Stichting Vlaams Erfgoed
Guerite Flury
Een jonge zusterorganisatie timmert aan de weg
In 1994 werd in Vlaanderen op initiatief van de Vlaamse over
heid en enkele privé-partners, de Stichting Vlaams Erfgoed (SVE)
opgericht met als doel zich samen met het publiek in te zetten
voor het behouden, beheren en ontsluiten van monumenten en
landschappen. Dit gebeurt door actief locaties te verwerven en
te beheren.
juni 1998
Heemschut
25
Het Buurtspoorwegmuseum van de Stichting Vlaams Erfgoed.
Hierbij gaat het in de eerste plaats om locaties
waarvan het beschermen en openstellen
bemoeilijkt wordt door beheersproblemen.
Veel beheersstructuren blijken in de loop der
jaren ondoorzichtig te zijn geworden waardoor
onduidelijk is welke instanties bepaalde taken
hebben in het beheer en de exploitatie van een
monument. Dit hangt in een aantal gevallen
samen met de federale structuur in België. Bij
de vorming van een Vlaams, Waals en Brussels
gewest werden bepaalde rijkstaken overgedra
gen aan de gewesten, maar die overdracht heeft
hier en daar traag of nog helemaal niet plaats
gevonden. In dergelijke situaties weet geen der
betrokken partijen meer wie verantwoordelijk
is, waardoor verval kan toeslaan.
De SVE krijgt dergelijke monumenten in
bezit of in erfpacht. Voorbeelden zijn het Fort
Napoleon in Oostende, kasteel en domein
Van Horst in Holsbeek, waarvan de erfpacht
geschonken is door de eigenares, en het
Buurtspoorwegmuseum in het Dilbeekse
Schepdaal. Dit laatste monument is eigendom
van de Vlaamse Vervoersmaatschappij, die
echter beheer en ontsluiting van een beschermd
monument niet tot haar taken rekent.
Beheersplan
Door het maken van een beheersplan dat zowel
restauratie, onderhoud en een gepaste bestem
ming, als ontsluiting van monumenten inhoudt,
ontfermt de SVE zich over de cultuurhistori
sche en actuele aspecten van een monument,
alsmede over de maatschappelijke integratie
van het erfgoed. Door onder andere vestiging
van een bezoekerscentrum met fïetsenverhuur,
een erfgoedwinkel, informatieborden en
restauratie van het monument wordt toeganke
lijkheid bevorderd. De historiciteit van een
monument wordt vanzelfsprekend gerespec
teerd, maar vooral ook de betekenis van een
monument op de huidige dag is van belang.
Met het beschikbare 'cultureel instrumenta
rium' van onder meer gidsen, publicaties en
informatieborden moet een monument toegan
kelijk worden voor het publiek.
Annemie Rossenbacken, project-coördinator van
de SVE, legt uit dat monumentenzorg een
specifieke taak is van de culturele sector. Eerst
worden vanuit een cultureel perspectief de
betekenis en ontsluiting van een monument
bepaald. Vervolgens wordt bekeken op welke
manier een monument ontsloten kan worden
voor toerisme, de economische sector, milieu,
onderwijs of de culturele sector. De betrokke
nen dragen vervolgens de verantwoordelijkheid
voor een monument.
Deze eigentijdse benadering maakt van de SVE
niet enkel een bescherm- en beheersorganisatie
van monumentenzorgers, maar vooral ook een
vereniging van en voor het publiek. Voor haar
leden organiseert de stichting onder andere
bezichtigingen en evenementen, vanuit een
gedachte van integrale monumentenzorg.
Monumenten veelzijdig beleven Lier, dat
ook door Heemschut-leden te bezoeken is,
is hiervan een voorbeeld. Zie pag. 21
Daarnaast geeft de stichting een Vlaamse
Monumentengids uit, waarin een overzicht van
vierhonderd voor het publiek toegankelijke,
beschermde monumenten in Vlaanderen wordt
gegeven. Ook deze invulling van een lacune in
de informatie over Vlaamse monumenten, laat
zien dat de Stichting Vlaams Erfgoed een goed
georganiseerde aanvulling op de monumenten
zorg-instanties in Vlaanderen is, die haar nut in
korte tijd reeds overtuigend heeft bewezen.
Drs. G. Flury is medewerker van de Bond Heemschut.