OP WEG NAAR MUNSTER
IN BITTERE KOUDE
Hugo Reynders
Het Notulenboek van de Staten Generaal vermeldt
5 december 1645 als datum, waarop de afgevaardigden van
de Verenigde Zeven Provinciën naar de onderhandelingen
werden aangesteld (Gregoriaanse Kalender).
16
Heemschut
Het waren Banhold van Gent namens Gelderland, Johan
van Mathenesse namens Holland en Westfriesland,
Johan de Knuyt uit Zeeland, Godart van Reede tot
Nederhorst namens Utrecht, Frans van Donia van
Friesland, Wilhelm Ripperda namens de Overijsselse
Staten en Adriaan Clantvdt Groningen. In die notulen
werd Adriaan Pauw toen (nog) niet genoemd als
afgevaardigde uit Amsterdam1'2.
De notulen geven daarna een summier verslag van de
reis per koets van de heren plenipotentiares naar Munster,
waaruit is op te maken dat het in de bedoeling lag om
in Deventer te verzamelen. De tocht liep over Houten,
Bommel (Zaltbommel) naar Tiel, om dan via Nijmegen
naar Arnhem te leiden, waar de reizigers op 2 5 decem
ber arriveerden. Het was bitter koud, de wegen waren
in erbarmelijke staat en het overtrekken van de Rijn gaf
de nodige problemen door de hevige ijsgang. Over hoe
de heren reisden valt slechts te gissen, maar onderweg
Adriaen Pauw en zijn gezin
in hun koets voor Munster.
Gerard ter Borch en Gerard
van der Horst, ca 1646,
Stadtmuseum Munster.
werd herhaaldelijk een rustdag ingelast om van de
vermoeiende tocht te bekomen. Dat de gezanten niet
gezamenlijk reisden blijkt uit het feit dat op 29 decem
ber Van Mathenesse te Deventer was gearriveerd, waar
hij Adriaan Clant aantrof. Er wordt op die dag gemeld
dat Ripperda dan al is doorgereisd naar zijn Huys te
Hengelo en Van Reede is op bezoek te Saasfelt(het
vroegere stamslot van zijn geslacht). Het wachten te
Deventer is dan nog op De Knuyt, die ergens onder
weg zou zijn. Donia zat toen te Zutphen, waarna hij op
1 januari te Deventer arriveerde, terwijl over Adriaan
Pauw geen gegevens worden genoemd. Daar het reis
verslag aan Barthold van Gent wordt toegeschreven,
moeten we aannemen dat hij ook via Deventer reisde.
Vergaderen in Huys Hengelo
Daar Ripperda en Van Reede al in Twente waren
gearriveerd en door de strenge winter moeilijk naar
Deventer terug konden reizen, nam Ripperda het
initiatief om allen op zijn kasteel te ontvangen en daar
voor het laatst te vergaderen. Hij schreef daartoe op
31 december 1645 een brief naar Deventer, waarin hij
vroeg om na de komst van de Knuyt te Deventer,
"U.E. samentlijck alhier (Hengelo) to ontfangen".
Op 26 december (d.i. 5 januari van de Gregoriaanse
Kalender) vertrokken de heren uit Deventer om via
april 1998