De ondergang van een karakteristiek boerderijencomplex Hilde van der lest en Rita Mulder-Radetzky Het trieste lot van een Fries monument Het is koud en guur terwijl we kijken naar de teloorgang van het 'boerderijencomplex' aan de Nieuwelandseweg in Ryptsjerk in de gemeente Tytsjerksteradiel. Als we ons omdraaien wordt het duidelijk dat we op één van de mooiste plekjes van Friesland staan. Een vlucht ganzen komt over terwijl we ons weer eens naar de trieste restanten van de andere kant omdraaien. 40 Heemschut april 1998 Bedreigde boerderij aan de Nieuwelandseweg 12 in Rijperkerk. Foto's jan de Kroon. De documentatie van de Provinciale Commissie Heemschut over de panden Nieuwelandseweg 12 en 14 laat zich lezen als een roman waarvan het einde zich rekt maar waarschijnlijk triest zal zijn. Al in 1991 werd door de Stichting Bescherming Friese Wouden contact opgenomen met de provinciale commissie. Het onderwerp is, zoals de Stichting Historisch Boerderij-onderzoek omschreef "een boerderijencomplex bestaande uit een kop-rompboerderij met een erachter staande dichtgebouwde blokschuur. Naast de boerderij lag een arbeiderswoning met een bijbehorende kleine veeschuur." De boerderij dateert volgens een inscriptie uit 1860 maar is gezien onderdelen van de bouw waarschijnlijk ouder. De blokschuur is uit circa 1917. De arbeiderswoning is in 1826 gebouwd. De nog vrijwel gave veehouderij werd gekarakteriseerd als bij uitstek kenmerkend voor de Friese Wouden, kortom alle gronden waren aanwezig om het gehele complex voor te dragen voor de monumentenlijst en dat werd door de PC dan ook aan de Stichting Bescherming Friese Wouden geadviseerd zodat de 'bescherming' zeker werd gesteld. Al uit het verslag van de hoorzitting, die de gemeente in april van 1992 met de belangheb benden hield, bleek dat de eigenaren van het complex kritisch stonden ten opzichte van de aanwijzing. Vooral het feit dat een ander zonder enig overleg met hen brieven over de panden kan schrijven bevreemdt hen. Een artikel in het plaatselijke krantje, waarin de eigenaren geen notie van architectuur en cultuurhistorische waarden wordt verweten raakt, volgens de eigenaren kant noch wal. De kiem voor een zich voortslepende ruzie is gelegd. Het pand Nieuwelandseweg 14, de arbeiders woning, werd toen nog bewoond door de oom van één van de betrokkenen. Als de oom het woninkje verlaat wil laatstgenoemde er zelf met zijn gezin in gaan wonen. Er zijn geen plannen om het pandje te slopen. Een verbouwing en uitbreiding moet dan wel mogelijk zijn. Hij is bang voor allerlei omslachtige procedures en verlies van zeggenschap over zijn bezit. Ook de vertegenwoordiger van de eigenaresse van de boerderij is bang voor beperkingen ten aanzien van mogelijke toekomstplannen. De kans wordt vrij groot geacht dat de boerderij uiteindelijk een woonbestemming zal krijgen. De raadscommissie van de gemeente Tytjerksteradiel stemt op 11 mei 1992 in met voordracht als monument en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist wordt hierover ingelicht. Sloopvergunning geweigerd In de jaren daarna blijft het rommelen. In 1994 wordt geconstateerd dat het onderhoud van de panden te wensen overlaat. In 1995 wordt een sloopvergunning aangevraagd voor de dan al deels ingestorte blokschuur. Heemschut gaat dan bezwaar aantekenen. De sloopvergunning

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1998 | | pagina 42