40
Heemschut
Retranchementmuur bij Marlot, Den Haag. Foto's B.Kooy, RDMZ.
Warmte dienende'. De la Court woonde rond
1700 op Berbice nabij Voorschoten en had zelf
verschillende typen experimentele fruitmuren.
Zijn invloed was aanzienlijk, want vooral op
buitenplaatsen in bezit van familieleden, zoals
Queeckhoven (Breukelen), Manpad
(Heemstede) en Clingendael (Wassenaar)
werden experimentele fruitmuren aangelegd.
De fruitbomen werden langs de muren aan de
zuidzijde geleid, opdat de boom optimale zon
ving. Bovendien zorgden de nissen voor een
microklimaat met weinig wind. De stenen
gaven er nog lange tijd warmte af.
De fruitmuren waren niet alleen functioneel,
maar hadden wel degelijk ook een esthetische
waarde, bijvoorbeeld als terreinafscheiding.
Het leifruit genoot vaak een prominente plaats
in de tuinaanleg.
Behalve op de buitenplaats Berbice vindt men
prachtige voorbeelden van dergelijke muren bij
kasteel Groeneveld in Baarn, Huis Zuylen in
Oud-Zuilen en Beeckestein te Velsen-Zuid.
Gebouwen, die alle voor het publiek toeganke
lijk zijn.
Vormen
Merkwaardig is dat men behalve een enkel
voorbeeld in Amerika slechts experimentele
fruitmuren aantreft in Nederland en Engeland,
zelfs niet in Duitsland en Frankrijk.
Dergelijke muren komen bij ons voornamelijk
in de westelijke provincies voor. We onder
scheiden naast verschillende houten schuttin
gen de slingermuur, de retranchementmuur, de
meandermuur, de slangemuur en de zigzag
muur, alle van gemetselde baksteen en afgedekt
met een rollaag of met pannen.
Een van de vroegste nog bestaande voorbeelden
van een stenen muur met nissen is waarschijn
lijk de slangemuur bij het Huis te Manpad in
Heemstede uit de eerste helft van de 18de
eeuw.
Slaat men de 18de eeuwse literatuur erop na,
dan zijn de meningen over het experimenteren
met de kostbare stenen muren verdeeld en
eigenlijk voornamelijk negatief. In de 19de
eeuw worden er dan ook nagenoeg geen experi
mentele fruitmuren meer aangelegd.
fruitsoorten
Op sommige buitenplaatsen was het hebben
van wel meer dan 100 verschillende fruitsoor
ten geen uitzondering. De hang naar verzame
len vierde hoogtij. Behalve met appelen en
peren werd er volop geƫxperimenteerd met
exotisch fruit.
Men trof in leivorm vooral peerrassen, tiental
len appelsoorten, kiwi's, noten, (wijn)bessen,
perziken, kersen en moerbeibomen. De diversi
teit was in die tijd waarschijnlijk belangrijker
dan de opbrengst van de oogst.
Behalve met fruitsoorten experimenteerde
men met de vorm van de leibomen.
De moestuin bij het Huis te Manpad in
Heemstede is in Nederland nagenoeg de enige
plek waar de luifruitbomen nog in grote aantal
len gecultiveerd worden. In een volgend artikel
aandacht voor deze buitenplaats, waarvan de
tuinen in de zomermaanden twee dagen per
week opengesteld zijn.
Literatuur
B.H.J.N. Kooij en B. Olde Meierink.
Fruitmuren in Nederland; studie over slangemu
ren, slingermuren en andere historische experim.en-
tele leifruitmuren.; bijlage 17 van het Restauratie
Vademecum, een uitgave van de Rijksdienst
Monumentenzorg in samenwerking met Sdu
Uitgevers. 's-Gravenhage, 1997. ISBN
90.12.08452.0.
In het rijk geillustreerde boek wordt niet alleen
een historisch overzicht gegeven, maar komen
ook uitgebreid de technische gegevens van de
muren aan de orde. Het bevat restauratieadvie
zen en een speciale bijlage over zogenaamde
spalierhekken en fruitschuttingen van hout.
In het boek is een lijst van bestaande fruitmu
ren opgenomen. De meeste zijn te bezichtigen.
februari 1998