De kruimelstad
I
4
Bas Blokker
De openbare ruimte in de stad wordt steeds minder openbaar
Zo vol is Amsterdam, dat het stadsbestuur een polderwijk aanlegt
om nieuwe bewoners te huisvesten. Zo vol, dat serieus over
wogen is, de ringweg met huizen te overkappen. En toch bungelt
het bevolkingscijfer al jaren om en nabij de 720.000. Waar is
Amsterdam eigenlijk zo vol van? Hoeveel honden- gedoogzones
en meubelstroken kan een stad hebben?
28
Heemschut
augustus 1998
In andere steden zal het vast niet anders zijn,
hoewel je het in Den Haag nooit ziet, maar in
Amsterdam is het wel erg opvallend.
Voetgangers wachten het moment dat ze
kunnen oversteken niet langer op de stoep af.
Ze stellen zich alvast in de marge van het
wegdek op, het lichaam wat overhellend, als
stonden ze in een imaginair startblok.
Waarom betreden de wandelaars weerloos het
domein van het snelverkeer? Voor die fractie
van een seconde dat ze eerder aan de overkant
zijn? Hebben ze dan meer haast dan hun
ouders? Hoezo? De stedelijke werkloosheid is
tussen 1960 en nu pakweg verdrievoudigd. En
sinds de wet op de winkeltijden is verruimd,
hoeft niemand de klok van zes uur nog te halen.
We moeten dus aannemen dat voetgangers van
het trottoir worden gedrongen. De vraag is
alleen: door wie of wat? Er is geen reden om te
veronderstellen dat mensen elkaar de rijweg op
zijn gaan duwen. Amsterdam is de afgelopen
veertig jaar flink ontvolkt. In 1960 woonden
hier ruim 866.000 mensen, nu nog geen
720.000 - al zijn dat er intussen wel weer
40.000 meer dan tien jaar geleden. Vergelijk
Amsterdam met Parijs: het gebied binnen de
ringweg is even groot als het gebied binnen de
péripherique, alleen wonen daar zes keer zoveel
mensen als hier.
En toch schreef de gemeente in een huis-aan-
huisfoldertje voor de Noord-Zuidlijn: "De stad
Struikelen over obstakels in de openbare ruimte: Damrak, Amsterdam. Foto's Bert Franssen.