juni 1998 Heemschut 27 Gang De gang uit 1722 heeft zoals gezegd een breedte van 3,05 meter en een lengte van 15 meter. De vloer en de lambrizeringen zijn van marmer. Boven de deuren 4 links en 3 rechts zijn stucreliëfs, met een vaas. Het heeft me een halfuur gekost om de gang leeg te krijgen voor de fotograaf: Noortje Eijkelboom-Piccardt. Het enige meubelstuk wel eens aanwezig in zo'n gang is een gangbankje of een staand horloge. In sommige gangen zie je een nis, die daarvoor bestemd is. Voor de rest zijn die gangen leeg. Zeer verrassend is het prachtige trappenhuis, nu eens niet tussen de 2 kamers links of rechts geplaatst, maar in een zogenaamde traptoren achter tegen het huis geplaatst. Zeer bijzonder is de trapbaluster hierin in de vorm van een vaas. Bewegende Bacchus Op de eerste verdieping van die traptoren bevinden zich 4 beelden, zo te zien van stuc. Bij nader onderzoek blijken slechts 3 beelden van stuc te zijn. Het vierde beeld, Bacchus, de god van de wijn - hij staat hier voor de herfst - is echter van hout en is aangebracht op een houten deur. Het houten beeld kan dus wegge draaid worden. Ooit een bewegende Bacchus in een huis gezien? Zeer bijzonder. De andere stucbeelden laten winter, zomer en lente zien. De koepel is ook bekleed met monumentaal stucwerk. Leeuw, adelaar, vis en hagedis staan voor de 4 elementen: aarde, lucht, water en vuur. Behalve de fenomenale gang en traptoren kent dit dubbele huis nog 4 indrukwekkende kamers, uiteraard op de hoofdverdieping. Heel bijzon der is de beschildering in de kamer links achter. Daar is een beschildering op planken en balken, die vogels in de lucht laat zien, omringd door bosschages. De beschildering omvat het plafond van de hele kamer op maar liefst 6 vakken. Zij dateert waarschijnlijk uit 1668 en is niet gesigneerd of gedateerd. Het is opvallend hoe zeer deze beschildering lijkt op die op de eerste verdieping van Keizersgracht 409. Daar zijn min of meer de zelfde vogels te vinden, zeer waarschijnlijk uit 1671. Dat moet dezelfde onbekende schilder geweest zijn. Plafondbeschildering De kamer hiervoor kent nog een plafondbe schildering met Diana, godin van de jacht, die pontificaal in beeld is. Behalve Diana zijn ook bijna alle andere goden van de Olympus van de partij. Ook de kamers rechts zijn beide kunsthisto risch zeer interessant en dateren uit de tijd van eigenaar mr. Adriaan Isaac Valckenier. Beide hebben mahoniehouten betimmeringen die dus niet geschilderd zijn, uit de Lodewijk XV-periode. De kamers hebben stucplafonds met eenvoudige bloemenslingers als omamen- Detail zolderstuk in linker voorkamer: Neptunus met drietand, geflankeerd door een riviergod. ten. Ook vindt men er een wit manneren schouw met op de mahoniehouten boezem (zie rubriek Jargon pag. 24) een spiegel. De kamer rechts achter kent ook nog een plafondbeschildering van de onbekende schilder G van der Mijn met het jaartal 1761. Het laat behalve een aantal putti de zonnegod Apollo zien, achter de teugels van een span met 4 paarden. Gezien het jaartal 1761 zullen beide kamers aan de rechterkant van de gang uit die tijd dateren. Uit diezelfde tijd zal de schijngevel dateren die vóór het koetshuis, Reguliersdwarsstraat 34, gezet is. Uiteraard hebben hoofdhuis en koetshuis dezelfde breedte en zijn ze gescheiden door een grote tuin. Om het uitzicht te vervolmaken werd regelmatig zo'n bedrijfspand afgesloten door een gevel die als een soort wand ertegen aan werd gebouwd, een schijn- of decor gevel. Aardig detail is de zonnewijzer, verwerkt in de fraaie attiekvan deze pronkfa^ade. Het stadspaleisje is eigendom van beleggings maatschappij Estate Europe, in Rotterdam. Het is verhuurd als kantoor. II. Tulleners isjournalist en monumentenkenner te Amsterdam.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1998 | | pagina 29