoogte van 50 tot 60 meter zijn zeker geen uitzondering meer. 6 Heemschut augustus 1998 Windmolens blijven natuurlijk fascinerende apparaten. Ze zijn vaak fraai vormgegeven. Een ijle conische mast, aërodynamisch vormgege ven rotorbladen, een rank silhouet dat zich helder aftekent tegen de hemel. Eén windmo len is indrukwekkend, twee is imponerend, maar de grens is snel bereikt. In het vlakke Nederland zijn windmolens al van verre zicht baar en daardoor dominant aanwezig. In het jaar 2000 zal, als alles volgens plan verloopt, het Nederlandse windmolenpark een totale capaciteit hebben van 1000 megawatt. Om deze doelstelling te realiseren is een jaar lijkse groei van 100 megawatt noodzakelijk. Voor een leek zijn dit abstracte getallen. Om een indruk te.geven: een windmolen met een capaciteit van 400 kilowatt heeft al snel een hoogte van 55 meter. Uitgaande van dit vermo gen moeten er dus jaarlijks 250 molens in Nederland verrijzen. Hoe hoger de molen, hoe groter de capaciteit. De electriciteitsmaat- schappijen verwachten dat zij binnen enkele jaren in staat zijn om windmolens te bouwen met een vermogen van 5 megawatt. Dit zijn dan wel apparaten met alleen al een masthoogte van 100 meter. Stel dat dit inderdaad technisch haalbaar is, dan kan met 20 molens per jaar de doelstelling gehaald worden. Slechts twintig molens..., maar dan wel constructies die uitto renen boven alle verder bebouwing. De hele gebouwde omgeving - torensilo's, hoogspan ningsmasten, flatgebouwen en kerktorens - valt hierbij in het niet. Reflecties Het ruimtebeslag van een windmolen is sterk afhankelijk van de locatie. Een windmolenpark heeft een kleiner ruimtebeslag dan hetzelfde aantal molens, verspreid over een groot gebied. Een kustlocatie verkleint de overlast voor de direct omwonenden. Het zijn dan ook vooral de alleenstaande, landinwaarts gelegen molens die het landschap het meest verstoren. Het zoevende geluid van de ronddraaiende rotor bladen is al op grote afstand te horen. Tijdens Windmolenpark bij de Eemshaven. Foto Hilbrand Hut, Edon. zonnige dagen veroorzaken de rotorbladen een constante stroom van slagschaduwen en irri tante reflecties van de zonnestralen. Schaal landschap verandert Windmolens veranderen de schaal van het landschap ingrijpend. Bij kleinere molens was er nog een verband tussen de molen en de maat van de omringende bebouwing. De huidige generatie windmolens is zo groot geworden dat deze relatie verdwenen is. De plaats van een windmolen wordt willekeurig: het maakt niet meer uit of een windmolen bij een boerderij of vrij in het landschap staat. De Friese welstandorganisatie Hus Hiem heeft in 1994 een notitie uitgebracht waarin ze een duidelijk standpunt inneemt over de toekomst van de windenergie in Friesland. Friesland heeft als taakstelling om vóór het jaar 2000 het windmolenpark met 200 megawatt uit te breiden. Volgens Hus Hiem is de groei van het windmolenpark alleen beheersbaar als per locatie gestreefd wordt naar een zo groot mogelijk opwekkend vermogen. Zij ziet liever geen solitaire windmolens in het landschap verschijnen. Mocht dit in een enkel geval toch noodzakelijk zijn, dan pleit Hus Hiem voor een maximale ashoogte van vijfentwintig meter. Grootschalige oplossingen zijn alleen mogelijk in een grootschalig landschap. Volgens Hus

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1998 | | pagina 8