Schrijver Nescio was
actieve Heemschutter
Jaap Kamerling
'Wat gebeurt hier eigenlijk. Zoudt U niet eens gaan kijken?'
'Wat gebeurt hier eigenlijk? Wordt daar weer een
troosteloosheid geschapen? Zoudt U niet eens gaan kijken?'
Een alinea uit een van de vele - in totaal liefst 13 - brieven, die
de bekende schrijver Nescio, pseudoniem voor J.H.F. Grönloh,
tussen 1947 en 1954 aan Heemschut schreef.
Heemschut
5
Nescio, de schrijver van literaire juweeltjes als
'Titaantjes' en 'De Uitvreter', blijkt vanaf 1948
een zeer bewogen lid van Heemschut te zijn
geweest. Tot die ontdekking kwam
onlangs Memrits Verhoeff, redacteur van het
literair-historische tijdschrift De Parelduiker.
'Mag ikzo vrij zijn? vroeg Nescio op 27 septem
ber 1947 in een brief aan Heemschut. Weet U
dat er plannen bestaan den weg van den Bosch
naar St.Michielsgestel de Pettelaarsdijk) te
'normaliseren'? Alle bochten eruit, 1 1/2 km
bekort op de 6, breed en kaal. Een zeer schil
derachtige weg, een onvervangbaar goed, is dan
weer verloren.' Nescio hoopte, dat Heemschut
hier iets aan wilde doen, want 'de normaliseer-
woede gaat hoogtij vieren.' Heemschut nam de
brief serieus en schreef: 'Wij kunnen U meede
len, dat deze zaak ter behandeling is gegeven
Het huidige fietspad langs de Middenweg slin
gert zich om de bomen heen zoals Nescio het
graag zag.
aan onze Commissie 'De Weg in het Landschap'.
Nescio was ook als schrijver zeer begaan met het
Hollandse landschap. In zijn Natuurdagboek uit
de jaren 1946-1955 beschrijft hij met grote nauw
keurigheid de tochtjes, die hij maakt en ontroerd
doet hij verslag van de schoonheid van het land.
Na drie maanden spitten in het archief van
Heemschut vond literatuuvorser Maurits
Verhoeff wat hij zocht: de boze brieven die
J.F.H.Grönloh vanaf 1947 aan Heemschut
schreef over de aantasting van landschap of
stedenschoon. Op zijn eigen
Nescio-aanse wijze, gramstorig en met soms
sporen van ironie, zweepte Grönloh de Bond
op om in actie te komen. Verhoeff doet verslag
van zijn vondst in het laatste nummer van het
literaire tijdschrift De Parelduiker.
Nog feller dan Heemschut
Meestal werden zijn brieven beantwoord maar
ook wel eens niet. Soms ging Nescio immers
zelfs Heemschut te ver. Zo vroeg hij de Bond
wat deze wel van 'de situatie in Meppel' vond?
Heemschut begreep niet goed waar hij
op doelde. Is de situatie in Meppel echt zo erg,
vroeg men zich bij Heemschut af en het
antwoord luidde 'Wij kregen de indruk, dat
er wel van een gering verlies gesproken mag
worden maar dat anderzijds de noodzakelijke
kernvorming op fraaie wijze wordt mogelijk
gemaakt, zodat 'nieuwe schoonheid' ontstaat.
Op zijn beurt had Nescio ook niet altijd
vertrouwen in de bond. Er moest actiever in de
publiciteit worden getreden, meende hij. want
'het publiek kent ons niet, we zijn te veel een
deftig onderonsje'.
Zelf maakte Grönloh actief propaganda voor
Heemschut en maakte hij nieuwe leden. In
1949 haalde hij bijvoorbeeld zijn schoonzonen
Jan Zeven en Louis Boas over om lid te worden.
Nncio, getekend door F mi MUllec
De schrijver J.H.F.Crönloh, alias Nescio naar
een tekening van Frits Muller.
Als heemschutter kwam hij zelf soms met origi
nele oplossingen voor problemen. Voor het
Leidsestraat-probleem in Amsterdam bijvoor
beeld. Beginjaren vijftig was deze straat een
drukke verkeersader en dreigde de straat over
belast te raken.
Heemschut bepleitte verbreding van de straat
maar zat niet op één lijn. Zo pleitte een bestuurs
lid, de heer Cleyndert zelfs voor een nieuwe
route door de stad...over de Elandsgracht.
Grönlohs voorkeur ging ook uit naar verbre
ding want hij wilde straatjes als de
Wolvenstraat sparen maar hij had nog een
andere oplossing. 'In sommige steden zoals
Praag worden dergelijke problemen opgelost
door de grote kantoren en fabrieken buurtsge-
wijs begin- en sluitingstijden voor te schrijven,
zodat niet alles tegelijk op straat komt.'
Een moderne gedachte in die tijd, die nu aardig
zou passen in onze flexibele 24-uurs economie.
Grönloh woonde zelf i n de Amsterdamse
Watergraafsmeer aan de fraaie Linnaeushof.
Hij genoot van het prachtige landgoed
Frankendael in deze vroegere forensengemeente.
De schrijver had gehoord, dat er plannen waren
de Middenweg te verbreden voor een fietspad en
een prachtige rij bomen daarvoor op te offeren.
Uit zijn situatieschets begrijpen we niet exact
wat hem nu het meest bevreesd maakte maar in
elk geval konden wij waarnemen, dat het huidige
fietspad langs de Middenweg zich op fraaie wijze
in bochten om de grote bomen heen slingert.
Er werd dus zeker naar Nescio en naar
Heeemschut geluisterd.
februari 1998