Geld 8 Heemschut gemeenten, de Rijksdienst voor Monumentenzorg, het Samenwerkingsverband Bouwopleidingen (SWV) te Nuth, de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf (SVB), architecten, leerlingen, opdrachtgevers en Europese subsi die-verstrekkers. De heerjor Oostenbach is degene die namens projectleider 'Monumentenhuis Limburg' ervoor zorgdraagt dat de uitvoering naar wens verloopt. De eerste stap die genomen moet worden is een inventarisatie en selectie van projecten. Ook dit is een taak waar Oostenbach verantwoordelijk heid voor draagt. De uiteindelijke keuze wordt grotendeels bepaald door de voorwaarden die door de subsidie-verstrekkers worden gesteld. Naast de Provincie, gemeenten en het ministe rie van OCenW(i.c. de RDMZ), doen twee Europese subsidie-fondsen een aardige duit in het zakje, namelijk het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF). Dit geld is uiteraard welkom, maar legt wel een bepaalde restrictie op. Voor Zuid-Limburg betekent dit dat vanuit 'Europees perspectief alleen de Oostelijke en Westelijke Mijnstreek in aanmer king voor een subsidie komen. Ook de eerste drie subsidieverstrekkers stellen hun eisen. De belangrijkste zijn dat de projecten 'een belang rijke meerwaarde (moeten) toevoegen aan de provinciale/regionale toeristische infrastruc tuur' en dat er voldoende financieringsmoge lijkheden op lokaal niveau zijn. Uiteraard hebben de eigenaren, die in financieel opzicht toch de dragende partij zijn, wensen waar reke ning mee gehouden moet worden. De reguliere De Meschermolen wordt gerestaureerd. Foto Arch.bureau Meijs. scholingskosten worden via OCenW door het scholingsfonds vergoed. Aanvullende scho lingskosten komen voor rekening van het ESF. Coördinatie Essentieel is natuurlijk dat het bij de betrokken partijen niet aan goede wil ontbreekt. De inten tie om het ROP te doen slagen is volgens Oostenbach inderdaad ruimschoots aanwezig. Wat meer problemen oplevert, is de uitvoering aan de basis. Het is een hele kunst om de restauratie-fases te 'matchen' met de modules in de opleiding. Een belangrijke voorwaarde voor een succesvol ROP is dan ook dat meer dere objecten 'a-synchroon' gerestaureerd worden. Dus niet dat men overal tegelijkertijd met hetzelfde restauratie-onderdeel bezig is. Belangrijk is dus dat er voldoende flexibiliteit wordt ingebouwd, en dat er gedurende de periode van twee jaar een voortdurende 'bouw- stroom' wordt gerealiseerd. Objecten en ervaringen In de voorbereidingsfase was men reeds begon nen met de restauratie van de rentmeesterwo ning van het kasteel in Born. Momenteel kunnen de leerlingen in drie restauratie-objec-/ ten aan de slag, namelijk de Stadbroekermolen in Sittard, Kasteel Wolfrath te Holtum en de i Meschermolen in Eysden. Dit laatste object ligt buiten het EFRO/ESF-gebied. De provincie vond het echter een te mooie gelegenheid voor het ROP om het te laten schieten. Men is daarom met een extra subsidie bijgesprongen. De heer Oostenbach zegt dat de ervaringen erg positief zijn. Alle betrokkenen zijn tevreden en vol vertrouwen in de toekomst. In het begin bestond er natuurlijk wat 'koud-watervrees' maar die is geheel overwonnen. Zowel over de organisatie als de tijdsplanning is men content. Wat Oostenbach als minder positief heeft ervaren is de tijd en moeite die er in het rond- krijgen van de subsidies heeft gezeten. Hij zou graag zien dat het ROP onderdeel gaat uitma ken van het landelijke scholingssysteem met structurele financieringsmogelijkheden. Toekomstplannen Twee nieuwe objecten die op stapel staan, zijn Hoeve Douvenrade en Kasteel Terworm, beide gelegen in de gemeente Heerlen. De opdracht gever bij het eerste object is de gemeente, bij Terworm horeca-ondernemer Van der Valk. Voor de toekomst streeft men verder naar 'gebiedsuitbreiding': ook Noord- en Midden- Limburg moeten in aanmerking komen voor het ROP. Als gezegd, het is de bedoeling dat er uiteindelijk een landelijk netwerk ontstaat. Tot die tijd moet Limburg, samen met de RDMZ 'en de andere provincies waar met het ROP 'geëxperimenteerd' wordt, namelijk Overijssel, Zuid-Holland en Groningen, een bijdrage leveren. Drs.F. Hovens is PR-medewerker Heemschut Limburg. yVoor meer informatie: Mr. J.P.M. Oostenbach 'Mqnumentenhuis Limburg' 0475-357803 april 1998

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1998 | | pagina 10