36 Heemschut Slangenmuur bij Huis te Manpad. Foto RDMZ, C.j. Dekker. Er werd dan ook driftig geëxperimenteerd met bomen, bloemen- en plantensoorten. Bloemen- soorten werden overigens gekweekt voor gebruik in huis; voor de sier, maar vooral voor het verspreiden van aangename geuren. In die tijd geurden bloemen sterker dan nu het geval is. Het naast Het Manpad gelegen buiten De Hartekamp van de familie Clijford was in de 18de eeuw zeer beroemd. Op de Hartekamp werden de eerste bananenboom en koffieplant geïntroduceerd. De beroemde geleerde Linnaeus (1696-1778) experimenteerde er met uitheemse plantenrassen en beheerde de Hortus Cliffortianus. Vanaf 1700 was er een enorme aanwas van buitenplaatsen in de duingebieden nabij Haarlem. Verschillende buitenplaatsen, waar onder Manpad waren eenvoudig met de trek schuit over de Leidsche Vaart bereikbaar. Adriaen Speelman Manpad dateert oorspronkelijk uit het tweede kwart van de 17de eeuw. Voorheen stonden op het terrein twee boerenwoningen waarvan één waarschijnlijk rond 1640 werd verbouwd tot buitenhuis. Daarna wisselde het buiten veelvul dig van eigenaar. De Amsterdamse koopman Wigbold Slicher liet tussen 1720 en 1730 grote veranderingen aanbrengen, vooral aan het huis. De volgende eigenaar, Dirk van der Meer (1686-1138), gaf de tuinarchitect Adriaen Speelman de opdracht geheel conform de idealen in die tijd een formele, symmetrische tuin te ontwerpen met parterres en broderie. Het huis heeft toen het huidige aanzicht gekregen en werd op een eiland geplaatst. De centrale as door het gehele park werd gerealiseerd en de vele linden aan de voorzijde in een stervorm geplant. De moes tuin, met zware hekken en de slangenmuur werden aangelegd. Ondanks latere veranderingen zijn de hoofd lijnen van deze formele aanleg min of meer behouden. De mooie beelden van Ariadne en Bacchus, die de achtertuin nog steeds sieren, komen uit het atelier van Jan van Slogteren. Opvallend is dat elke eigenaar opnieuw kosten noch moeite spaarde om in een korte tijd park en huis te veranderen, te verbouwen en te verfraaien. Het geslacht Van Lennep De dichter Jacob van Lennep - hij bewoonde 's zomers het nabij gelegen Woestduin - schreef een biografie over het leven van zijn vader David Jacob en zijn grootvader, Comelis van Lennep uitgegeven in 1865. Hierin staat uitvoerig het leven op Het Manpad beschreven, een uniek document dat veel inzicht geeft in het leven op een buitenplaats. In 1767 kocht overgrootvader David van Lennep (1721-1771) het landgoed, dat bijna twee eeuwen in handen van het geslacht Van Lennep zou blijven. Hij vergrootte het huis met eenderde en bracht vooral in het huis verfraaiingen aan, voornamelijk om het hart van zijn tweede vrouw te winnen, die het huis haar niet waardig achtte. Hij bestelde bij de schilder Jurriaen Andriessen in 1767 voor de nieuwe eetkamer zes Arcadische panorama's met klassieke bouwwer ken en sculpturen. De zoon van David, Comelis van Lennep (1751- 1813), was een echt buitenmens en groot collectionneur. Verdreven als patriot kon hij zich volledig aan het buitenleven wijden. Hij verzamelde fossielen, mineralen en insecten en had kabinetten met curiosa. Voor zijn fraaie en exotische vogels liet hij een menagerie in goti sche stijl bouwen. Cornelis maakte een begin met de landschap pelijke parkaanleg met slingerende paden en ronde bloembedden, een stijl die aan het eind van de 18de eeuw in zwang kwam. De asymme trie werd favoriet. Vandaal Toen David Jacob (1774-1853), professor aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam, het huis erfde werden nog meer landschappelijke en romantische tuinidealen doorgevoerd. Onder leiding van David Zocher de Jongere (1791-1870) werd de gracht rondom het huis omgevormd tot vijver en menig boom uit de formele, recht lijnige tuinaanleg van weleer werd rigoureus geveld. Hij verwoordt dit in de volgende vers regels: Ik [Zocher] ben een vrind Van wind, van wind 'k weet met een bosch goed raad, Ik vel gerust en zonder schroom Van 't digte woud fluks elke boom Die in den weg mij staat. Wat schaduw biedt Behaagt mij niet. Zoo krijgt m,en ligt Een ruim gezigt. En schenkt aan 't oog vermaak. Dit zoek ik slechts. Wat wil men meer? Men prijs mijn kunst en geef mij de eer: Ik volg de nieuwe smaak. '2 David Jacob heeft door gronda ankopen het terrein in de loop van de tijd aanzienlijk uitge breid met Mariënduin en een stuk van Leyduin. Een deel van dit gebied zou hij later weer afstaan ten behoeve van de Amsterdamse drink watervoorziening. Hij legde zich toe op land- ontginning en landbouw en blonk uit in de duinaardappelteelt. Culturele leven Hoogtepunt op Manpad vormde het culturele leven in de periode 1750-1850datin bovenge noemde biografie uitvoerig wordt beschreven. Er was een genootschap van uitstekende vernuften ...geleerden en kunstenaars....', die bijeenkwamen. Men was er van overtuigd dat de mens zich uitsluitend tot een deugdzaam persoon en volwaardig burger kon ontwikkelen in een vertrouwde wereld van gelijkgestemden en via gemeenschappelijke activiteiten. Manpad werd een cultureel centrum waar de gastheer juni 1998

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1998 | | pagina 38