Mooks inventieve
monumentenzorg
Frank Hovens
Doel van de Limburgse Heemschut-excursie van vorig jaar was
het onder de aandacht brengen van de (dreigende) leegstand
van een groot deel van de kloosters in de provincie. Dit typisch
Limburgs vraagstuk vindt zijn tegenhanger in een algemeen voor
komend fenomeen: dat van de leegstaande schoolgebouwen. In
Mook wordt momenteel gewerkt aan een oplossing van deze
herbestemmingsproblematiek, die voor meer gemeenten
interessant is.
4
Heemschut
augustus 1998
De gespaarde gevels van het oorspronkelijke schoolgebouw. Foto: Wim Woensdregt.
De voornaamste troef van de gemeente Mook
en Middelaar is zonder meer haar natuur
schoon. De Maas, de Mookerhei en het glooi
end stuwwallen-landschap maken van Limburgs
noordelijkste puntje een heel bijzondere streek
om te wonen en te recreëren. Het cultureel
erfgoed van de gemeente is minder imposant.
Zoals in veel andere Noord- en Midden
limburgse plaatsen werden in Mook en
Middelaar in het laatste oorlogsjaar veel
verwoestingen aangericht. Het zijn wel bijzon
dere monumenten die de gemeente te bieden
heeft, zoals de restanten van een Romeinse
brug en villa, twee 17de eeuwse schansen, de
enige watermolen in Nederland waarvan het
rad zowel een boven- als middenslag-aandrij
ving heeft, en een gedeeltelijk middeleeuwse
gotische kerk. Het in geometrische Jugendstil
vormgegeven jachtslot 'Mookerhei' zal waar
schijnlijk de MSP-status krijgen.
Tastbare herinnering
Het gemeentebestuur koestert zijn schaarse
monumenten, zegt monumenten-ambtenaar
Frans van Kuppeveld. Dat geldt niet alleen voor
bovengenoemd patrimonium, maar ook voor
minder in het oog springende objecten. Dit
bleek een aantal jaren geleden, toen de
'Katholieke School voor de Rijn- en binnen
vaart en kustvaart' haar deuren moest sluiten.
Behoud van een essentieel stuk cultuurhistorie
was de belangrijkste drijfveer om te proberen
het gebouw geschikt te maken voor bejaarden
huisvesting. Ofschoon het oorspronkelijke
gebouw grotendeels in de Tweede Wereld
oorlog werd vernietigd en het oudste gedeelte,
de voorgevel, uit 1923 stamde, getuigde de
school toch van een geschiedenis die teruggaat
tot 1847, wanneer de zusters franciscanessen op
de bewuste plek een klooster stichtten, dat later
uitgebreid werd met de kweekschool 'Maria
Immaculata'. Voor veel Mookenaren bete
kende het gebouw vooral een tastbare herinne
ring aan hun jaren in de schoolbanken. Na de
oorlog was er tot 1977 het Gabriëlcollege van
de paters passionisten gehuisvest. Daarna was
het gebouw zo'n 15 jaar als opleidingsinstituut
voor de scheepvaart in gebruik. Reeds voordat
het gebouw leeg kwam te staan, heeft de
gemeente naar herbestemmingsmogelijkheden
gezocht. Het gebouw bleek echter niet geschikt
voor bejaardenhuisvesting en een andere
bestemming was niet te vinden. Dan dreigt al
snel sloop, zeker wanneer de architectuurhisto
rische kwaliteiten niet evident zijn.
Om te watertanden
De druk van 'de markt' zal zeker ook gevoeld
zijn, want we spreken hier over een echte top
locatie voor woningbouw: de flauwe bocht die
de Maas er maakt, staat garant voor een schitte
rend uitzicht. Deze plek moet iedere project
ontwikkelaar die weet dat Mook traditioneel
een luxe forensendorp van Nijmegen is, hebben
doen watertanden. Onder deze omstandighe
den was behoud van een deel van het gebouw
het maximaal haalbare. De voor- en zijgevel
plus de kap van het oorspronkelijke gebouw
bleven uiteindelijk gespaard, het interieur en de
achtergevel werden gesloopt. De uitdaging was
Het glas-in-loodraam uit 1959, voorstellende
de aartsengel Cabriël, van de Roermondse
glazenier Frans Cox. Dit en andere ramen
zullen, voor een deel in de nieuwbouw,
teruggeplaatst worden. Foto: A.Pinckers.