Tussen beschrijven en beschermen:
75 jaar vereniging Oud-Utrecht
Maarten hemmens
Het moet raar lopen wanneer men bij de bestudering van de
geschiedenis van Utrecht niet vroeg of laat stuit op de Vereniging
Oud-Utrecht. Je zou de Vereniging, die dit jaar haar 75-jarige
bestaan viert, als de officieuze schatbewaarder van de stads-
historie kunnen beschouwen.
38
Heemschut
Debat Oud-Utrecht over hoogte van nieuw gebouw, dat hoger zou worden dan de Dom.
Foto H. Colland, Ver.Oud-Utrecht.
De Vereniging werd in 1923 mede opgericht
door de toenmalige burgemeester Fockema
Andreae. Deze koesterde een warme belang
stelling voor geschiedenis, en het stak hem dat
een stad met een rijke historie als Utrecht, in
tegenstelling tot Amsterdam en Rotterdam,
nog geen plaatselijke historische vereniging
kende.
Deftig imago
Lange tijd had de vereniging, mede vanwege
het voorzitterschap van de burgemeester, een
deftig imago. Dat beeld is, hoewel achterhaald
en bijgesteld, nog niet helemaal verdwenen.
"Zelfs nu nog spreek ik mensen die denken dat
je dooreen ballotage-commissie moet worden
goedgekeurd", zegt voorzitter J. Lemaier met
enige verbazing in zijn stem. "Maar we gaan
daar in dit jubileumjaar met een ledenwerfactie
alles aan doen."
Toch heeft zo'n deftig imago ook zijn voorde
len. "Wanneer Oud-Utrecht zijn stem verheft,
schrikt iedereen, en wordt er geluisterd" stelt
hij tevreden vast.
"Er zijn leden die vinden dat we ons vaker en
direct moeten uitspreken wanneer zich zorg
wekkende ontwikkelingen voordoen. Ik denk
dat het meer indruk maakt wanneer we onze
mening gedoseerd en weloverwogen laten
horen. En dat blijkt ook."
Als mooi voorbeeld noemt hij de dreigende
afbraak van de Zeven Steegjes achter de
Utrechtse Oudegracht. In 1992 waren er
plannen om deze gave en karakteristieke
19de- eeuwse arbeiderswoninkjes te slopen.
Een gesprek van enkele verenigingsleden met
de wethouder monumenten heeft een belang
rijke rol gespeeld bij het behoud van de huisjes.
Stadsbeeld
Toch is er een tijd geweest dat Oud-Utrecht
zich minder geroepen voelde om voor de
bescherming van het historische stadsbeeld in
de bres te springen.
Sinds de jaren '60 werden er, in de ijver om
Utrecht van het imago van slaperige provincie
stad af te helpen, regelmatig rigoureus beeldbe
palende panden gesloopt.
Prominente voorbeelden zijn het oude stations
gebouwvan architect Van Ravesteyn, en het
veelbetreurdejugendstilkantoor 'De Utrecht'.
Lemaier herinnert zich hoe hij toen als jong
verenigingslid de voorzitter daar op aansprak.
"Die zei, maar heren, dat is toch meer een zaak
voor Bond Heemschut. Daarop heb ik gezegd
dat wanneer Oud-Utrecht zich niet meer zou
inspannen om het stadsbeeld te beschermen, de
geschiedenis van de stad binnenkort alleen nog
in de archieven te bestuderen zou zijn."
april 1998