Heemschut
27
Sonderingswerkzaamheden t.b.v. de restauratie. Foto Auke Pluim.
In 1986 werd de eerste fase van de restauratie
afgesloten, het werk duurde meer dan drie jaar.
De restauratie bleef toen niet beperkt tot de
muur, er werd voor de kade ook een verlaagd
wandelpad aangelegd. Dit Wellepad wordt niet
alleen veel gebruikt door allerlei plezier- en
beroepsvaartuigen die een dagje voor de
Deventer wal blijven liggen, het is 's zomers een
populair terrasje en een wandelplaats. Stuwende
kracht achter de restauratie in die jaren was de
toenmalige wethouder Bernard Duimel.
Historie
De geschiedenis van de Deventer IJsselkaden
gaat terug tot de middeleeuwen. De schepen
meerden in die tijd af aan houten beschoeiingen
die langs de rivieroevers voor de stad werden
opgetrokken. Toen Deventer zijn grootste
economische bloei beleefde, in de 16de eeuw,
liet het stadsbestuur de houten kaden vervan
gen door stenen muren. Volgens bouwhistori-
cus Wijnand Bloemink werd de hele kademuur
langs de oude stad (de Welle dus) tussen 1545
en 1553 gebouwd. In 1558 en de jaren daarna
werd in opdracht van prins Maurits het bastion
Graaf van Buren gebouwd, de kademuur werd
toen ook opgehoogd, grondig gerestaureerd en
doorgetrokken tot het bastion. In 1669 werd
het kadegedeelte voor het bastion afgebroken
en herbouwd in baksteen.
De bouw van een stenen kademuur in de 16de
eeuw kan veel te maken hebben met het feit dat
de schepen steeds groter en zwaarder werden,
maar deskundigen gaan er vanuit dat er ook
sprake was van een prestigeproject. Een stad als
Deventer die in die jaren veel aanzien genoot,
wilde dat ook graag tonen. Omdat bijna alle
verkeer over de rivier ging, was het eerste dat
bezoekers zagen, de kademuren. In zekere zin
gaat dat vandaag de dag nog steeds op. Vanaf de
Gelderse oever van de IJssel heeft men een
fantastisch uitzicht over de kaden en de skyline
van de oude stad met zijn torens en gebouwen.
Vuilnisbelt
Voordat het opknappen van de kademuur
begint, krijgt stadsarcheoloog Michel
Groothedde de kans de bouwput grondig te
onderzoeken. Om het water tegen te houden
wordt voor de muur eerst een damwand gesla
gen, om de muur te kunnen herstellen moet
een deel van de bodem worden afgegraven. De
bouwput wordt bovendien voortdurend droog-
gepompt. Groothedde hoopt niet alleen afval
en resten van goederen te vinden die tijdens
lossen of laden letterlijk tussen wal en schip
geraakt zijn. Wellicht treft hij in het verlengde
van steegjes, die vanuit het Noordenberg-
kwartier uitkomen, op de kade ook pottenbak-
kersafval en afval van beenbewerkingsbedrijfjes.
Het Noordenbergkwartier is een eeuwenoude
stadswijk waar vroeger veel handwerkslieden
woonden, zoals pottenbakkers, beenbewerkers
en makers van paternosterkralen, waar rozen
kransen van werden gemaakt.
Bij Onder de Linden ziet de muur er ongeveer
zo uit als bij de in '83 gerestaureerde
Wellekade. De samenhang van het metselwerk
is slecht evenals de kwaliteit van de bakstenen.
Omdat de muur nog steeds rechtop staat, gaat
men er van uit dat de fundering redelijk in orde
is. Bij de restauratie worden op anderhalve
meter van elkaar tot op de fundering verticale
gaten in de muur geboord. Daarin komen
stalen balken van zes meter lang, de overgeble
ven holle ruimte wordt volgestort met beton.
Muurleeuwenbek
Lange horizontale ankers moeten de muur
rechtop houden. Voor de muur wordt de rivier
een meter dieper gemaakt, zodat schepen ook
bij laag water kunnen afmeren. Houten afmeer-
palen en een restauratie van de muur geven de
oude muur zijn historische karakter terug. De
oude muurankers blijven behouden en aparte
planten (de muurleeuwenbek bijvoorbeeld) en
de oude 16de-eeuwse bekleding ronden
tenslotte de restauratie van de kademuur af. In
een folder die de gemeente aan de restauratie
heeft gewijd, wordt gesproken van een 'heront
dekking van Deventers langste monument.'
Een herontdekking die overigens wel een paar
miljoen kost.
Henk Nieuvsenhuis is PR-medetverker van
Heemschut Overijssel.
augustus 1998