A. De Stichtse Lustwarande B. Laatste rustplaatsen C. Kathedralen van het Sticht juni 1998 Heemschut 29 onverhoopt vol zijn, dan wordt u automatisch geplaatst in de excursie die u als tweede voor keur heeft opgegeven. Overigens zijn alle vier de excursies zeer de moeite waard. Programma De excursiedag begint met een gastvrije ont vangst op het uit 1996 stammende Provincie huis Rijnsweerd in Utrecht. Hoewel het dus een zeer recent gebouw is, heeft het door zijn stijlvolle architectuur en de kunstzinnige vorm geving van het interieur nu al de kenmerken van een toekomstig monument. 9.30 uur Ontvangst in de Vrede van Utrecht-zaal in het Provinciehuis Rijnsweerd. Daarbij worden koffie en thee geserveerd. 10.00 uur Welkomstwoord door de voorzitter van de Provinciale Commissie Utrecht, ir. Nico Krekel. Inleiding over het nieuwe Provinciehuis en het monumentenbeleid van de provincie Utrecht door gedeputeerde D. Kok. 10.30 uur Start van excursies 1, 2, 3 en 4. Excursiekeuzes Om welke vier excursie-thema's gaat het? Aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug staat langs de bosrijke Langbroekerwetering op korte onderlinge afstand een aantal robuuste kastelen. Hierdoor is het waarschijnlijk in ons land het gebied met de grootste 'kasteeldicht heid'. De meeste van deze kastelen hebben een vroeg-middeleeuwse kern, waaraan in later eeuwen bijvertrekken zijn gebouwd. Andere zijn, met name in de 18de eeuw, verbouwd tot landhuizen. Het aardige is dat veel van deze kastelen eigen dom waren van één adellijke familie, de Van Zuylen van Nyevelts, een van oorsprong Duits geslacht. Deze familie werd in de 13 de eeuw door de Utrechtse bisschoppen naar deze contreien gehaald om de 'wildernis' te ontgin nen en te beheren. Mede door een uitgekiende huwelijkspolitiek wist de familie zich op te werken tot één van de voornaamste adellijke geslachten van Utrecht. De familienaam duikt dan ook in veel plaatsen op. Omdat veel van de kastelen bewoond worden, is het waarschijnlijk lastig om ze van binnen te bezichtigen. Het is echter gelukt om voor de Heemschut-leden enkele kasteelterreinen open te stellen. Programma Na vertrek vanuit het Provinciehuis komen we allereerst aan in Langbroek op kasteel Hinderstein. Hinderstein is in de kern vroeg middeleeuws, maar heeft nu een 19de-eeuws neogotisch uiterlijk. Daardoor is het een mooi voorbeeld van de romantische behoefte om een kasteel nóg middeleeuwser te laten lijken dan het eigenlijk al is. Rond het kasteel worden de fraaie tuinen en een pas gerestaureerde oranjerie bezichtigd, waarbij verteld wordt over het kasteel en haar geschiedenis. Vervolgens wordt de lunch gebruikt in café restaurant Torbijn in Langbroek. Later op de middag bezoeken we kasteel Sterkenburg. Zoals de meeste Langbroekse kastelen was Sterkenburg oorspronkelijk een imposante woontoren met een bescheiden woongedeelte. Daar werd in 1851 voor de bekende schrijver J. Kneppelhout ('Klikspaan') een riant herenhuis aan vastgebouwd. In 1869 werd daar nog een forse neogotische zij toren aan toegevoegd. Ook hier is alles dus niet zo middeleeuws als het op het eerste gezicht lijkt. Wanneer de tijd en het verkeer het toelaten wordt het Utrechtse Heuvelrugdorp Driebergen aangedaan. Centraal staat de Sint Petrus' Bandenkerk, een neoclassicistisch bouwwerk, rijk voorzien van de voor die stijl kenmerkende dorische en ionische zuilen. Idyllisch is het empire-kerkplein, het enige in ons land. In de monumentenzorg is de laatste jaren meer aandacht gekomen voor monumenten op begraafplaatsen of begraafplaatsen die in hun totaliteit monumentaal zijn. Daarvan bevindt zich een aantal fraaie voorbeelden in de provin cie Utrecht. We hebben de heer Edwin Maes, lid van De Terebinth, een vereniging die zich richt op alles wat met de funeraire cultuur samenhangt, en kenner van begraafplaatsen bereid gevonden om de leiding van de excursie op zich te nemen. Hij is auteur van het boek 'Begraafplaatsen in Utrecht'. Programma In Leersum bezoeken we het mausoleum van de familie Van Nellesteyn uit 1819. Een unieke combinatie van een laatste rustplaats en belvé dère in de vorm van een antieke tempel, met een prachtig uitzicht over het bosrijke land goed. Zowel het mausoleum als het omrin gende landschapspark zijn ontworpen door de befaamde architect J.D. Zocherjr. De lunch wordt gebruikt in restaurant 'De Donderberg' in Doorn. Daarna gaat het naar Driebergen, en begraafplaats De Treekweg. Het is de laatste rustplaats van veel vooraan staande families die buitenplaatsen op de Utrechtse Heuvelrug bewoonden. Ook na hun verscheiden wilden deze in de herinnering blijven voordeven, dus ook hun laatste rustplaats diende indruk te maken. Er Tombe op de Algemene Begraafplaats te Zeist. Foto Edwin Maes. zijn dan ook verschillende fraai versierde graf monumenten te vinden. De tocht wordt voortgezet richting Zeist. Daar wordt de unieke begraafplaats van de Hern hutters bij Slot Zeist bezocht. De Hernhutters waren een vrijzinnig protestants genootschap, dat zich vanwege het liberale godsdienstige klimaat vanaf de 18de eeuw in ons land vestigde. De Hernhutters waren wars van alle wereldse ijdelheid en daarom worden hun laatste rust plaatsen alleen aangeduid met eenvoudige ovalen stenen. Ook waren ze, voordat het in 1829 wettelijk verplicht werd, al voorstanders van het begra ven buiten de kerkmuren. De begraafplaats is uit religieuze overwegingen in twee hel ften verdeeld: aan de ene kant rusten de broeders en aan de andere kant de zusters. Familiegraven komen niet voor; ieder wordt beschouwd als broeder of zuster. In de tweede helft van de 19de eeuw bloeide, als gevolg van de emancipatie van het katholieke volksdeel, de neogotiek ook in Utrecht volop. Daarbij volgden de pleitbezorgers van deze bouwstijl een ander spoor dan in veel andere delen van ons land. Doorgaans werd uitgegaan van de architectoni sche opvattingen van de gezaghebbende Pierre Cuypers, maar in de provincie Utrecht werden veelal de principes van het Bemulphus-gikle gevolgd. Dit was een in 1869 opgericht genoot schap van katholieke geestelijken en kunste naars. Oriënteerde Cuypers zich als discipel van

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1998 | | pagina 31